(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

We weten natuurlijk niet hoe de buitenwiet er bij jou precies bijstaat op het moment, maar als je ze hebt is de kans groot dat je binnenkort wiet te oogsten hebt. En oogsten lijkt dan misschien wel eenvoudig, (effe de blaadjes eraf en dan aan de waslijn om te drogen…) er kan nog een hoop bij misgaan. Kortom, 6 oogstblunders om NIET te maken.

Oogsten is het laatste klusje voor een kweker, en zoals bij de meeste werkzaamheden wegen de laatste loodjes ook bij wiet kweken het zwaarst. Knippen is een tijdrovend klusje waar je al snel de kantjes van af loopt, en ook bij het drogen komt wat meer kijken dan simpelweg wietplanten ondersteboven hangen. Oogsten is een kwestie van de juiste timing, aandacht, concentratie en beginnersfouten niet maken. Laten we een aantal van deze beginnersfouten onder de loep leggen.

1. Oogsten als de bloeitijd erop zit

Het is een klassieke beginnersfout maar veel kwekers maken hem nog steeds: oogsten als het aantal bloeiweken zoals dat aangegeven wordt door de zadenbank, erop zitten. Buiten het feit dat de meeste zadenbedrijven de weken tellen vanaf de zichtbare bloei, (en kwekers vanaf 12/12) is iedere plant anders en kunnen de kweekomstandigheden de bloeifase verlengen of verkorten. Het komt vaak genoeg voor dat een kweek tot wel vier weken langer duurt dan de aangegeven bloeifase.

Factoren die de lengte van de bloeiperiode beïnvloeden zijn onder meer variatie in fenotypes (genetische verschillen tussen individuele planten), temperatuur, kweekmethode, kweeklampen en lichtschema’s.

De oplossing? Gebruik door de zadenbank aangegeven bloeitijd alleen als leidraad maar ga er niet op af om het oogstmoment te bepalen, je kunt er gewoonweg niet van op aan. Tel het aantal bloeiweken sowieso pas vanaf het moment dat je ook daadwerkelijk bloeiverschijnselen ziet. 

2. Niet even de trichomen checken

Er zijn een paar verschillende dingen waar je op kunt letten bij het bepalen van het beste oogstmoment maar verreweg het meest accuraat is de kleur van de trichomen. Natuurlijk, daar heb je een (zak)microscoop voor nodig maar het is wel veel nauwkeuriger dan het nattevingerwerk van andere methodes.

Trichomen zijn de beste manier om te bepalen of wiet rijp is, omdat het allemaal draait om de trichomen. Deze kleine harsdruppeltjes bevatten immers alle cannabinoïden en terpenen. Als de trichomen rijp zijn, is je wiet rijp. Aan de kleur van de trichomen zie je of ze oogstrijp zijn; transparante trichomen zijn onrijp, witte trichomen zijn op hun potentst en bruine trichomen zijn overrijp.

Kijk uit naar witte trichomen, die bevatten het meeste THC. Foto: Gleti, Shutterstock

De oplossing? Bekijk dagelijks de trichomen met een zakmicroscoop, vanaf het moment dat je wietplanten er oogstrijp uitzien. Check bijvoorkeur niet de trichomen op de hoofdtop maar toppen die daar een paar centimeter onder groeien. Oogst wanneer zo’n 80% van de trichomen wit van kleur zijn en je een klein deel bruine trichomen ziet. 

3. Te vroeg oogsten

Wanneer het om buitenwiet in de lage landen gaat, kun je door toprot soms niet anders dan te vroeg oogsten maar geduld is een schone zaak als het op wiet oogsten aankomt. Veel beginnende kwekers kunnen niet wachten om hun wiet te roken en oogsten te vroeg. Hierdoor lopen ze ettelijke grammen wiet mis want juist in de laatste periode van de bloeifase, zwellen wiettoppen vaak nog enorm op. Sommige wietsoorten produceren aan het einde van hun leven zelfs 30 procent van hun gewicht!

En het is niet alleen dat je gewicht misloopt wanneer je te vroeg oogst, je loopt ook cannabinoïden mis. Een wietsoort die op zijn beste moment werd geoogst en bijvoorbeeld 18% THC bevat, bevat een week eerder misschien slechts 12% THC, en dat is dan nog maar één cannabinoïde.

De oplossing? Bekijk dagelijks de trichomen met een zakmicroscoop, vanaf het moment dat je wietplanten er oogstrijp uitzien. Check bijvoorkeur niet de trichomen op de hoofdtop maar toppen die daar een paar centimeter onder groeien. Oogst wanneer zo’n 80% van de trichomen wit van kleur zijn en je een klein deel bruine trichomen ziet. 

Er gaat niets boven een goed geoogste top wiet.

4. Te laat oogsten

Tja, te vroeg oogsten is niet goed maar te laat oogsten kan ook. Wanneer je te lang wacht dan loop je namelijk ook THC mis. Die cannabinoïde breekt namelijk weer af wanneer die over zijn beste moment heen is. THC verandert dan in CBN waardoor je een heel loom en minder high effect krijgt wanneer je het rookt. Daarnaast veranderen ook de verhoudingen aan andere cannabinoïden en terpenen wanneer je te lang wacht met oogsten.

De oplossing? Bekijk dagelijks de trichomen met een zakmicroscoop, vanaf het moment dat je wietplanten er oogstrijp uitzien. Check bijvoorkeur niet de trichomen op de hoofdtop maar toppen die daar een paar centimeter onder groeien. Oogst wanneer zo’n 80% van de trichomen wit van kleur zijn en je een klein deel bruine trichomen ziet. 

5. Niet nadenken over het gewenste effect

Je hebt inmiddels kunnen vaststellen dat te vroeg oogsten wiet oplevert met minder THC en dat te laat oogsten wiet oplevert met veel CBN en dat je dus op het juiste moment moet oogsten. Maar ook binnen deze zogeheten oogstbare periode zorgt het oogstmoment voor een verschil in effect.

Wanneer je namelijk aan het begin van de oogstbare periode oogst, levert dit een veel helderder effect wanneer je de wiet rookt. Oogst je wanneer de meeste trichomen wit zijn, dan is je wiet het potentst en wanneer een aanzienlijk deel van de trichomen bruin zijn wordt het effect wat lomer en stoneder.

De oplossing? Bepaal wat voor effect je zelf lekker vindt en oogst aan de hand daarvan. Ga je voor helder, high of stoned? Oogst wat eerder voor een helder effect en oogst wanneer de meeste trichomen wit zijn voor een high effect. Wacht tot een deel van de trichomen bruin geworden zijn voor een loom en stoned effect, de keus is aan jou.

6. Geen goede droogruimte hebben

Na het oogsten zul je je wiet ook nog moeten laten drogen en daarvoor heb je een goede droogruimte nodig. Begin dus niet zomaar met oogsten maar bedenk vooraf waar je je wiet te drogen hangt. Een goede droogruimte is donker en misschien net iets koeler dan kamertemperatuur. Het is bovendien handig als de lucht in je droogruimte ververst wordt en de geur gefilterd wordt met een koolstoffilter.

De oplossing? Richt vooraf een ruimte zoals een kast of een kweektent in om je wiet te laten drogen. Zorg ervoor dat geur geen probleem is of installeer een kleine afzuiger met een koolstoffilter om voor de luchtverversing te zorgen. 

(advertentie)