- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
10 tips en trucs over binnenwiet, licht en voeding
Wie binnen wietplanten gaat kweken krijgt onherroepelijk te maken met kunstlicht en plantenvoeding uit flessen. Als je wil weten wat je hiermee wel en niet moet doen, lees dan even door. We geven je namelijk 10 handige tips en trucs over binnenwiet, licht en bemesting.
Wie buiten weleens een wietplant heeft gekweekt, die weet dat dat eigenlijk helemaal niet zo moeilijk is. Buiten gaat de zon namelijk iedere dag vanzelf op tijd aan en weer uit, en je plant krijgt water en voeding van moeder natuur zelf.
Binnen is het echter anders. Daar moet je als kweker namelijk zelf voor het licht en het water en de voeding voor je plant(en) zorgen. Om je op weg te helpen zijn hier 10 handige tips en trucs voor de beginnende binnenkweker, over licht en bemesting.
1. Wietplanten…
… worden niet evenredig groter naarmate je ze meer plantenvoeding geeft. Ze zijn echter ook niet gebaat bij een schraal dieet maar floreren bij precies de juiste hoeveelheid meststoffen. Geef daarom nooit meer maar liefst nog iets minder dan de aangeraden hoeveelheid plantenvoeding op de fles.
Gebruik je minerale plantenvoeding in plaats van biologische, dan kun je de sterkte van het voedingswater meten met een EC-meter. Blijf daarbij altijd onder een EC-waarde van 2,3 want dat is wel zo’n beetje het maximum voor een grote wietplant. Bouw de sterkte langzaam op naarmate je wietplant groeit, dus start met een minimale EC (0,5 tot 1) voor zaailingen.
2. Veel kweekproblemen…
… hebben een oorzaak die in de grond te vinden is. Vaak is de pH-waarde te laag of te hoog, waardoor wietplanten hun voeding niet goed kunnen opnemen. Het komt ook vaak voor dat er te veel of te weinig voeding in de grond zit.
Meet daarom ook eens de pH- en de EC-waarde van je aarde. Neem hiervoor een glas water en zuur het aan met pH-min tot het een pH-waarde van 7,0 heeft (of gebruik pH-neutraal gedemineraliseerd water). Doe er een eetlepel van je aarde bij, even roeren en een half uurtje laten staan. Als je dit nu meet krijg je een goed beeld van de pH- en EC-waardes in de grond.
3. Licht…
… is cruciaal voor wietplanten. Zonder licht kan er geen fotosynthese plaatsvinden. In de nacht is het echter ook belangrijk dat je wietplanten in het pikkedonker staan. Laat daarom geen licht van buiten in je kweekkast of -tent lekken.
In de groeifase hoeft zo’n lichtlek nog niet zo’n probleem te zijn maar als er licht lekt in de bloeifase kan dit wel problemen opleveren. Je kan er hermafrodiete wietplanten en fluffy topjes door krijgen, en als er te veel licht in je kweekruimte lekt gaat je plant misschien wel helemaal niet in bloei.
4. Bij kweekproblemen…
… is het belangrijk om te weten wat de mogelijke oorzaken kunnen zijn, en wat je als laatste hebt gedaan. Houd daarom altijd een kweeklogboek bij. Schrijf alles op wat je doet. Hoeveel water je geeft en op welk moment, en hoeveel voeding en welke voeding. Schrijf ook op wat de plant doet. Krijgen de blaadjes een gele kleur of vlekken, of krullen ze op? Door je logboek kom je snel achter de oorzaak van een probleem kan zijn.
5. Hoe meer kweeklicht…
… hoe meer wiet je wietplanten zullen produceren. Het is daarom belangrijk dat de wanden van je kweekruimte het licht zo goed mogelijk reflecteren. Gebruik hier echter geen spiegels voor, of aluminiumfolie of witte hoogglans verf.
Licht moet bij een spiegel namelijk eerst twee keer door een glasplaat heen voordat het wordt weerkaatst, en hierbij gaat veel licht verloren. Aluminiumfolie oxideert snel waardoor het zijn reflecterende waarde verliest, en hoogglans verf zorgt ervoor dat het licht in geconcentreerde bundels wordt weerkaatst.
De beste reflecterende wanden weerkaatsen een diffuus licht. Gebruik daarom ofwel matte witte wanden of speciale reflectiefolie. Kant en klare kweekkasten en kweektenten zijn al van zo’n reflecterende wand voorzien.
6. Stof en vuil…
… op je LED kweeklamp of op de bulb en de reflector van je HPS of CMH-kweeklamp houdt meer licht tegen dan je denkt. Veeg je kweeklamp daarom regelmatig schoon met een droge en schone doek. Zo gaat er geen licht verloren, en blijft je kweeklamp veilig en optimaal zijn werk doen.
7. HPS en CMH-kweeklampen…
… zijn relatief voordeliger dan LED kweeklampen en daarom voor veel beginners de eerste keus. Zorg echter wel dat je op de hoogte bent van hoe je zo’n lamp aan moet sluiten. Sluit dus geen 600 Watt bulb aan op een 400 Watt ballast, en gebruik de juiste ballast bij de juiste lamp.
Een HPS ballast of voorschakelapparaat past dus ook niet zomaar op een CMH lamp of andersom. Verkeerd aansluiten van HPS of CMH lampen kan resulteren in een kortsluiting, een kleine explosie of vuur. Laat je daarom goed voorlichten!
8. In de groeifase…
… hebben wietplanten een andere voedingsbehoefte dan in de bloeifase. Gebruik in de groeifase daarom ook groeivoeding en in de bloeifase bloeivoeding. Stap pas over van groeivoeding op bloeivoeding als je ziet dat je wietplanten ook echt in bloei staan. Bloeivoeding zorgt er namelijk niet voor dat wietplanten gaan bloeien, want dat doe je door het lichtschema aan te passen.
9. Denk na over…
… het soort plantenvoeding dat je gebruikt. Je kunt kiezen uit een biologische voedingslijn voor wietplanten en een minerale voedingslijn. Minerale voeding bevat alle benodigde mineralen voor wietplanten in een direct opneembare vorm, terwijl biologische plantenvoeding vooral organisch gebonden mineralen bevatten.
Minerale voeding is helder van kleur en gebruik je vooral in hydrosystemen. Biologische plantenvoeding gebruik je als je op aarde kweekt, en werkt extra goed in combinatie met nuttige bacteriën en nuttige bodemschimmels.
10. Gebruik geen plantenvoeding…
… waar ammoniak in zit. Ammoniumnitraat (NH4NO3) komt het meeste voor en zit bijvoorbeeld in Pokon. Het beschadigt de wortels en doodt de kleinste jonge worteltjes zoals die van een stekje of zaailing.