- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
7 fouten om niet te maken bij plantentraining
Cannabis is een makkelijke plant om te kweken. Wietplanten groeien snel en graag en wringen zich met plezier in allerlei bochten, als je ze goed traint. Maar kijk uit, want plantentraining kan ook slecht uitpakken als je een foutje maakt. Daarom hier 7 trainingsfouten die je beter niet kunt maken. Doe er je voordeel mee!
Wietplanten die binnen gekweekt worden, moéten haast wel getraind worden. Wanneer je maximaal wil oogsten zonder een sea of green te kweken in ieder geval. Plantentraining is echter niet zonder risico. Als je het verkeert doet maak je meer kapot dan je lief is. Gelukkig voor jou zijn veel kwekers al in plantentraining valkuilen gevallen, en daar leer je uiteindelijk het meest van. Voorkom daarom deze zeven trainingsfouten, en wordt een cannabis toptrainer!
Trainingsfout #1: vergeten te trainen
We schreven het al in het intro: tenzij je wietplanten in een sea of green kweekt, moeten ze getraind worden voor een maximale opbrengst. Dit kan met zachte hand door low stress training toe te passen, of met high stress training als je geen zachte heelmeester wil zijn. Maar wietplanten niet trainen is alleen een optie wanneer ze buiten in de volle grond staan.
Natuurlijk kun je wietplanten gewoon hun gang laten gaan, en ook dan zullen ze groeien en bloeien. Maar iedereen die dat deed heeft achteraf toch spijt van zijn nalatigheid. Een getrainde wietplant levert namelijk tot 40% meer wiet op dan een ongetraind exemplaar. Niet trainen is dus geen optie als je binnen kweekt, knoop dat in je oren!
Trainingsfout #2: te vroeg of verkeerd toppen
Toppen of fimmen is al net zo onmisbaar voor een maximale oogst als helemaal niet trainen. Want of je nou wil scroggen of gewoon wat meer hoofdtoppen per plant wil oogsten, je ontkomt er gewoon niet aan. Je kunt je wietplant echter wel flink verpesten door te vroeg te toppen, of verkeerd te toppen.
Wanneer je de hoofdtop van een wietplant namelijk te vroeg weghaalt, dan verpest je meestal meer dan je wint. Wacht daarom sowieso met toppen tot je wietplantje minstens drie nodes heeft. Top je eerder, dan levert het toppen een te groot verlies voor de plant, en zal het lang duren voor die ervan hersteld is. In het ergste geval herstelt de plant helemaal niet, en kun je opnieuw beginnen.
Verkeerd toppen kan ook, en dat gebeurt doorgaans wanneer kwekers te veel weghalen bij het toppen. Voor het beste resultaat fim je, of haal je alleen het uiterste groeipuntje weg. Vouw de kleinste blaadjes van de groeipunt voorzichtig uit elkaar, zodat je het kleinste topje dat je kunt pakken, weg kunt halen. Op deze manier beschadig je de wietplant het minst, en kan ze snel herstellen.
Tip! Ga je buitenwietplanten toppen, laat dan altijd een klein stukje van de hoofdstam zitten. Dit voorkomt dat de plant later zal splijten, wanneer de takken zwaarder worden.
Trainingsfout #3: takken breken
Ook low stress trainingstechnieken waarbij je takken niet snoeit maar buigt, kunnen soms verkeerd uitpakken. Namelijk wanneer je een tak per ongeluk toch breekt in plaats van buigt. Probeer takken daarom in de groeifase te buigen wanneer ze nog buigzaam zijn. Als wietplanten eenmaal bloeien worden de stammen stijver, en zijn ze lastiger te buigen.
Er is gelukkig ook een methode om takken van bloeiende wietplanten te buigen, zonder dat ze breken: supercroppen. Knijp hiervoor eerst even in de stam, en rol deze met kracht tussen je vingers. Hierdoor maak je de stam beurs zodat hij kan buigen zonder te breken, in elke richting die je maar wenst.
Mocht je je op enig moment toch schuldig maken aan deze trainingsfout, en een stammetje breken, maak je dan niet teveel zorgen. Je bent ten eerste niet alleen: iedere kweker heeft vroeger of later weleens stammetje gebroken. Vaak kun je het stammetje ook weer herstellen, door het simpelweg terug te buigen en de wond te verbinden met plakband. Wietplanten zijn gelukkig vergevingsgezind, een breuk herstelt zich gemakkelijk en snel (ongeveer een week).
