(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Commerciële wietkwekers gebruiken vrijwel altijd stekken, voor een goede opbrengst en voorspelbare eigenschappen op het gebied van smaak en effect. Thuiskwekers zijn meestal echter aangewezen op wietplanten uit zaden, en dus verschillende fenotypen. Toch voorspellen zaailingen al veel over de kwaliteit van de planten en de opbrengst. Áls je weet waar je op moet letten…

Als kleine thuiskweker met niet meer dan een handjevol wietplanten voor eigen gebruik, heb je meestal niet de tijd en ruimte om er een moederplant op na te houden en je eigen stekken te maken. Stekken aankopen is doorgaans ook geen optie voor de hobbyist. Stekkenboeren liggen niet voor het oprapen en leveren doorgaans alleen aan vaste afnemers.

Alleen je beste zaailingen

En dus gebruiken de meeste kwekers wietzaden om hun kweekruimtes mee te vullen, en uit zaden komen altijd verschillende fenotypen. De planten hebben met andere woorden kleine (of soms grote) verschillen onderling, ook al zijn het zaden van dezelfde wietsoort. Je weet dus nooit helemaal exact hoe een zaadje precies zal uitgroeien. Aan zaailingen kun je echter wel veel zien en voorspellen. Het loont dan ook de moeite om wat meer wietzaden te laten ontkiemen, en alleen de meest kansrijke zaailingen te selecteren voor je kweek.

Wietstekken zijn altijd uniform maar zaailingen niet. Foto: ElRoi, Shutterstock

Kiempercentage en kiemtijd

De allereerste tekens van een goede of minder goede wietplant, zijn het percentage van je zaden die ontkiemen en de kiemsnelheid. Deze waardes worden beïnvloed door de genen van de zaden, maar ook door de kwaliteit van de zaden.

Oude zaden of zaden die niet goed bewaard zijn zullen langzamer ontkiemen. Ook ontkiemen er vaak wat minder zaden. De uiteindelijke groeikracht wordt ook negatief beïnvloed als de zaden oud zijn of slecht bewaard waren. Gebruik dus altijd nieuwe wietzaden die niet ouder dan een jaar of twee zijn. Tenzij je een bijzondere soort in handen hebt die niet meer leverbaar is, of er een andere reden is waarom je die ene soort toch per se wil kweken.

Over het algemeen zouden verse wietzaden niet ouder dan een paar jaar, binnen twee tot vijf dagen moeten uitkomen. We gaan er dan wel vanuit dat je op een goede manier ontkiemt, en bijvoorbeeld de koffiefilter-methode toepast. Tenzij er iets mis is met de omstandigheden tijdens het ontkiemen mag je er vanuit gaan dat een zaadje dat niet ontkiemt, op voorhand al waardeloos was.

Langzame ontkiemers

Wanneer wietzaden aanzienlijk langer de tijd nodig hebben om te ontkiemen. Dan kan dat betekenen dat het wellicht oude zaden waren, die een deel van hun groeikracht zijn verloren. Deze tekortkoming werkt doorgaans door gedurende de gehele cyclus, en levert meestal een zwakkere plant op. Zulke planten zijn vatbaarder voor ziektes en schimmels en andere problemen en zullen waarschijnlijk geen topoogsten afleveren.

Langzaam ontkiemen kan echter ook betekenen dat de omstandigheden tijdens het ontkiemen niet optimaal waren voor dit specifieke zaadje. Wanneer het merendeel van je wietzaden niet goed of langzaam ontkiemen, controleer dan eerst of de omstandigheden wel optimaal zijn, en maak de nodige aanpassingen.

Wanneer de meeste zaden wel snel en goed ontkiemen, dan kun je ervan uitgaan dat de zaden die dat niet doen van een mindere kwaliteit zijn. Verwijder zulke zaailingen, tenzij je een goede reden hebt om ze toch te kweken.

