(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Tientallen miljoen mensen zijn er sinds de jaren tachtig gestorven aan aids en nog altijd zorgt de immuunziekte – en hiv, het virus dat aids veroorzaakt – voor veel ellende. Gelukkig is cannabis een bewezen effectief medicijn hierbij! Vijf redenen waarom, met wetenschappelijke onderbouwing.

Hiv en aids

Met hiv/aids wordt een aantal aandoeningen aangeduid die door het humaan-immunodeficiëntievirus (hiv) worden veroorzaakt. Wereldwijd zijn ongeveer 35 miljoen mensen met het hiv-virus besmet en sinds de jaren tachtig heeft aids rond de 36 miljoen sterfgevallen veroorzaakt. Men heeft aangetoond dat cannabis uitzonderlijk effectief is bij de behandeling van verschillende belangrijke symptomen van hiv/aids (acquired immuno-deficiency syndrome). Hier komen de 5 belangrijkste voordelen:

1. Eetlustbevorderend

a1Uit een onderzoek uit 2005 onder 523 hiv-positieve patiënten bleek dat 143 ondervraagden (27%) hun symptomen met cannabis onder controle hielden. Van deze groep meldde een overgrote meerderheid (97%) dat hun eetlust verbeterde. In 2007 werd een dubbelblind onderzoek naar de effecten van gerookte cannabis en dronabinol gedaan. Dronabinol is een synthetische vorm van THC. Uit dit onderzoek bleek dat vergeleken met een placebo zowel cannabis als dronabinol op een dosisafhankelijke manier de calorie-inname verhoogden. Het effect werd gekenmerkt door een toename van het aantal eetmomenten.

Hoewel iedereen tijdens een eetmoment bovendien gemiddeld 404 kcal binnenkreeg, veranderde de verdeling van de voedingsstoffeninname aanzienlijk door cannabis en Dronabinol. Wanneer een patiënt de placebo kreeg, haalde hij 51% van zijn voedingsstoffen uit koolhydraten, 36% uit vet en 13% uit eiwitten. Wanneer hij dronabinol kreeg, nam de vetconsumptie toe tot 40%, terwijl de consumptie van koolhydraten afnam. Wanneer hij cannabis kreeg, daalde de eiwitconsumptie tot 11%, terwijl de vetconsumptie meestal toenam.

Bij toediening van een hoge dosis cannabis en dronabinol nam het lichaamsgewicht van de patiënt aanzienlijk toe. Bij gebruik van een placebo was het gemiddelde gewicht van de proefpersonen 77,5 kg. Na vier dagen cannabis waren de patiënten 1,1 kg aangekomen en na vier dagen dronabinol 1,2 kg.

2. Misselijkheidsremmend

a2Misselijkheid is een veelvoorkomend symptoom van een hiv-besmetting en met het vorderen van de ziekte kunnen de oorzaken van de misselijkheid steeds ingewikkelder worden. Misselijkheid kan ontstaan door problemen in het maagdarmkanaal, een hepatorenale stoornis, een aandoening van het centrale zenuwstelsel of door een behandeling van de ziekte.

Het is algemeen bekend dat cannabinoïden en bepaalde soortgelijke synthetische stoffen de symptomen van misselijkheid bij hiv/aids-patiënten tegen kunnen gaan. De Amerikaanse Food & Drug Administration  (voedsel- en medicijnenautoriteit) heeft de THC-analoog dronabinol zelfs goedgekeurd voor de behandeling van misselijkheid en verlies van eetlust als gevolg van kanker en hiv. In 1995 werd een vroeg onderzoek gepubliceerd naar dronabinol als behandeling voor door aids veroorzaakte verlies van eetlust en daarin concludeerde men dat de misselijkheid van de patiënten met gemiddeld 20% verbeterde.

Uit het eerdergenoemde patiëntonderzoek uit 2005 bleek dat 93% van de hiv-positieve cannabisgebruikers na het roken subjectieve verbetering van de misselijkheid meldden. In een ander onderzoek uit 2005 ontdekte men dat bij hiv-positieve patiënten die last van misselijkheid hadden, er een grotere kans was dat de cannabisgebruikers zich aan hun antiretrovirale therapie hielden dan degenen die geen cannabis gebruikten. Een patiënt die geen last van misselijkheid had, ging zich bij cannabisgebruik niet duidelijk beter aan de therapie houden, wat erop duidt dat de opvolging van de therapie vergroot werd door de misselijkheidssymptomen te verbeteren.

