Topstories

(advertentie)

‘De Cannabis Sativa plant (hennepplant) verdwijnt binnen 5 jaar van de (verboden) lijst van roesmiddelen van de Opiumwet’. Dat feit en hoe dit dan precies komt schrijven onze vaste advocaat en columnist mr. Maurice Veldman en zijn Rotterdamse collega’s lonka A. Kamans en Tim van der Eerden in een open brief aan de minister van Veiligheid & Justitie Ivo Opstelten. Een nette, zinnige brief welteverstaan!

Geachte heer Opstelten,

 ‘The war on drugs has been an utter failure. We need to rethink and decriminalize our marijuana laws’

Deze woorden sprak Barack Obama al in 2004  tijdens een debat op Northwestern University, toen hij campagne voerde voor een zetel in de US Senaat.  Dit jaar voegde hij hieraan toe dat marihuana (hennep) niet gevaarlijker is dan het drinken van alcohol.

Dit jaar is de discussie over het internationale drugsbeleid weer opgelaaid.  Zoals u bekend zijn in Uruguay, België, Portugal, Spanje, Tsjechië en de deelstaten Californië, Colorado en Washington vandaag de dag vormen van gereguleerde en gelegaliseerde cannabisteelt te vinden.

Met woord en daad was Nederland wereldwijd bezien decennialang de hoeder van een verstandig softdrugsbeleid. De resultaten waren succesvol: in vergelijking met andere Europese landen kent Nederland minder doden onder jongeren door harddrugsgebruik. Blowers komen hier niet in aanraking met een criminele omgeving dankzij het bestaan van coffeeshops. Deze wapenfeiten zijn thans ingeruild voor repressie van de hele cannabisbranche. Door de wietpas zijn in het Zuiden des lands illegale verkooppunten als paddestoelen uit de grond geschoten. De overheid lijkt uit het oog te zijn verloren dat coffeeshops een maatschappelijke functie bekleden.

Prominente burgers en burgemeesters voor legalisering

In Nederland verscheen al op 18 mei 2010 een opinieartikel met daarin een pleidooi voor het legaliseren van drugs. Dit pleidooi was geschreven door uw partijgenoot Frits Bolkestein en mede ondertekend  door andere prominente Nederlanders zoals oud-minister Els Borst en hoogleraar strafrecht Theo de Roos. Op goede gronden betoogde de heer Bolkestein dat de productie van cannabis gereguleerd moest worden. Gemeenten stonden voor de kweek van cannabis in de rij.  Toentertijd was al twee keer een motie van die strekking in de Tweede Kamer aangenomen. Dit jaar deed een grote groep burgemeesters op eigen initiatief door middel van het manifest Joint Regulation een krachtige oproep aan u om de cannabisteelt te reguleren en droeg allerlei initiatieven hiertoe aan.

Wij zijn allen getuige van een ontwikkeling die ertoe zal leiden dat cannabis sativa internationaal bezien spoedig niet langer een verboden product is. Deze plant had in onze visie sowieso nooit op deze lijst van verboden middelen terecht moeten komen, dus alle reden deze er nu zo snel mogelijk af te halen.

De vraag die nu voorligt is de volgende: op welke manier gaat Nederland in de tussentijd (tot aan het schrappen van de Cannabis Sativa plan van de verboden lijst) weer die voortrekkersrol spelen waar we trots op kunnen zijn  in de wereld?

Het nalaten van het regelen (op juridisch vlak dan) van de kweek en dus de bevoorrading van de coffeeshop leidde tot een juridisch monster

Voordat wij u een suggestie hiertoe willen aanreiken, vatten wij nog eens kort voor u samen welke signalen van rechters u de laatste twee jaar in Nederland krijgt aangereikt.

De basis voor het fenomeen coffeeshop ligt in de richtlijn van het College van Procureurs Generaal in 1996. In dat jaar is een blauwdruk geschreven voor de voorwaarden waaronder in Nederland in (kleine) horecazaken cannabisproducten mochten worden verkocht. Het gaat dan om de zogenaamde AHOJG – gedoogcriteria.

