(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Wie verwacht dat de minister van Justitie helderheid verschaft over de growshopwet komt bedrogen uit. Daarom doet de in cannabis gespecialiseerde advocaat en RollingStoned-columnist van het eerste uur Maurice Veldman een dappere poging. Over de (il)legale verkoop van wietzaden, het kleinschalig thuiskweken versus bedrijfsmatige wietteelt en strafbaarheid – ook in het buitenland!

De minister over het growshopverbod en de verkoop van cannabiszaden

De verkoop van hennepzaden kan beslist onder het growshopverbod vallen. Dat stelde ik eerder, maar dit viel niet bij iedereen in goede aarde. Drie Kamerleden van D66 stelden de minister onlangs vragen over deze kwestie. Deze week antwoordde de minister. Hij zei het volgende.

Hennepzaad is weliswaar volstrekt legaal, maar de verkoop ervan kan onder omstandigheden wel degelijk een strafbare voorbereidingshandeling opleveren. Dat is het geval wanneer de verkoper ernstige reden heeft te vermoeden dat hij de grootschalige teler voorziet van zaden. Dat tijdens de parlementaire behandeling het woord hennepzaad nooit als voorbeeld is genoemd van artikelen die onder de strafbepaling kunnen vallen, betekent niet dat de verkoop van hennepzaad nooit strafbaar is, aldus de minister.

Wat is beroepsmatig?

v-1

Hollandse hennepzaden zijn (nu nog) een begrip over de hele wereld…

De minister staat vervolgens stil bij de vraag wat beroepsmatige teelt of teelt van grote hoeveelheden is. Daarover wilde voorheen geen minister zich uitlaten, maar de huidige minister schroomt er niet voor hierop in te gaan. Het is veelzeggend dat hij uitsluitend opmerkt dat onder omstandigheden ook vijf planten onder bedrijfsmatige teelt kunnen vallen. Wat die omstandigheden inhouden blijft onduidelijk. Dat hij deze uitlating doet is een aanwijzing dat deze minister de strijd aanbindt met de kleine thuisteler én met de zadenleverancier.

Over de vraag hoe de zadenleverancier kan weten op welke wijze  en in welke grootte zijn koper hennep teelt hoor je de minister niet. Alweer een voorbeeld waarmee rechters korte metten zullen maken.

Opvallend is dat in het verleden Kamerleden meermalen hebben gevraagd wanneer sprake is van beroepsmatige teelt. Telkens weigerde de minister voorbeelden te noemen en verwees maar de rechter. Nu antwoordt hij vreemd genoeg wel en komt hij met een wollige omschrijving. Hij noemt als enige getal vijf planten die als beroepsmatig zouden kunnen gelden. Maar het is toch uitsluitend de rechter die hierover gaat en niet de minister? Zo is het geregeld en dat is afgesproken tijdens de parlementaire behandeling die jaren heeft geduurd. De minister praat dus voor zijn beurt.

Thuisteler niet strafbaar

Duidelijk is dat de kweekomstandigheden die bepalend zijn voor mogelijk strafbaar handelen o.a. de  hoeveelheid hulpmiddelen zijn die de thuisteler voor zijn paar planten gebruikt.  Een kweekruimte met twee planten en een lamp is volgens de gedoogregels – strikt genomen –  al voldoende om beroepsmatige teelt aan te nemen. Elke kweek waarbij minstens twee hulpmiddelen worden gebruikt kan als beroepsmatige teelt worden beschouwd, ook als je minder dan vijf planten hebt staan. Althans als het aan deze minister ligt.

De minister vergeet dat het growshopverbod uitsluitend ten doel heeft de grootschalige professionele hennepteelt aan te pakken. De kleine thuisteler valt uitdrukkelijk niet onder het growshopverbod en moet ongemoeid worden gelaten

Bij zijn antwoorden vergeet de minister dat het growshopverbod uitsluitend ten doel heeft de grootschalige professionele hennepteelt aan te pakken. De kleine thuisteler valt uitdrukkelijk niet onder het growshopverbod en moet ongemoeid worden gelaten. Hij moet al helemaal niet nadrukkelijk worden genoemd als voorbeeld van mogelijke beroepsmatige teelt. Zo is dit jarenlang besproken. Het is ook daarom ongepast en onjuist dat deze minister zich op deze manier als nieuwbakken anti-cannabis predikant laat gelden.

