Steentijd Stoners – Hoe onze voorouders high werden (part I)

ENTERTAINMENT 08 juli 2016

Middeltjes die het bewustzijn veranderen, de mens weet er wel raad mee en ook in vroegere tijden al. Uit opgravingen en fossielen weten we dat de oermensen ook al psychoactieve planten, zaden en zwammen kenden. Top 10 met het betere Fred Flinstoners werk, deze week deel 1 met o.a. DMT, LSA en betelnoten!

10 manieren waarop onze voorouders high werden – deel 1

Anadenanthera, ofwel de DMT boon

Je hebt waarschijnlijk wel eens van ayahuasca gehoord, de oude junglecocktail van vruchten en bladeren die nog steeds door sjamanen gebruikt wordt in culturen die leven in het Amazonegebied. Ook in het westen is deze drug bekend. Maar ayahuasca is niet de enige potente organische cocktail met ‘psychedelische DMT‘ erin. Anadenanthera is een soort boon die op de graslanden en steppen van Latijns-Amerika gevonden wordt. En je kan hem dus drogen en in een krachtig hallucinerend snuifpoeder omvormen! Het spul duikt op in creaties en mythen in diverse culturen en wordt bij ons ook wel verkocht als Yopo.

2. Black henbane (nachtschade)

nacht

De stinkende nachtschade, zo wordt deze giftige plant ook wel genoemd. Het bilzekruid uit de familie nachtschade – officieel Hyoscyamus niger geheten – werd door onze voorvaderen gebruikt als pijnstiller, lang voordat morfine populair werd. Het is ook een supersterke verdover! Het werd vooral als drankje genuttigd, maar kan eigenlijk geabsorbeerd worden door iedere opening van het menselijk lichaam… Gemakkelijk te vinden in het oerbos, maar je moet wel weten wat je aan het doen bent want teveel stinkende nachtschade kan gemakkelijk tot de dood leiden.

3. Belladonna (wolfskers)

Klinkt wel leuk hè? Toch is de Wolfskers – een vaste plant uit de nachtschadefamilie – zeer giftig. Heksen schenen het in vroegere tijden te maken, tenminste 1 ingrediënt van hun hallucinerende zalf was deze plant, die ook wel onder de naam ‘dodelijke nachtschade’ bekend staat. Een perfecte naam natuurlijk voor een bloem die door een heks wordt gebruikt. Giftig in grotere hoeveelheden en vaak werd dan morfine als antigif toegediend, ook al is die werking nooit bewezen…

4. LAS (Lysergic Acid Amide)

Een psychedelische stof die van nature voorkomt in veel planten en dus ook in veel (oude) culturen. Het heeft ongeveer iets weg van LSD light. Waarschijnlijk waren het de oude Grieken die er het eerste mee aan de slag gingen en wel in de periode 1600 tot 1100 voor Christus. Afkomstig uit een agrarische cult en omgeven met veel mythes over de onderwereld, goden, ceremonies en rituelen. Dat gebeurde trouwens allemaal in een geheimzinnige setting en degenen die ermee in aanraking waren geweest geloofden dat ze werden beloond met een plekje in het hiernamaals. Er is bewijs dat de oude Grieken het als een hallucinerende drank nuttigden, waarbij een paddestoel het belangrijkste ingrediënt was en die bevatte dus het psychoactieve alkaloid lysergic acid amide, ofwel LSA. Nog steeds te koop bij menige smartshop, onder de naam Morning Glory bijvoorbeeld 😉

5. Betelnoot (of arekanoot)

De betelnoot (of arekanoot) is het zaad van de palm. Botanisch gezien is een noot geen zaad maar een type vrucht, en in het geval van de betelpalm is ook de vrucht geen noot, maar een steenvrucht (wat overigens ook geldt voor de vrucht van de kokospalm, die in zijn geheel meestal “kokosnoot” wordt genoemd). Hoe dan ook, mensen door heel Azië kauwden al eeuwenlang op deze nootjes toen Europese zeelieden ze gedurende de Renaissance mee naar Europa namen. De noot, die gebruikt wordt als een soort pruimtabak en als een balletje in tegen je lip aan schurkt, is in essentie een warme, lichte stimulant. Geen wonder dat het ook nu nog een populaire recreatieve drug is in heel Azië.

Oké, huiswerk genoeg voor nu, volgende week deel 2 met o.a. qat, ibogaïne en peyote!