(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Eén van de grote voordelen van het kweken van je eigen wiet, is dat je de kwaliteit helemaal zelf in de hand hebt. En wanneer het op kwaliteit aankomt, is smaak voor de meeste liefhebbers koning. We geven je daarom 8 tips om het gehalte aan terpenen (smaakstoffen) zo hoog mogelijk op te krikken. Ook voor hydrokwekers!

Cannabistoppen zijn bedekt met een laagje trichomen. Deze piepkleine harsdruppeltjes bevatten alles waar cannabis geliefd om is: de zogeheten cannabinoïden maar ook de smaakstoffen. Deze natuurlijke smaakstoffen worden ook wel terpenen genoemd, en hoe meer je wietplant ervan produceert hoe smakelijker je wiet uiteindelijk wordt. Laten we eens kijken naar manieren om niet het totaal aan terpenen te vergroten.

#1. Kweek genen met meer terpenen

Dit is misschien een herhalend mantra maar als het op specifieke kenmerken aankomt dan doe je er goed aan om te starten met een wietsoort die aan deze kenmerken voldoet. Wil je bijvoorbeeld een wietsoort kweken met paarse toppen, dan begin je met een wietsoort waarvan bekend is dat die paarse toppen krijgt. Zo is het ook met terpenen. Wil je wiet kweken met een bijzonder intens smaakprofiel, start dan ook met een wietsoort die bekend staat om een intense smaak.

Veel smaak ligt al vast in de genen. Foto: Martin Lukasek, Shutterstock

#2. Hou de temperatuur onder controle

Terpenen zijn ontzettend vluchtige stoffen, die bij hoge temperaturen gemakkelijk verdampen. Hou de temperatuur in je kweekruimte dan ook goed onder controle als je terpenen wil behouden. Met name in de bloeifase is het belangrijk dat je het niet warmer dan 27 graden laat worden maar voor de meeste smaak kun je het beter rond de 24 graden houden. Let vooral op tijdens de laatste twee weken, omdat de productie van terpenen dan op zijn hoogst is. Wil je de terpenenproductie nog verder opvoeren in dit stadium, verlaag de nachtelijke temperatuur dan naar een graad of 18.

#3. Droog langzaam bij lage temperatuur

Omdat terpenen zogezegd heel vluchtig zijn, is het ook raadzaam om je oogst langzaam en bij lage temperatuur te drogen. Het drogen zou minimaal 10 dagen moeten duren, iets langer mag ook. Droog daarom in het donker, verwijder alleen de grootste bladeren en gebruik geen ventilators in je droogruimte. Laat alleen de afzuiger draaien zodat de lucht in je droogruimte wel ververst wordt. Droog liefst bij een koele kamertemperatuur van ongeveer 18 graden, of nog kouder bij een lage luchtvochtigheid.

Drogen doe je in het donker, bij lage temperatuur…

#4. Een beetje stress

Wietplanten worden in de natuur niet door heel veel dieren aangevreten, en dit hebben ze onder meer te danken aan hun sterke geur. Worden ze wél aangevreten, dan zullen ze proberen om nóg sterker te ruiken zodat het niet nog eens gebeurt. Zo kan een beetje stress dus voor een smakelijker rokertje zorgen.

Zelf kun je je wietplanten ook meer terpenen laten produceren door ze een beetje te stressen. Niet alleen zorgt zogeheten Low Stress Training (LST) en supercroppen voor meer smaak, maar het zijn ook goede technieken om je opbrengst mee te verbeteren. Via de links in de voorgaande zin, kom je bij artikelen waarin het trainen en supercroppen van wietplanten duidelijk uitgelegd wordt.

#5. Spoelen

Oké, er zijn aanwijzingen om aan te nemen dat spoelen niets merkbaars doet voor de smaak van wiet maar de meeste kwekers zweren dat gespoelde wiet beter smaakt. Daarnaast zitten er geen nadelen zoals een verminderde oogst aan het spoelen, dus waarom zou je het niet doen? Spoelen houdt trouwens niet in dat je je wietplanten onder de douche zet of iets dergelijks.