Beroepsmatigheid stopt niet bij 5 zaden

Kleinschalig thuiskweken, daar zou de minister van Justitie zich niet mee moeten bemoeien

Kleinschalig thuiskweken, daar zou de minister van Justitie zich niet mee moeten bemoeien

Dat onder niet-beroepsmatige teelt meer valt dan de verkoop van maximaal vijf hennepzaden ligt voor de hand. Er zijn immers genoeg redenen om aan één klant meer dan vijf zaden te verkopen, zonder dat je moet weten dat hij grootschalig kweekt. Als in één transactie bijvoorbeeld 20 of 30 zaden worden verkocht, betekent dit niet direct dat je de grootschalige teler bedient. Hij of zij kan ook wat voor vrienden inslaan, zo maak ik mee als ik in Amsterdam kopers aanschouw die uit bijvoorbeeld Düsseldorf zaden komen kopen, ook voor vrienden. Van grootschaligheid is geen sprake.

Rechters tonen zich kritisch

Rechters hebben al gesproken over de vraag wanneer maximaal vijf planten in een kweekruimte als beroepsmatig worden beschouwd. Zij leggen de nadruk op de vraag of de teelt mede een financieel oogmerk heeft, dus dat opbrengst (mede) is bestemd voor verkoop. Iemand die goed kan uitleggen dat hij alleen voor eigen gebruik teelt en er geen euro aan verdient maakt goede kans dat hij niet als een beroepsmatige teler zal worden aangemerkt, ook als hij een brandveilige kweekkas(t) heeft staan met een lamp. In de praktijk blijkt dat dit niet echt een issue is.

De verkoop van hennepzaad in pakjes van vijf zal beslist niet onder het growshopverbod vallen.

Internationale dimensie growshopverbod

Voor de zadenbranche doemt een gevaar op waarover ik eerder schreef. Als de verkoop van hennepzaad onder het growshopverbod valt, wat onder nog vast te stellen omstandigheden beslist het geval kan zijn, dan bestaat het grote gevaar dat betrokkenen kunnen worden uit- of overgeleverd naar het buitenland. Daarnaar expliciet  gevraagd draaide de minister om de hete brij heen. De minister erkende dat de verkoop hier strafbaar kan zijn. Dat betekent zonder enige twijfel dat betrokkenen het gevaar lopen om te worden over- of uitgeleverd. Over mogelijke al ontvangen  verzoeken voor gedwongen overbrenging van zadenverkopers naar het buitenland wist de minister niets te melden.

In dit achterhoedegevecht trachten deze politici, net als officieren van justitie, aan het growshopverbod een wending  te geven die in hun straatje past, maar juridisch onhoudbaar is

Wat leert ons de antwoorden van de minister? Deze zijn tekenend voor de verbetenheid waarmee rechtse en christelijke politici in dit ooit zo progressieve landje hun gelijk proberen te halen. In dit achterhoedegevecht trachten deze politici, net als officieren van justitie, aan het growshopverbod een wending  te geven die in hun straatje past, maar juridisch onhoudbaar is.

De rechter heeft gesproken

De laatste weken zijn er verschillende uitspraken gedaan door rechtbanken in het zuiden des lands, die moesten oordelen over de vraag of kweekbenodigdheden, die op zichzelf beschouwd zeer geschikt zijn voor cannabisteelt, terecht in beslag waren genomen. Verschillende klagers (tot 1 maart jl. ook wel growshophouders genaamd) kregen gelijk omdat  geen criminele intentie werd aangenomen dat zij behulpzaam zijn bij de beroepsmatige teelt. Rechters toonden zich uitermate kritisch naar het openbaar ministerie. Volgende week volgt daarom een bespreking van deze recente jurisprudentie.

 

(advertentie)