Topstories

(advertentie)

Drie uur lang debatteerden de drugswoordvoerders in de Tweede Kamer over coffeeshopbeleid met de nieuwe ministers Ferdinand Grapperhaus (justitie) en Bruno Bruins (volksgezondheid). Beide ministers beloofden het experiment met gereguleerde cannabisteelt “zeer serieus” te nemen. Veel bleef onduidelijk, maar vergeleken met het Opstelten-Teeven tijdperk was het overleg een verademing.

Wietexperiment uitsluitend met coffeeshops

Voor het eerst gingen de beide nieuwe CDA-ministers dieper in op het kabinetsplan voor experimenten met gereguleerde cannabisteelt. Zij sloegen een paar piketpaaltjes, zoals dat in Haags jargon heet. Het maximaal aantal gemeenten blijft tien en de experimenten blijven uniform. Grapperhaus: “Het is een klein experiment, zes tot tien gemeenten. Als je ook nog eens allerlei verschillende experimenten gaat doen binnen dat kleine kader, ja, dan weet ik zelf als voormalig wetenschapper, dan wordt het heel moeilijk om conclusies te trekken.” En het gaat alleen over coffeeshops: “geen social cannabis clubs, geen distributie met vending machines”, aldus Grapperhaus, die daarmee het proefballonnetje van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb lek prikte.

Belangrijke rol voor adviesommissie

Er komt “een aanbesteding vanuit het rijk” voor telers en een onafhankelijke begeleidingscommissie voor de experimenten, die ook zal adviseren over de selectie van de gemeenten. Niet onbelangrijk was de opmerking van VWS minister Bruins: “Natuurlijk gaat het over kwaliteitseisen die we stellen aan de teelt, zoals het verbod op het gebruik van schadelijke middelen en minima en maximum gehaltes voor THC en CBD. Dat zijn voorbeelden, maar dat moet u niet beschouwen als een limitatieve opsomming.”

Ook bij deze eisen speelt de nieuwe commissie een grote rol, benadrukte Bruins (onderstaande foto).

‘Nieuwe tijd’

Meerdere Kamerleden, onder wie Vera Bergkamp (D66), Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) en Attje Kuiken (PvdA) vroegen of de coffeeshopbranche betrokken gaat worden. Het duurde even, maar uiteindelijk zei Grapperhaus klip en klaar: “Ja, de coffeeshopsector wordt betrokken.”

Woorden die de vorige minister, Ard van der Steur, laat staan zijn voorganger Ivo Opstelten, nooit over de lippen heeft gekregen. Zoals Vera Bergkamp constateerde: “Dit is een nieuwe tijd.”

‘Laten we uit onze ideologische loopgraven komen en het debat voeren op feiten’ – Vera Bergkamp (D66)

Dat gold ook voor Madeleine van Toorenburg, de drugswoordvoerdster van het CDA. Haar inhoudelijke pirouettes waren vermakelijk en dodelijk voor haar geloofwaardigheid – voor zover nog aanwezig. Ja, ze had cannabis dan wel een sluipmoordenaar genoemd, maar het was juist consequent dat ze nu voorstander van regulering is. “Je kunt je wel als een molletje ingraven, maar die coffeeshops zijn er”, aldus Van Toorenburg. Ze erkende zelfs dat het lastig zal worden om in Amsterdam het ingezetenencriterium te handhaven, dus dat hoefde niet. Lokaal maatwerk. Ook een ommezwaai van jewelste. Flipfloppen, noemen ze dat in Amerika.

Reefer Madness

SGP-er Cees van der Staaij zorgde voor een scheutje ouderwetse reefer madness door cannabis “dit giftige kruid” te noemen. Het plan voor de experimenten vindt de SGP “met stip” het slechtste uit het regeerakkoord van Rutte III.

De meest memorabele woorden kwamen wat mij betreft van Vera Bergkamp: “Voor mij was het ministerie van justitie altijd een toonbeeld van betrouwbaarheid. Het verdedigen van de rechtsstaat, voor de mensenrechten. Maar ik moet zeggen, sinds ik in de Kamer zit, is dat beeld wel veranderd en zijn er barstjes gekomen. Het ministerie is politiek geworden, ideologisch. En eigenlijk ook geradicaliseerd als het gaat over drugs.”

D66: ‘Debat voeren op feiten’

Vera Bergkamp belooft ook het nodige vuurwerk in de nabije toekomst. “Ik heb dit gezien in de zaak Van Laarhoven, waar het laatste nog niet over gezegd is, ik heb het gezien als het gaat over het softdrugsbeleid en niet in de laatste plaats bij mijn eigen initiatiefwet voor een gesloten coffeeshopketen. Het frustreren van het onafhankelijk onderzoek van het WODC, wat naar boven kwam door uitstekend journalistiek werk, is een dieptepunt in de geloofwaardigheid van het ministerie. Er komt nog een debat aan, maar ik vind het wel belangrijk om dit alvast als aftrap mee te geven. Ik hoop dan ook oprecht dat de naamswijziging van het ministerie ook een cultuurverandering betekent. Laten we uit onze ideologische loopgraven komen en het debat voeren op feiten.”

Uitstekend idee. Niet pleiten, maar feiten!

Het debat terug kijken kan HIER

[alle beelden zijn video stills van tv-debat]

(advertentie)