3. Stemmingsverbeteraar/antidepressivum

a3Angst, depressie en stemmingsstoornissen komen vaak voor bij hiv/aids en kunnen worden veroorzaakt door een combinatie van negatieve fysiologische, psychologische en sociale druk. Uit het patiëntonderzoek uit 2005 bleek dat bij 93% van de ondervraagden de angst na het gebruik van cannabis werd verlicht, terwijl 86% meldde dat ook hun depressie verminderde.

In het eerdergenoemde dubbelblinde onderzoek uit 2007 naar cannabis en dronabinol ontdekte men dat beide stoffen de stemming van de ondervraagden verbeterden en een ‘goed drugseffect’ veroorzaakten, waardoor gevoelens van vriendschappelijkheid, stimulatie en zelfverzekerdheid toenamen. Interessant genoeg leek een lage dosis THC meer angst bij de proefpersonen op te wekken dan een hoge dosis THC of elke dosis dronabinol.

4. Pijnstillend

a4Hiv/aids kan hevige en slopende pijn veroorzaken, die ontstaat door verschillende complexe oorzaken, waaronder gewrichts-, zenuw- en spierpijn. Uit een transversaal onderzoek uit 2011 onder 296 sociaaleconomisch achtergestelde patiënten bleek dat 53,7% hevige pijn had, 38,1% gemiddelde pijn en 8,2% milde pijn. Meer dan de helft van de proefpersonen had een opioïde pijnstiller voorgeschreven gekregen. Hevigere pijn bleek ook samen te hangen met het voorkomen van depressie.

In het patiëntonderzoek uit 2005 ontdekte men dat cannabisgebruik bij 94% van de ondervraagden spierpijn verlichtte. 90% meldde ook verbetering bij neuropathie (zenuwpijn) en 85% bij paresthesie, een brandend, tintelend en prikkend gevoel. Het feit dat cannabis aanzienlijke, subjectieve langetermijnverlichting van chronische pijn bij hiv/aids-patiënten kan geven, is iets om te onthouden. Veiligere en mogelijk goedkopere medicijnen die bij achtergestelde groepen in plaats van opiaten zouden kunnen worden gebruikt, kunnen meerdere positieve gevolgen hebben, waaronder een afname van door opiaten veroorzaakte sterfgevallen en een grotere beschikbaarheid van medicijnen voor degenen die deze nodig hebben.

5. Vermindering van perifere neuropathie

Een specifieke en bijzonder gangbare soort pijn bij hiv/aids is perifere neuropathie, waarbij een of meer zenuwen van het perifere zenuwstelsel, dus elk deel van het zenuwstelsel buiten de hersenen en het ruggenmerg, beschadigd raken en pijn, zenuwtrekken, paresthesie, spierverlies en een aangetaste coördinatie veroorzaken. Men heeft aangetoond dat de symptomen van perifere neuropathie bij hiv/aids en andere aandoeningen, door cannabis verminderd kunnen worden.

a5Naast de hierboven genoemde subjectieve meldingen over verminderde zenuwpijn en paresthesie heeft men in verschillende andere onderzoeken het vermogen van cannabis om perifere neuropathie bij hiv/aids-patiënten te verminderen onderzocht. In 2007 werd in de VS, Puerto Rico, Colombia en Taiwan een patiëntonderzoek gedaan, waaruit bleek dat 67 van de 450 patiënten met perifere neuropathie melding maakten van cannabisgebruik om hun symptomen te verbeteren.

Uit een gerandomiseerd placebogecontroleerd onderzoek, dat ook in 2007 werd gepubliceerd, bleek dat bij 52% van de groep cannabisgebruikers de pijn met meer dan 30% was verminderd, terwijl dat in de controlegroep met slechts 24% was. Bovendien waren er geen ernstige bijwerkingen. De eerste joint die een cannabisgebruikende patiënt rookte, verminderde de chronische pijn met gemiddeld 72%, vergeleken met 15% in de placebogroep.

In 2009 concludeerde men in een dubbelblind, placebogecontroleerd cross-overonderzoek naar de werkzaamheid van cannabis bij de vermindering van perifere neuropathie dat van de 28 proefpersonen bij 46% van de mensen uit de cannabisgebruikende groep de neuropathie met meer dan 30% was verminderd, terwijl dit voor 18% van de controlegroep gold, en dat de stemming en het algehele functioneren tijdens het onderzoek in vergelijkbare mate verbeterden.

Dit artikel is geschreven door Seshata en verscheen eerder op het weblog van Sensi Seeds

 

(advertentie)