(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Heerlijk, wat een frisse lucht na het vertrek van anti-wiet brombeer Opstelten. Vandaag dringt Jan Paternotte, D66 fractieleider in Amsterdam, aan op verandering – regulering – van het cannabisbeleid. Want ‘na het vertrek van Opstelten kan de 21ste eeuw beginnen’!

Jan Paternotte over het wietbeleid

Vorige week nog gaven we het RollingStoned-podium aan de Piratenpartij, onder de kop ‘Piratenpartij over zinnig cannabisbeleid’, maar we staan natuurlijk open voor alle partijen die iets zinnigs te melden hebben over wiet. Zoals D66 bijvoorbeeld, dat onlangs al via Magda Berndsen een wetsvoorstel in de Tweede Kamer indiende over de wietteelt, wat wij toen aankondigden met ‘D66 daagt Opstelten uit met wietvoorstel’. Vandaag gaat D66 daar nog eens dunnetjes overheen met een sterk opiniestuk van de Amsterdamse fractievoorzitter (en met zijn 30 jaar nu al de coming man in de partij) Jan Paternotte.

Jan Paternotte, D66-voorman in coffeeshophoofdstad Amsterdam

Jan Paternotte, D66-voorman in coffeeshophoofdstad Amsterdam

Dit is zijn betoog, dat vanochtend ook in De Volkskrant werd gepubliceerd:

‘Opvolger van Opstelten: het is tijd voor verandering, wietteelt reguleren’

Geen minister van justitie heeft zoveel afkeer gehad van het Nederlands gedoogbeleid als Ivo Opstelten. Elke gelegenheid greep hij aan om strenger te worden op drugs: een wietpas om buitenlanders uit coffeeshops te weren, eisen aan gemeenten om coffeeshops te sluiten, een verbod op de verkoop van zaden en een klopjacht op wietplantages. Alles kwam uit de koker van Opstelten. Deze ‘oorlog tegen drugs’ kostte bakken met geld. Waar Nederland ooit vooruitstrevend was, worden we nu aan alle kant ingehaald. Landen als Uruguay en de Amerikaanse staten Alaska, Colorado en Washington hebben wiet legaal gemaakt. De nieuwe minister van justitie moet ons land weer met beide benen in de realiteit zetten.

55 burgemeesters tekenden vorig jaar de Joint Regulation, een appèl aan Opstelten om hen regulering van wietteelt toe te staan. De reden is simpel: een stad als Amsterdam – de stad met de meeste coffeeshops van de wereld – is permanent  een peloton  politieagenten kwijt aan het huidige, onhoudbare gedoogbeleid. Je mag verkopen, maar niet telen. Een krom systeem, met verregaande negatieve gevolgen.

Noodgedwongen crimineel

Coffeeshophouders zijn noodgedwongen om hun shop te bevoorraden via het criminele circuit. Er kan geen controle plaatsvinden op de sterkte, samenstelling en kwaliteit van de wiet, waardoor gezondheidsrisico’s onnodig groot zijn: wiet zit vaak vol met bestrijdingsmiddelen. De veiligheid in buurten is ook onnodig in het geding omdat er nu in woningen en zolderkamers gekweekt wordt. Maar liefst één op de vier branden in binnensteden wordt veroorzaakt door illegale hennepteelt. De politie is ondertussen bedolven onder het werk: 77% van de opsporingscapaciteit van politie wordt ingezet voor drugszaken. Die agenten kan een stad als Amsterdam beter gebruiken. Er is een liquidatiegolf, het aantal inbraken stijgt. Daar hebben bewoners van steden meer last van dan van softdrugs. En nu al moet Amsterdam rechercheurs lenen van steden als Utrecht en Den Haag.

11728988643_2f395b367f_z

Als het aan D66 ligt wordt Amsterdam weer het magisch centrum (voor blowers) wat het ooit was, door de wietteelt te reguleren bijvoorbeeld [foto: Patrick Hudepohl/Flickr]

‘Burgemeesters zijn niet bezig met het onderhouden van een imago als crimefighter, zoals Opstelten. Burgemeesters willen écht hun stad veiliger maken, en zetten politie dus liever in om boeven te vangen dan om wietplanten op te sporen’

Het repressieve beleid heeft meer problemen veroorzaakt. In Amsterdam heeft Opstelten afgedwongen dat een derde van de coffeeshops dicht moet. Gevolg is nu dat toeristen in het centrum in lange rijen voor de coffeeshop staan. Straatdealers grijpen hun kans, en verkopen illegale drugs aan de wachtende toerist, met alle risico’s van dien.  Ook brave coffeeshophouders die zich aan alle regels hielden moesten soms hun zaak sluiten.

De 21ste eeuw begint nu…

Eigenlijk is deze kritiek op de voormalige minister nauwelijks onderwerp van debat. Opstelten was tegen wietregulering, maar VVD-burgemeesters Jan van Zanen (Utrecht) en Antoine Scholten (Venlo) staan met de voeten in de klei, en trekken dezelfde conclusies als hun collega’s van D66 en de PvdA. Ook de VVD in de hoofdstad nam openlijk afstand van de minister. En dat is logisch. Burgemeesters zijn niet bezig met het onderhouden van een imago als crimefighter, zoals Opstelten. Burgemeesters willen écht hun stad veiliger maken, en zetten politie dus liever in om boeven te vangen dan om wietplanten op te sporen.

Opstelten heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie verlaten. Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en andere steden staan te springen om het Nederlands drugsbeleid de 21eeeuw in te loodsen. Beste opvolger van Opstelten, het is tijd voor verandering.

 

(advertentie)