Langzaam of niet kiemende wietzaden missen vaak groeikracht, en dat geldt meestal voor de gehele cyclus. Foto: Dmytro Tyshchenko

Groeisnelheid

Nadat je een ontkiemd zaadje geplant hebt verschijnen de allereerste ronde lobblaadjes als het goed is al snel. Binnen één dag zou een gezonde zaailing minstens een halve centimeter boven de grond moeten zijn. Binnen twee weken verschijnen de eerste paren gekartelde blaadjes, wordt de stam wat dikker en langer en de bladeren groter. Na de eerste 14 dagen zou een gezonde zaailing minstens 10 centimeter hoog moeten zijn.

De eerste groei en ontwikkeling voorspellen veel over het fenotype en de kwaliteit van de uiteindelijke plant. Wanneer de eerste blaadjes gemuteerd zijn of bijvoorbeeld niet zo symmetrisch zijn, dan kan dat duiden op een slechtere genetische aanleg.

De stam

Je kunt ook al het een en ander voorspellen over het uiteindelijke fenotypes door naar verschillen in vorm, kleur en grootte van de bladeren te kijken, maar een van de beste indicators van de gezondheid is de stam. Een gezonde stam kan het gewicht van de plant met gemak dragen, is groen van kleur en minstens zo dik als een satéstokje.

Dunne en verkleurde zaailingen die ondersteuning nodig hebben zijn een slecht teken, en zullen meestal niet vanzelf weer rechtop groeien. Dit kan echter ook het gevolg zijn avn de omstandigheden. Misschien is de pH-waarde verkeerd of de aarde te nat. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat het licht niet krachtig genoeg is, te krachtig is, of het verkeerde lichtspectrum heeft.

Verzeker jezelf van de juiste omstandigheden voordat je deze problemen aan de genetica toeschrijft. Het percentage aan uitvallers zegt daarover ook veel. Zijn de meeste zaailingen gezond en sterk, en heb je één of enkele afwijkende of zwakkere exemplaren dan mag je aannemen dat de oorzaak genetisch is. Zijn de meeste zaailingen zwak of slecht dan ligt het eerder aan de omstandigheden. Lees hier wat de juiste omstandigheden zijn voor zaailingen.

Onder goede omstandigheden zou een zaailing na de eerste twee weken minstens 10 centimeter hoog moeten zijn, en minstens drie nodes moeten hebben. Tenzij je een andere goede reden hebt om een zaailing toch in leven te houden, kun je de zaailingen die hier niet aan voldoen het beste elimineren.

Gemuteerde, verkleurde of misvormde zaailingen kun je beter verwijderen.

Kenmerken van goede zaailingen

Kenmerken van goede en gezonde zaailingen zijn een frisse lichtgroene kleur van zowel de blaadjes als de stammen. Paarse stammetjes zijn een teken dat de zaailing het moeilijk heeft. De worteltjes zijn dan misschien onderontwikkeld of niet in staat om voeding goed op te nemen.

Gezonde zaailingen hebben blaadjes die horizontaal groeien of een beetje schuin omhoog gericht staan. Als de bladeren omlaag hangen of verkleuren is dat een teken dat de zaailing de omstandigheden niet aankan. Tenzij andere zaailingen ook hangende en/of verkleurde blaadjes hebben kun je zulke zaailingen beter verwijderen. Gezonde zaailingen laten ook een gezonde ontwikkeling zien, en zouden dagelijks wat groter moeten worden.

Wortels

Ook aan de ontwikkeling van de wortels kun je veel zien maar helaas zie je die pas bij het verpotten (tenzij je hydrologisch kweekt in een DWC-systeem). Let dan op de dichtheid en kleur van het wortelstelsel; een gezonde zaailing heeft na twee weken een vol wortelstelsel en mooie witte wortels.

Over het algemeen is het belangrijk dat zaailingen niet te veel afwijken van de rest. Als meer dan 10 procent van je zaailingen slechte kenmerken laat zien, dan ligt dat meestal aan de omstandigheden. Als 90 procent van je zaailingen zich wel goed ontwikkelen, beschouw achterblijvers of zaailingen die extra aandacht nodig hebben dan als zwakkere exemplaren van een lagere kwaliteit.

Een gezonde zaailing staat zelf overeind en heeft een stevige en frisse lichtgroene stam. Foto: Cannabis_Pic

[Openingsfoto: ElRoi, Shutterstock]
(advertentie)