- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
10 (denk)fouten van beginnende thuiskwekers
(Denk)fouten maken we allemaal, en helemaal als we iets voor het eerst doen. Met wiet kweken is dat niet anders. Maar dat iets logisch lijkt en ook logisch klinkt, maakt het nog niet goed voor wietplanten. kortom, we geven je tien veel gemaakte (denk)fouten van beginnende wietkwekers. Aan welke maak jij je schuldig?
Wietplanten hebben net als andere planten water, licht en voeding nodig. Maar wat voor perkplanten of de planten op je vensterbank goed is, is niet automatisch ook voor wietplanten geschikt. Andere veel gemaakte kweekfouten zijn zelfs tot een soort mythes uitgegroeid, gewoon omdat ze door zoveel mensen herhaald worden. Tijd dus voor een waarschuwing, zorg dat je deze (denk)fouten niet maakt als je een paar wietplanten gaat kweken.
1: Zaai- en stekgrond is goed voor zaailingen en wietstekken
Zaai- en stekgrond wordt verkocht, dus zal het ook wel goed zijn om wietzaadjes in te laten ontkiemen. Fout! Zaai- en stekgrond is nooit goed voor wietplanten, en dus ook niet voor jonge zaailingen of pas gesneden wietstekjes. Zaai- en stekgrond bevat namelijk heel veel zand en geen voeding, en wietplanten houden juist van een luchtige bodem, en hebben ook vanaf het begin een beetje voeding nodig. Zaai- en stekgrond verstikt je jonge wietplantje, en hongert hem langzaam uit. Vermijd het daarom als de pest!
2: Biologisch afbreekbare potjes zijn handig
Hoe handig het ook lijkt om je plantje met potje en al in te kunnen graven bij het verpotten; biologisch afbreekbare potjes zijn NIET goed voor jonge wietplantjes. Ze breken namelijk veel te langzaam af waardoor de wortels er niet doorheen kunnen groeien. Gebruik biologisch afbreekbare potjes dus niet voor wietplantjes maar neem liever een klein vierkant plastic plantenpotje met afwateringsgaten, en verpot je wietplant als ze die ontgroeid is.
3: Autoflowers moet je niet toppen
Toen autoflowers net op de markt kwamen, waren ze genetisch nog niet zo goed als vandaag de dag. De eerste autoflowers werden daardoor niet erg groot, en begonnen vrijwel meteen te bloeien. Ze hadden geen tijd voor herstel, en konden daarom beter niet getopt worden. Moderne autoflowers worden echter flink groter, en kun je gerust een keer toppen. De plant ontwikkelt daardoor meer zijtakken, en levert vaak meer wiet op. Autoflowers kun je dus ook gewoon toppen als je wil.
4: Een laag kleikorrels zorgt voor een goede afwatering
Niet alleen beginners maar ook gevorderde kwekers maken deze denkfout. En toegegeven, het klinkt ook heel logisch. Toch zorgt een laag kleikorrels of kiezels of iets dergelijks onderin je pot, niet voor een betere afwatering. Dat heeft de wetenschap achterhaald. Het blijkt dat water zich juist moeilijker verplaatst van een dichte structuur naar een open structuur, en dat heeft alles te maken met de capillaire werking van water. Wanneer aarde namelijk op een open laag van bijvoorbeeld kiezels ligt, zal water pas uit die aarde trekken, als dat helemaal en 100% verzadigd is. Niet doen dus, zo’n laag kleikorrels op de bodem van je plantenpot.
5: Autoflowers moet je niet verpotten
Om dezelfde reden als je autoflowers beter niet zou moeten toppen, werd vroeger ook gezegd dat je ze beter niet zou moeten verpotten. Moderne autoflowers hebben echter genoeg tijd om een keer verpot te worden. We raden dat juist aan, omdat je een veel mooier wortelgestel krijgt als je je autoflower eerst een paar weken in een klein potje laat voorgroeien. Bovendien is het veel makkelijker water geven in een klein potje, zolang je autoflower nog een zaailing is.
