- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet!
- Wietman laat Sneeze bloeien (en een beetje vergelen…)
- Zes nuttige toepassingen voor je cannabis knipafval (trim)
- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
Biokweken #3: over voeden, aarde & compost
Zit je met spanning te wachten tot IJsheiligen voorbij is, en je je jongedames een nieuw definitief thuis mag geven onder de Nederlandse pre-zomerzon? Wij wel, en daarom vertellen we je in dit derde deel van onze serie over biokweken vertellen hoe je alvast kunt beginnen met het voorbereiden van de volle grond.
Biokweken #3 – De organische kweker maakt een plan van aanpak voordat er kleine zaailingen de grond in gaan. Sommigen, waaronder enkele van onze klanten alsook wijzelf, gaan daar vrij ver in. We laten onze aarde testen op pH-waarde, aanwezige nutriënten, metalen, sporenelementen en structuur… Noem het perfectionisme maar wij vinden het belangrijk dat de plek waar onze planten wortel schieten, zo optimaal mogelijk is. Dat verhoogt immers de gezondheid, opbrengst, smaak en potentie van onze cannabis(bomen).
Let’s go organic!
In dit artikel zoomen we in op toevoegingen (additieven) en bodemverbeteraars. We zullen geen lijst opsommen maar leggen je in plaats daarvan de achterliggende gedachte van de toevoegingen uit. Het is belangrijker dat je begrijpt wat je doet. Zo vertellen we ook het een en ander over compost en wormenmest. Maar voordat we dat doen, eerst een paar regelmatig terugkomende vragen, gehoord in onze winkel te Nijmegen.
Oh ja, mocht je Biokweken #1 en Biokweken #2 trouwens gemist hebben, lees het dan gerust nog eens door. Daarin hebben we het onder meer gehad over het gebruik van mycorrhizae en het benutten van de penwortel. Belangrijke informatie en nuttige (bio)kweektips!
Organisch overvoeden?
Om met de deur in huis te vallen: in principe niet. Een plant vertoont geen verbrandingsverschijnselen als je in de volle grond met strikt organische additieven/toevoegingen werkt. Je kunt namelijk niet snel te veel beendermeel, bloedmeel, kelp, wormenmest, compost, houtskool, kalk (etc.) toedienen in de volle grond. Als je het maar met gezond verstand doet.
Wanneer je in potten kweekt wordt het een iets ander verhaal, omdat vrijgekomen voedingstoffen kunnen blijven hangen. Er wordt een buffer opgebouwd, die ook te groot kan worden. Dat kan op den duur voor opnameproblemen zorgen en resulteren in minuscule verbrandingsverschijnselen. Je ziet dan gele bladpuntjes of rare samentrekkingen aan de bladeren.
Ken je verhoudingen
Terug naar de volle grond en het vooraf mengen van additieven door de aarde. Je zal niet snel teveel toevoegen maar je kunt wel een slechte verhouding toedienen. Eigenlijk wil je een perfecte NPK verhouding toedienen die langzaam kan worden opgenomen, en afgestemd is op de plant die je gaat kweken. Een drie meter hoge Hollands Hope heeft immers meer voeding nodig dan een kleine Autoflower. Elke toevoeging heeft zijn eigen verhoudingen aan nutriënten en geeft een bepaalde structuur aan de bodem.
Sommige additieven zoals bijvoorbeeld dierlijke mest, hebben wat mitsen en maren. Zo is kippenmest een enorme bron van stikstof en fosfor, maar het heeft wel 8 maanden nodig om te drogen voordat je het kunt gebruiken. Koeien- en paardenmest kun je ook niet direct uit de stal scheppen helaas. Het moet verwarmd composteren gedurende enkele maanden voordat je cannabisplanten er wat mee kunnen. Mest van schapen is dan weer zeer geschikt om directer te gebruiken, zolang het maar droog is… Zo is er genoeg dierlijke poep te benutten. Wij zijn zelf erg fan van wormenmest en guano (vleermuizenmest).