Een klein detail ontbrak evenveel in de progressieve richtlijn van het college van procureurs-generaal: een regeling voor de zogenaamde achterdeur. Het nalaten van het regelen (op juridisch vlak dan) van de kweek en dus de bevoorrading van de coffeeshop leidde tot een juridisch monster: steeds werden én worden coffeeshopexploitanten, eigenaars, medewerkers, voorraadhouders, kwekers; kortom de hele keten, door het openbaar ministerie vervolgd,  berecht én veroordeeld door rechters voor het kweken en aanhouden van hoeveelheden hennep buiten de coffeeshop om.

Kentering bij rechters sinds 2012

Sinds 2012 is er echter een kentering zichtbaar in de houding van rechters ten opzichte van het hypocriete gedoogbeleid. In een reeks vergelijkbare uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven uit het hele land worden de eigenaren, exploitanten en medewerkers niet langer bestraft in zaken waar grote hoeveelheden softdrugs door de politie werden aangetroffen op locaties gelegen buiten de coffeeshop.  In al deze zaken ging het om externe handelsvoorraden softdrugs, bestemd voor coffeeshops.

Het voorlopig laatste hoogtepunt in deze reeks is de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van vorige week van coffeeshop Superfly. Het ging hierbij om een externe bedrijfsvoorraad van 107 kilo softdrugs en 5432 voorgedraaide joints . De rechtbank hield rekening met de ‘business filosofie’ achter coffeeshop Superfly, namelijk die van een ‘upscale’ coffeeshop die een uitgebreid assortiment aan softdrugs verkoopt.

Twee weken geleden is – zoals u weet – ook de eerste revolutionaire stap gezet door rechters ten aanzien van de kweek van cannabis. De rechtbank Groningen oordeelde voor het eerst in de juridische geschiedenis dat verantwoorde telers met een goede bedrijfsvoering geen straf krijgen ten aanzien van het telen van cannabis bestemd voor twee coffeeshops.

Met deze reeks uitspraken geven de rechters een belangrijk signaal af. De politiek en het openbaar ministerie mogen dan ‘wegkijken’ van de achterdeur, de rechterlijke macht doet dat niet langer. Het tij moet keren.

Het is nu de tijd voor Nederland om opnieuw gidsland te zijn en voor te gaan in het creëren van een tijdelijke oplossing tot aan de legalisering van cannabis

Meneer Opstelten, deze ontwikkeling in het recht ten aanzien van de plant Cannabis Sativa, rolt  als een sneeuwbal de heuvel af en valt  niet meer te stoppen.

Over 5 jaar is de Cannabis Sativa-plant van de verboden lijst verdwenen als roesmiddel. Het is nu de tijd voor Nederland om opnieuw gidsland te zijn en voor te gaan in het creëren van een tijdelijke oplossing tot aan de legalisering ervan.

Nederland heeft in 1996 die voortrekkersrol genomen door als eerste land ter wereld de coffeeshops een maatschappelijk en juridisch bestaansrecht te geven. De eigenzinnige oplossing van destijds schreeuwt nu om een vervolg.

Grote leiders zijn in staat grote omwentelingen tot stand te brengen. Meneer Opstelten, wij vragen u toe te treden tot de groep van grote inspirerende leiders en aan te sluiten bij de imposante ‘Hall of Fame’ van gelijkgestemden als Kofi Annan,  Richard Branson en anderen die onlangs opriepen tot de legalisering van drugs, in het bijzonder marihuana.

Het Cannabis Sativa Company criterium

Voor nu willen wij u een simpele suggestie doen in uw zoektocht naar een oplossing voor het dilemma waarin u lijkt te verkeren (”internationaal gezien geen ruimte”). Uitbreiding van de richtlijn uit 1996 van het College van Procureurs Generaal zou kunnen volstaan. Slechts toevoeging van nóg een gedoogcriterium is voldoende, het CSC-criterium, Cannabis Sativa Company criterium volstaat: de teelt van de cannabisplant wordt toegestaan wanneer het gaat om de productie ervan voor coffeeshops. De voorwaarden zijn u al aangereikt door de vooruitstrevende rechters van de rechtbank in Groningen. Gewoon overnemen!

Als wij u behulpzaam kunnen zijn in het zoeken naar juridische creatieve oplossingen horen wij het graag. Wij hopen weer trots te kunnen zijn op Nederland als gidsland!

Mr. Ilonka A. Kamans, advocaat in Rotterdam

Mr. Maurice Veldman, advocaat in Amsterdam

Mr. Tim van der Eerden, advocaat in Rotterdam

(advertentie)