Spoelen betekent dat je de planten de laatste twee weken alleen water geeft, zodat ze de kans krijgen om wat chlorofyl kwijt te raken (hydrokwekers kunnen volstaan met één week, of slechts een paar dagen). Chlorofyl is bladgroen, en zorgt niet alleen voor een groene kleur maar ook een scherpe smaak in de keel. Door het spoelen vergeelt de plant, en raak je wat van het bittere chlorofyl kwijt.

#6. Oogst op het juiste moment

Je had het al door; vooral de laatste weken zijn belangrijk voor de productie van smaakstoffen. Wanneer je precies oogst, heeft dan ook een aanzienlijke invloed op de intensiteit van de geur en smaak van je cannabis. Je moet niet te vroeg oogsten maar ook zeker niet te laat. Wacht je te lang met de oogst, dan breken trichomen af, en verlies je de vluchtige inhoud (terpenen). Oogst je te vroeg, dan zijn nog niet alle trichomen aangemaakt en/of rijp, en loop je oogstgewicht mis (trichomen wegen meer dan droog plantmateriaal!).

Idealiter gebruik je een (zak)microscoop om de trichomen te bekijken. Je kunt vaak ook een close up nemen met je smartphone en die foto vergroten om de trichomen te zien. Het gaat hier voornamelijk om de kleur van de kleine druppeltjes hars. Die kan transparant, wit of bruin zijn. Bruine trichomen zijn te oud en transparante trichomen nog niet rijp. Het beste oogstmoment is als de meeste trichomen wit van kleur zijn. Lees ook: CNNBS Basics: Oogsten, drogen en curen.

#7. Cure op een koele en donkere plaats

Wie vlak na het drogen weleens aan wiet heeft geroken die weet dat het dan soms best wel naar gras kan ruiken. Dit komt omdat de wiet nog niet helemaal gecured is, en er nog relatief veel nat chlorofyl in zit. Door de wiet een week of twee (of langer) te laten rijpen (curen) raak je de grasgeur kwijt, en komt de echte geur van je wiet tevoorschijn.

Het curen zelf kan ook het best langzaam verlopen, om niet te veel terpenen te verliezen. Wanneer je wiet droog genoeg is, plaats je het hiervoor in een glazen weckpot. Vul de pot goed tot bovenaan maar druk het niet aan (anders zou je het beschadigen). Is de pot nog half leeg, gebruik dan een kleinere weckpot. Doe eventueel een Boveda Patch in de pot om de luchtvochtigheid op peil te houden, maar anders is 62% de ideale luchtvochtigheid wiet bij te laten rijpen. Zet de pot op een koele donkere plaats, en vergeet hem niet af en toe te laten ‘burpen‘.

#8. Een compleet dieet

De laatste tip gaat over de grondstoffen die je je wietplanten te eten of te drinken geeft. Een van de belangrijkste redenen waarom biologische wiet vaak meer smaak heeft dan hydrologische, is door het complete dieet dat ze tijdens een biokweek krijgen. Aardekwekers doen er dan ook goed aan om hun aarde van nuttige bacteriën en schimmels te voorzien. Dit bodemleven breekt organisch materiaal in de aarde (en uit bio voeding) af, en zet dit om in veel meer mineralen die je in een flesje minerale voeding vindt.

Ook hydrokwekers kunnen wat aan het dieet doen, om een completer terpeenprofiel te bewerkstelligen. Er zijn voedingsoplossingen zoals Plagrons Sugar Royal of Extract van Guanokalong op de markt, die voor een completer dieet kunnen zorgen.  Maar je kunt de smaak van je hydrowiet ook verbeteren met bitterzout en kaliumsulfaat. Bitterzout zou voor een bessen achtige smaken zorgen en kaliumsulfaat verhoogt vooral de citrussmaak (limonene).

[Openingsfoto: Terpodactyl Media, Shuttersock]
(advertentie)