Mocht je ervoor kiezen om je grond te mixen met additieven, is het belangrijk je te realiseren dat sommige extra’s de zuurtegraad (pH-waarde) van je aarde kunnen verhogen of verlagen. Het gebruik van koffieprut is daar een voorbeeld van, dat verlaagt de pH-waarde. Houtskool verhoogt daarentegen weer de pH-waarde. Met een organische kweek wil je, idealiter, een pH-waarde tussen de 6.3 en 7.0. Laat desnoods je aarde even door ons testen.
Bottomline: weet wat je door je aarde mengt
Spit niet zomaar wat door je aarde, alleen omdat het natuurlijk is. Zo hebben we ooit een klant gehad die elk jaar verse sinaasappelschillen in zijn aarde stopte, omdat de cannabis dan naar sinaasappel ging smaken… Broodje aap verhaal natuurlijk en soms doet een additief zelfs meer kwaad dan goed. Mocht je het niet precies weten of niet aandurven, kies er dan voor om kwalitatieve aarde voor cannabisplanten te kopen en die door de aarde te spitten. Dan zit het wel goed.
Wel of niet omspitten?
En daarmee komen we bij FAQ #2: Moet je elk jaar je ‘volle-grond-plek’ omspitten? Nee, niet per se! Ja, omspitten verhoogt het zuurstofgehalte en zorgt dat je additieven kunt mengen, maar het kan ook nadelig zijn. Het heeft echt te maken met de kwaliteit van de aarde, want met de schep verstoor je veel bodemleven. Zo worden meterslange schimmelnetwerken resoluut kapot gemaakt, laat je minuscule gangetjes van wormen instorten en belemmer je de groei van nuttige bacteriën.
Wil je de planten op een plek neerzetten die lijkt op een vruchtbaar stukje bosgrond? Gebruik je schop dan zo min mogelijk, en laat het bodemleven intact. Lijkt je achtertuin meer op de Sahara? Pak dan gerust die spade en waardeer de aarde op met de nodige toevoegingen.
Wat groeit er?
Je kunt de status van de bodem ook bepalen door te bekijken wat er groeit. Is het weelderig groen? Groeit er veel onkruid? Is de bodem donker van kleur? Dan is het meestal wel in orde. Trekt het water snel in de aarde? Dan is er met de structuur ook niets aan de hand. Hierbij geldt ook: vertrouw je het niet en wil je het sowieso goed doen, dan is het tijd om de handen uit de mouwen te steken!
Daarbij loont om de eerste keer dat je cannabisplanten op een plek in de volle grond zet, de aarde wél voor te bewerken met additieven, mycorrhiza en structuurverbeteraars als wormenmest. Hier heb je namelijk járen plezier van. Je kunt daarna altijd nog échte living soil creëren met de no-till methode. Maar laten we niet te hard van stapel lopen…
De waterhuishouding
Naast de hoeveelheid voedingstoffen komen er nog twee andere factoren om de hoek kijken bij een perfecte bodem. Namelijk hoe goed de aarde in staat is om te draineren én om water vast te houden. Dat lijkt tegenstrijdig, maar is het niet. Je wilt namelijk dat de regen van moedertje natuur makkelijk in de bodem loopt en bij de wortels komt. Daarnaast wil je dat de aarde het water goed vasthoudt, zodat het langer bij de wortels blijft. Klinkt logisch toch? De vraag is nu, hoe doe je dat dan?
De waterhuishouding heeft alles te maken met de structuur van de bodem. Het is niet voor niets dat kant-en-klare aarde voor cannabis, verschillende turfsoorten, kokos, perliet, vermiculiet of zelfs boomschors bevat. Deze zaken kun je trouwens ook prima door je achtertuin-kweekplek mengen als je ervoor kiest om een eigen mix te maken. Daarbij is het gebruik van kokos het makkelijkst om de luchtigheid en structuur te bevorderen. Perliet kan daarnaast ook geschikt zijn, maar gaat op den duur drijven. Je ziet de witte stukjes steen dan naar boven komen, niet iedereen zit daarop te wachten.
