- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Joint Regulation, waar blijft ’t experiment?
Afgelopen weekend stonden landelijke kranten als NRC vol met artikelen over cannabis en het haperende beleid van een halsstarrige minister die alle initiatieven om de achterdeur te regelen van de hand wijst. Waarom blijft die achterdeur potdicht? Advocaat Maurice Veldman probeert de (juridische) impasse te doorgronden…
Opstelten houdt achterdeur potdicht
De achterdeur moet dicht blijven omdat internationale verdragen zich verzetten tegen regulering, aldus reactionaire krachten uit Den Haag. Afgezien van het feit dat de georganiseerde misdaad zich bij dergelijke uitspraken in de handen wrijft is dit argument volkomen onzinnig.
Deze verdragen verzetten zich slechts tegen legalisering, maar dat is iets anders als regulering. Het toestaan van cannabis telen voor coffeeshops is iets heel anders dan een wettelijk kader scheppen. Nederland heeft immers een voorbehoud gemaakt als het gaat om de handhaving van verboden. Regulering kan, net als bij de voordeur, worden doorgevoerd wegens argumenten van volksgezondheid en als maatregel ter bestrijding van de georganiseerde misdaad.
Nederland heeft alleen beloofd om de wettelijke bevoegdheden voor de vervolging van iemand voor een strafbaar feit zo doeltreffend mogelijk te gebruiken. Daarbij mag Nederland een beleid voeren dat overeenkomt met de Nederlandse praktijk. De doeltreffendheid van de opsporing en handhaving van regels is dus overgelaten aan een soevereine Nederlandse beoordeling.
De Nederlandse regering heeft in 1988 internationaal vastgelegd dat het een eigen strafrechtelijk beleid kan hanteren. Dat vergeet deze minister echter altijd, maar dat zijn we wel gewend, want hij haakt altijd af als hem wordt doorgevraagd over details. Weg argument van de minister.
De nederwiet exportfabel
Dan is er nog het verhaal dat regulering geen oplossing biedt omdat 80% van de in Nederland geteelde cannabis naar het buitenland gaat. Dit cijfer haalt de minister uit een onderzoek van de KLPD ’Georganiseerde hennepteelt – Criminaliteitsbeeldanalyse 2012’. Aan deze cijfers wordt door vriend en vijand ernstig getwijfeld. Binnenkort volgen andere berekeningsmethoden met andere uitkomsten. Het is dus maar hoe je het benadert, maar de cijfers zijn onjuist.
Ook de politie weet dat dezer dagen de Nederlandse know how wordt geëxporteerd en in de buurlanden (inclusief Spanje) wordt toegepast. In de buurlanden worden veel hennepplantages aangetroffen. Er is dus duidelijk sprake van een groeiende markt van de verbouw van cannabis buiten Nederland. Uit allerlei politieonderzoeken blijkt dat in onze buurlanden veel cannabis wordt gekweekt om in eigen behoefte te voorzien. De argumenten van de minister zijn daarom weinig overtuigend.
Het tegendeel van wat minister Opstelten beweert volgt bovendien uit de conclusie van een onderzoek van hoogleraar criminologie F. Bovenkerk. Hij oordeelde dat niet meer dan 10% van de onderschepte cannabis in België, Frankrijk en Groot Brittannië afkomstig is uit Nederland. De argumenten van de minister om de achterdeur te reguleren snijden geen hout. Toch houdt hij zijn hakken in het zand. Wat nu?
Dat laatste is vooral het probleem: telers met expertise behoren niet tot het gilde van de bonafide ondernemer, maar tot degenen die juist buiten de deur moeten worden gehouden: de huidige grote teler die door minister Opstelten georganiseerde misdaad wordt genoemd
Waarom gebeurt er momenteel weinig zichtbaars bij de uitvoering van het Manifest joint regulation? De burgemeester van Amsterdam steunde een motie voor gereguleerde aanvoer van cannabis onder de voorwaarde dat de uitvoering niet in strijd zou komen met de Opiumwet. Dat is bijzonder vreemd, omdat alles rond coffeeshops, van de verkoop binnen de gedoogvoorwaarden tot de aanvoer via de achterdeur, een schending van de Opiumwet oplevert. Het Amsterdamse standpunt getuigt daarom niet van handelen in de geest van de Amsterdamse wapenspreuk: ‘heldhaftig, vastberaden en barmhartig’.
Hoe zit het verder in Nederland?
Duidelijk is dat hier en daar gesprekken worden gevoerd om te komen tot uitgewerkte plannen rond de aanvoer van cannabis. Burgemeesters willen vanzelfsprekend hun vingers niet branden aan een experiment dat op voorhand tot mislukken is gedoemd. Zij willen uiteraard alleen met een bonafide ondernemer met aantoonbare expertise in zee gaan. Dat laatste is vooral het probleem: telers met expertise behoren niet tot het gilde van de bonafide ondernemer, maar tot degenen die juist buiten de deur moeten worden gehouden: de huidige grote teler die door minister Opstelten georganiseerde misdaad wordt genoemd.
Minister Opstelten kan en zal ingrijpen
Een ander probleem is dat minister Opstelten over een belangrijke bevoegdheid beschikt om aanwijzingen te geven via het College van Procureurs-Generaal. Hij kan ingrijpen met zijn aanwijzingsbevoegdheid door concreet het openbaar ministerie op te dragen tot vervolging over te gaan als sprake is van de minister onwelgevallige ontwikkelingen. Er is niet veel inzicht voor nodig om te beseffen dat de minister niet zal schromen dit onmiddellijk te doen. De weigering om te komen tot regulering van de achterdeur is immers zijn stokpaardje geworden. Hij liet zich door heel Nederland rijden om alle burgemeesters die het Manifest joint regulation hadden getekend de wacht aan te zeggen: ‘Luister naar mij of ik stuur ordetroepen op je af’, was zijn credo.
Het wachten is nu op de rechters
Aan de andere kant heb je het machtsblok van inmiddels de hele rechterlijke macht in Nederland die zich tegen de minister keert: ‘Wij straffen niet langer voor die vermetele achterdeur’. Laat maar komen die vervolgingen. Het wachten is nu op de Hoge Raad in de Checkpoint zaak en het gerechtshof in Leeuwarden over de wiettelers uit Bierum. Als het gerechtshof in Leeuwarden de telers weer geen straf oplegt dan zal deze uitspraak naar alle waarschijnlijk bij de hoge Raad in stand blijven. De Hoge Raad stelt doorgaans geen motiveringseisen als het aankomt op de hoogte van de straf. Die is voorbehouden aan het gerechtshof. Dat betekent dat de voorspelling gerechtvaardigd is dat het doek voor de minister gevallen is als het hof in Leeuwarden de telers uit Bierum de hand boven het hoofd houdt. Dan kan het feest beginnen en kunnen de burgemeesters aan de slag.
(advertentie)