6: Wietplanten moet je twee weken spoelen
Over spoelen zijn de meningen verdeeld. Veel kwekers zeggen dat je wietplanten de laatste twee weken alleen maar water zou moeten geven (spoelen) omdat de wiet daardoor beter van smaak zou worden, en minder scherp zou aanvoelen in je keel. Veel mensen denken dat je zo overtollige voeding uit je toppen haalt maar dat is niet het geval. Het enige dat je met spoelen doet, is de grond spoelen waardoor je plant langzaam vergeelt en wat chlorofyl (bladgroen) kwijtraakt. En omdat chlorofyl enigszins bitter smaakt, zou dit de smaak van je wiet ten goede komen.
Wij zijn echter van mening dat je beter niet kunt spoelen, en wel om twee redenen. De eerste is dat je door spoelen geen voeding kwijt kunt raken, want er wordt helemaal geen voeding opgeslagen in wiettoppen. Daarnaast zorgt het spoelen vaak voor te vroeg geoogste toppen. Om de laatste twee weken te kunnen spoelen moet je vooraf namelijk goed kunnen inschatten wanneer de plant oogstrijp zal zijn. Veel kwekers gaan daar de mist in, en oogsten dan te vroeg, omdat ze niet goed inschatten hoe lang hun wietplanten nog moeten bloeien. Spoelen kun je prima achterwege laten, mits je je wiet na het drogen wel goed laat rijpen (curen).
7: Voeding zorgt voor dikkere toppen
Als je wietplanten met mensen of dieren vergelijkt, dan zou je denken dat voeding inderdaad voor dikkere toppen zorgt. Planten halen hun energie echter niet uit hun eten, maar maken hun eten (glucose) zelf met behulp van (zon)licht. Plantenvoeding kun je daarom beter vergelijken met vitaminen en mineralen. Planten hebben voeding nodig maar worden dikker door licht. Hoe meer licht, hoe groter de planten. Grote wietplanten hebben wel wat meer voeding nodig.
8: Zaailingen moet je ondersteunen met een stokje
Soms groeien zaailingen snel de hoogte in, en worden dan lange dunne en iele plantjes die niet zelf rechtop kunnen blijven. Dat komt in feite door een gebrek aan licht; om meer licht op te vangen probeert het plantje dat hogerop te zoeken.
Zulke wietplantjes moet je zeker niet ondersteunen, want dan worden ze langzamerhand nog veel slapper. Het is beter om ze even te verpotten en dan wat dieper in te graven. Je kunt de steeltjes ingraven tot aan de kleine ronde lobblaadjes. Er groeien dan snel nieuwe wortels uit het ondergrondse deel van de stelen, en je plantje is weer lekker kort en sterk. Zorg wel voor wat meer licht want anders blijft je wietplantje strekken. Van een beetje wind wordt het steeltje ook sterker en dikker.
9: Te hoge wietplanten kun je beter opzij zetten
Als je binnen meerdere wietplanten onder een kweeklamp kweekt, dan steekt er weleens een boven de rest uit. En wanneer die dan erg dicht bij de lamp dreigt te komen, schuiven kwekers die planten wel eens naar de zijkant van de tent of kweekkast. Hoewel dit inderdaad een confrontatie met de lamp voorkomt, is het niet de beste tactiek. Hoge wietplanten zullen namelijk juist nóg hoger worden als je ze verder van de lichtbron zet. Beter is het om zulke uitschieters te supercroppen, en juist goed in het licht te zetten.
10: Regenwater is beter dan kraanwater voor wietplanten
Vooral biologische wietkwekers gebruiken soms regenwater in plaats van kraanwater. Je ziet dan ook veel Amerikaanse kwekers die regenwater of omgekeerd osmose water gebruiken. Dat komt omdat Amerikaans kraanwater vaak veel chloor bevat. In Nederland en België is kraanwater echter prima, en een veel betere keus dan regenwater. Regenwater heeft namelijk een te lage pH-waarde, en mist ook calcium waardoor er vaak calcium/magnesium gebreken ontstaan bij het gebruik van regenwater. Hou het dus liever bij kraanwater, of filter het met een omgekeerd osmose filter als je denkt dat jouw kraanwater niet goed genoeg is.