Laten we je nu vertellen over het gebruik van de twee makkelijkste en opbrengst-gevende additieven: compost en wormenmest.
Het gebruik van compost
Compost is in feite afgebroken organisch materiaal. Met behulp van diverse bacteriën en tijd zijn je appelschillen en groente-afval verworden tot een bruinig, los materiaal (humus). Compost heeft een paar grote voordelen. Het bevat een flinke dosis voedingstoffen, geeft enigszins structuur en luchtigheid, en stimuleert bovendien al het organisch leven in de bodem (biota).
Compost is een belangrijk ingrediënt voor de organische cannabiskweker en laat zich graag mengen met een basisaarde. Let er wel op dat je niet te veel compost toevoegt. Dat heeft niet met de hoeveelheid voedingsstoffen te maken, maar wel met de structuur van de bodem. Een cannabisplant heeft graag wat meer houvast dan dat de compost/humus kan bieden. Meng je zelfgemaakte compost bijvoorbeeld met een luchtige Canna Terra om je wietplanten genoeg houvast te geven.
Je kunt overigens niet elke compost gebruiken; er zit wel degelijk verschil in diverse soorten compost. Je herkent goede compost aan een paar dingen. Het is zwart, ruikt naar aarde en is niet meer herkenbaar als stukken groente, fruit, eierschalen en dergelijke. Daarbij moet het minimaal 4 maanden oud zijn en bovendien droog.
Compost is zelf te maken, maar ook kant en klaar te koop. Zo heeft BioTabs de Startrex ontwikkelt voor de cannabisplant. Dat is eigenlijk druivencompost en bevat veel zaken die ook in organische compost uit de achtertuin te vinden zijn, inclusief extra bacteriën en een gedoseerde NPK-verhouding.
Het gebruik van wormenmest
In een kubieke meter vruchtbare grond bevinden zich naast biljoenen micro-organismen ook een flink aantal aardwormen. Dit zijn je beste vrienden in de volle grond kweek. Ze breken organisch materiaal af en graven gangen, die de zuurstoftoevoer naar je wortels bevorderen.
Daarnaast levert een specifiek ras van de pier (Dendrobena Veneta in het Latijns) je wormenmest; een natuurlijke bodemverbeteraar op basis van gecomposteerde plantenresten. Goede wormenmest bevat een veelheid aan sporenelementen, enzymen, mineralen en schimmelsporen. Het wordt gemaakt door wormen hun ding te laten doen in een grote bak met compost. De worm eet de plantenresten op en voegt er in hun slijmerige lichaam allerlei enzymen en bacteriën aan toe. Ze omkapselen hun poep daarna met een dun vliesje, waardoor je dunne, druiligere sliertjes overhoudt. Voor de kwaliteit van de wormenmest maakt het dus wel degelijk uit wat de wormen te eten hebben gehad.
Je herkent goede wormenmest wederom aan de kleur. Het is pikzwart en ruikt naar verse bosgrond. Het stinkt niet. De pieren zijn eruit gezeefd en bovendien bevat goede wormenmest extra mycorrhiza en trichoderma schimmels, de nuttige sporenelementen! Plagron heeft emmertjes met gezeefde wormenmest ontwikkeld, die je zonder problemen door je aarde kunt mengen. Let er dan wel op dat je de juiste verhouding hanteert.
Genoeg over het voorbewerken en additieven, ook al kunnen we nog een paar pagina’s vullen met info en uitleg. Volgende keer gaan we je voorzien van tips uit de permacultuur en biodynamische landbouw! Mocht je ons nog niet weten te vinden, kom gerust eens langs in ons expertisecentrum in Nijmegen of maak een afspraak als je een tijdje in de auto dient te zitten. We nemen graag de tijd voor je.