- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Mr. Veldman: Nogmaals de ‘growshopwet’
Vanwege de vele vragen over de reikwijdte van het vage nieuwe artikel 11a van de Opiumwet, dat in de wandelgangen ‘growshopwet’ wordt genoemd, ga ik nogmaals in op het vanaf 1 maart aanstaande geldende nieuwe delict voorbereidende handelingen. Hobbykwekers en de meeste ondernemingen in de branche hoeven zich niet uit angst onder de grond te verstoppen. Het gaat minister Opstelten om de grote professionele vissen…
Allereerst wijs ik de lezer op het feit dat de term ‘growshopverbod’ misleidend is omdat alle stoffen van lijst 2 vallen onder de nieuwe voorbereidingshandeling. Dus ook alle spullen om paddo’s te kweken kunnen een strafbare handeling opleveren.
Welke gedragingen worden verboden?
Het gaat om gedragingen die de georganiseerde grootschalige hennepteelt faciliteren. Denk hierbij aan het verhuren van een loods, wetende dat de huurder een grote hennepplantage gaat opzetten, of het leveren van attributen waarvan voor een ieder volstrekt duidelijk is dat deze zullen worden gebruikt voor de grootschalige hennepteelt. Bij dit laatste voorbeeld doemen de meeste vragen op.
Minister langdurig ondervraagd
Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer heeft de minister 4 november jl. een vragenvuur van Kamerleden moeten beantwoorden en is enigszins (maar lang niet helemaal) duidelijk geworden wat de wetgever precies bedoelt met de zinsnede dat iemand ‘ernstige reden heeft om te vermoeden’ dat materialen zijn bestemd om te worden gebruikt in de grootschalige hennepteelt.
Concreet: Wat moet de officier van justitie bewijzen?
Met ‘ernstige reden om te vermoeden’ wordt bedoeld dat iemand strafbaar is als hij minimaal handelt met bewuste schuld. Daarvan is sprake bij een situatie waarin elk weldenkend mens het handelen achterwege had moeten laten omdat het voor hem duidelijk is dat hij of zij daarmee de grootschalige hennepteelt faciliteert door deze voor te bereiden. Dit moet voorzienbaar zijn, specifieke kennis is niet vereist.
Er moet sprake zijn van bijvoorbeeld verwijtbaar wegkijken onder zeer verdachte omstandigheden. Je kunt je mijns inziens niet met succes op oprechte naïviteit beroepen als je 100 lampen met een daarbij behorend aantal afzuiginstallaties, filters, een elektrobord van 60 ampère en een klimaatbeheerser verkoopt aan een anonieme afnemer die contant betaalt.
Geen onderzoeksplicht voor de verkoop anders dan uit een growshop
De minister heeft benadrukt dat de nieuwe bepaling geen onderzoeksplicht voor een verkoper van de GAMMA of een tuincentrum wordt geïntroduceerd. Een verkoper hoeft dus geen argwaan te hebben als hij goederen verkoopt die ook voor de professionele hennepteelt kunnen worden gebruikt. Datzelfde geldt voor een leverancier van koel- en vriestechniek of aircosystemen als hij deze apparatuur verkoopt aan een klant. Winkeliers en dienstverleners hebben geen algemeen geldende onderzoeksplicht, zo benadrukte de minister meermalen. Als zij echter worden geconfronteerd met verdachte omstandigheden die wijzen op een gebruik in professionele hennepplantages dan mogen zij niet meewerken.
Neem bijvoorbeeld de verhuur van loodsen. Ook daar ontbreekt de onderzoeksplicht. Pas als er signalen zijn dat de loods zal worden gebruikt als hennepplantage dan mag de verhuurder niet verhuren. Op dit punt verandert er weinig aan de bestaande jurisprudentie van onderverhuur aan henneptelers. De officier van justitie moet dus met concrete bewijzen komen dat de verhuurder er minimaal van heeft geweten. Dat is nu ook al zo.
Er worden wel degelijk eisen gesteld aan de bewijslast voor de officier van justitie. Het gaat om meer dan onachtzaamheid of onoplettendheid. Deze twee vallen uitdrukkelijk niet onder de wetsbepaling.