Trainingsfout #4: te vroeg bloeien
Een van de belangrijkste skills die je als wietplanten trainer moet hebben, is het vermogen om in te schatten wanneer je je planten op 12/12 moet zetten. Een van de grootste fouten die je voor je opbrengst kunt maken, is je planten te vroeg laten bloeien. De plant is dan namelijk nog te klein om een goede oogst op te leveren, en aan een te kleine bloeiende wietplant kun je weinig herstellen.
Maximaal oogsten doe je namelijk pas als je kweekruimte goed gevuld is. Als een wietplant te klein is wanneer ze de bloei ingaat, heeft ze simpelweg niet de kracht om een goede oogst af te leveren. Wacht daarom minimaal drie weken voor je op het 12/12 lichtschema overgaat.
Een andere vuistregel om aan te houden, is te wachten tot de kweekoppervlakte van je kweekruimte gevuld is. Schakel pas over op 12/12 wanneer er geen direct licht meer op de bodem van je kweekruimte valt. Deze regel kun je toepassen op een sea of green met veel wietplamten, of een scrog met maar één wietplant. Uiteraard hoef je je met autoflowers geen zorgen te maken over het moment van bloeien; dat doen autoflowers helemaal vanzelf.
Trainingsfout #5: te laat bloeien
Timing is cruciaal bij wiet kweken! Zoals je hierboven hebt gelezen oogst je te weinig wanneer je wietplanten te vroeg laat bloeien. Maar ook als je te lang met het bloeien wacht kun je in de problemen komen. Vooral binnen, waar de hoogte beperkte is, kunnen wietplanten dan in de lamp groeien, met alle gevolgen van dien.
Wanneer je te lang wacht met het 12/12 lichtschema, zullen wietplanten te groot worden. Een deel groeit in de lamp waar de toppen verbranden terwijl een ander deel naast de lamp groeit, in de schaduw. Het is een dunne lijn, tussen te vroeg of te laat laten bloeien. Dit komt omdat wietplanten na het omschakelen naar 12/12, nog een paar weken strekken. Het is jouw taak als kweker, om in te schatten hoe groot ze uiteindelijk zullen worden.
Hou er rekening mee dat indica’s na het omschakelen naar 12/12, nog eens twee keer zo hoog worden. Weet ook dat sativa’s wel drie keer zo hoog kunnen worden. Als je eenzelfde wietsoort vaker kweekt onder hetzelfde licht, krijg je een goed gevoel van de uiteindelijke strek. Te lang wachten kost je niet alleen meer tijd (stroom) maar ook je opbrengst!
Trainingsfout #6: te strakke bondage
Wanneer je wietplanten traint, maak je ze vast zodat ze niet omhoog groeien maar in de richting die jij wenst. Maak hierbij niet de fout om de takken te strak, of met snijdend materiaal vast te binden. Wanneer je takken te strak bind, snijdt het draad in de takken als die dikker worden. Hetzelfde kan gebeuren wanneer je te dun draad gebruikt.
Bind wiettakken daarom altijd losjes vast en gebruik gevoerd binddraad in plaats van ijzerdraad of een touw. Dit voorkomt dat het draad in de takken snijdt, en de sapstroom blokkeert. Hou er rekening mee, dat als je de takken vastbind dat je ze dan niet meer kunt verplaatsen. Bind ze aan de pot om dit te voorkomen.
Trainingsfout #7: training aan zieke wietplanten
Wanneer je wietplanten traint, blijf dan altijd opletten en hou niet vast aan een schema. Mocht een wietplant er niet gezond uitzien, laat haar dan eerst herstellen voor je haar gaat trainen. Plantentraining is een vorm van schade aanbrengen die alleen gezonde wietplanten goed doet. Als je een zieke wietplant van een deel van haar bladeren ontdoet, of je knipt de top eruit, dan maakt dat haar herstel moeilijker. Heb je pech dan betekent jouw goedbedoelde training de doodsteek voor een zieke wietplant.
Laat een wietplant die al problemen heeft daarom met rust, en train haar pas wanneer ze volledig hersteld is. Begin pas met trainen als je ziet dat er dagelijks nieuwe gezonde bladeren ontstaan. Je kunt zieke wietplanten laten herstellen door de lamp wat verder weg te hangen, en de plant met rust te laten. Eenmaal gezond kun je de kweeklamp weer vol vermogen op haar laten schijnen, en verder gaan met de plantentraining.
(advertentie)