(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De stam van een wietplant is als je ruggengraat, hoe sterker en dikker, hoe meer je in het leven bereikt. Op min of meer dezelfde manier zal een wietplant in haar leven veel meer cannabis produceren wanneer ze over een stevige en dikke stam beschikt. Het is de snelweg naar een betere en zwaardere oogst.

Bladeren zijn uitermate belangrijk voor de groei en daarmee de opbrengst van een wietplant. De bladeren vangen namelijk lichtenergie en CO2 uit de lucht op, en zetten dat door middel van fotosynthese om in zuurstof en suikers. Op deze manier maakt een plant van licht en CO2 haar eigen voedsel in de vorm van glucose (suikers). Via de wortels neemt een wietplant daarnaast water en essentiële mineralen op die benodigd zijn voor de opbouw van nieuwe cellen, oftewel de groei van de plant.

Sapstroom

Zolang de geproduceerde suikers echter in de bladeren blijft, en de mineralen in de wortels, kan de wietplant er weinig mee. Alle stoffen die een wietplant opneemt of zelf produceert, moeten getransporteerd worden naar de diverse takken, toppen en wortels waar ze benodigd zijn. Dit transport gebeurt in de takken zelf en de hoofdstam van de wietplant, via de zogenoemde sapstroom.

Je kunt je vast wel voorstellen dat de sapstroom in een dikke en korte stam, meer en gemakkelijker stoffen transporteert dan de sapstroom in een dunne, lange stam. Vergelijk een dikke korte stam met een korte vijfbaans snelweg en een lange dunne stam met een lang en kronkelend landweggetje. Over de vijfbaans snelweg kan veel meer verkeer dan het landweggetje. Hoe dikker en korter de stam van een wietplant, hoe sneller en gemakkelijker de sapstroom verloopt, en hoe meer wiet (groei) de plant produceert.

Dikke korte stammen kweken

Dikke korte stammen zijn dus gewenst. De sapstroom verloopt sneller en beter en bovendien kunnen dikke korte stammen meer gewicht dragen wanneer de toppen in de bloeifase zwaarder worden.

Het kweken van een wietplant met een dikke en korte stam doe je in de groeifase en begint vrijwel direct nadat een zaailing boven de grond komt. Licht en een goede luchtcirculatie zijn hierbij van het grootste belang. Met voldoende licht in de juiste kleur en een continue luchtstroom, zorg je ervoor dat stammen kort blijven en stevig dik worden. Krijgt een wietplant te weinig licht of licht in de verkeerde kleur, dan gebeurt het tegenovergestelde en zullen internodes zich gaan uitrekken tot een lange dunne stam die gemakkelijk omvalt en de sapstroom onnodig veel energie kost.

Het kweken van een dikke korte stam begint direct na het ontkiemen. Foto: CAPJAH, Shutterstock

Licht

Een goede kweeklamp voor de groeifase, zorgt er gek genoeg juist voor dat wietplanten mooi kort blijven. Het koele groeilicht moet veel blauw en wit licht bevatten om een groeiende stam tevreden te houden. Krijgt een groeiende wietplant daarentegen juist veel rood licht of te weinig licht, dan zal ze haar internodes gaan rekken. De plant wordt dan snel langer (en dunner) omdat ze door het gebrek aan (blauw) licht de hoogte in gaat in de hoop om daar meer licht te ontvangen. Ze probeert boven andere omringende planten uit te groeien en voert een strijd om meer lichtenergie.

Probeer te voorkomen dat je wietplant een concurrentiestrijd voor licht voert, door haar vanaf het begin direct voldoende licht te geven. Wanneer je met hogedruk assimilatielampen kweekt, gebruik dan een metaal halide bulb tijdens de groeifase. Let er hierbij wel even op dat je een voorschakelapparaat gebruikt dat ook geschikt is voor metaal halide bulbs. Kweek je met fluorescente lampen zoals spaarlampen en TL of T5 buizen, gebruik dan de koele witte variant tijdens de groeifase, tussen de 4500 en 6500 graden Kelvin. De laatste cijfers van de kleur op de verpakking staan voor het aantal graden Kelvin, een spaarlamp met de kleur 865 heeft bijvoorbeeld de kleur 6500 Kelvin.

Lichtkleur wordt ook wel gemeten in Kelvin. Korte dikke stammen kweek je met licht tussen de 4500 en 6500 Kelvin. Foto: Zern Liew, Shutterstock

Led kweeklampen hebben soms een aparte schakelaar voor de groei- en de bloeifase, maar er zijn ook speciale led groeilampen en speciale led bloeilampen. Heeft jouw led een groeistand, gebruik die dan tijdens de groeifase. Ook al produceert je led kweeklamp op de bloeistand meer licht, de rode kleur ervan zal ervoor zorgen dat je wietplant onnodig strekt.

Wind

De tweede belangrijkste factor voor een stevige korte stam, is wind. Wanneer je je zaailing of gewortelde stek vanaf het begin blootstelt aan een windje, zal ze zich hiertegen wapenen door dikker en sterker te worden. De wind zet de stam in beweging en de plant reageert hierop met een sterkere stam. Ze wil per slot van rekening niet omver geblazen worden.

Het beste hiervoor, is gebruik te maken van een zogenaamde zwenkventilator. Deze draait constant heen en weer zodat ze niet de hele tijd op één plant gericht staat en alle planten bereikt kunnen worden. Wanneer je een ventilator gebruikt die niet beweegt, probeer hem dan vlak boven het bladerdek te richten. Zorg ervoor dat de bladeren altijd licht in beweging blijven.

Gebruik bij voorkeur een zwenkventilator om de stammen van je wietplanten in beweging te houden. Foto: AlexLMX, Shutterstock

Wanneer een ventilator te hard op één plant blaast, kan dat ervoor zorgen dat de bladeren uitdrogen en verbranden. De continue bries op dezelfde plek, zorgt ervoor dat de bladeren te snel vocht verdampen waardoor het blad kan uitdrogen. Een licht briesje dus, liefst van een zwenkventilator die steeds in beweging blijft.

[Openingsfoto: TBurke, Shutterstock]
(advertentie)