De thuisteler moet uiteraard gewoon zijn spullen kunnen blijven kopen en de verkoper daarvan is niet strafbaar. De verkoop aan deze branche verandert dus niet
Het wordt allemaal heel vaag doordat bewuste schuld de ondergrens vormt van strafbaar handelen. Dat schuurt tegen (voorwaardelijk) opzettelijk handelen aan. Van dit laatste is sprake als iemand de aanmerkelijke kans loopt grootschalige hennepteelt te faciliteren en deze kans op de koop toe neemt.
Of het bewijs geleverd kan worden hangt steeds af van concrete feiten en omstandigheden van het geval. De rechter zal deze secuur moeten wegen. In de parlementaire behandeling wordt nadrukkelijk gewezen op de aard van de spullen en de combinatie ervan.
De minister legde op veler verzoek het verschil tussen (voorwaardelijk) opzettelijk handelen en bewuste schuld meerdere keren uit, maar raakte verstrikt in het verschaffen van duidelijkheid, zodat de vragen van Kamerleden inhoudelijk onvoldoende werden beantwoord.
Hoe denkt de minister dit verbod te handhaven?
Door de inzet van maar liefst 125 extra politiemensen wil de minister dit zoveelste verbod handhaven. Als we bedenken dat er jaarlijks tussen 5.000 en 6.000 hennepplantages worden geruimd dan weet iedereen dat 125 man de bekende druppel op de gloeiende plaat is.
Thuisteler voor eigen gebruik wordt ongemoeid gelaten
Moet de eerzame thuisteler zich druk maken? Nee, de minister antwoordde dat afhankelijk van de omstandigheden deze teelt een lagere opsporingsprioriteit krijgt in het vervolgingsbeleid van de officier van justitie. De thuisteler moet uiteraard gewoon zijn spullen kunnen blijven kopen en de verkoper daarvan is niet strafbaar. De verkoop aan deze branche verandert dus niet.
Wanneer gaat het openbaar ministerie beginnen met de handhaving?
Na 1 maart zullen alle growshops worden benaderd en worden zij gewezen op mogelijk strafbaar handelen. Door te dreigen met ingrijpen bestaat er hoop dat growshops eieren voor hun geld kiezen. De minister: ‘Degenen die doorgaan, zullen daarna aangepakt en opgerold worden’. Zo kennen we hem weer. Zijn kenmerkende robuuste taalgebruik heeft er alleen maar toe geleid dat de situatie in de grote telerswereld in de ogen van justitie volledig uit de hand is gelopen, maar elk besef dat ook deze nieuwe verbodsbepaling zijn doel zal missen is de minister vreemd.
Oude growshops allang verdwenen
Growshops verheugen zich al vanaf 2008 in toenemende belangstelling van de politie. Alle growshops zijn destijds door bijvoorbeeld de Amsterdamse politie aangemerkt als ontmoetingsplaatsen waar beroepscriminelen plegen samen te komen en om deze reden onder observatie genomen. Dit heeft tot vele invallen geleid en vervolgens ook tot een aanpassing van de bedrijvigheid.
Door deze nieuwe wetsbepaling zullen growshops in de oude vorm verdwijnen, zo hoopt men. Wat daarbij is vergeten is dat deze ouderwetse growshops allang zijn verdwenen. Bestaande growshops hebben een nieuwe markt aangeboord en gaan als tuincentra door het leven. De meest karakteristieke attributen voor grootschalige hennepteelt zullen bij verschillende andere verkooppunten worden aangeboden. Voor de algemene tuindersspullen geldt dat de verkoper geen onderzoeksplicht heeft. Vooral de growshop die alle karakteristieke voorwerpen in één handeling verkoopt en dat ook nog in grote hoeveelheden loopt gevaar. De jurisprudentie zal toekomstig uitwijzen welke artikelen onder de voorbereidingshandeling vallen. Dat zal een bonte verzameling uitspraken opleveren.
Grote teler mijdt growshop al jaren
Iedere ingewijde weet overigens dat de professionele hennepteler al jaren niet meer bij growshops zijn spullen haalt. Die grote jongens zal de politie daar nooit aantreffen. Alleen daarom al schiet het growshopverbod zijn doel volledig voorbij. Deze conclusie zal de politie met de inzet van 125 man extra na een jaar zelf ook trekken.
Het growshopverbod is immers uitsluitend gericht op deze grote jongens die, jullie raden het al, zich absoluut niet druk zullen maken over deze heisa.
(advertentie)