(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Wiet kweken is niet moeilijk maar vereist wel wat basiskennis. In CNNBS basics spijkeren we deze basiskennis bij, zodat iedereen die dat wil zijn eigen eersteklas cannabis kan kweken. Met name het oosten, drogen en curen (laten rijpen) van wiet is van grote invloed op de kwaliteit en kan een goed gekweekte wietplant maken of breken. 

Kwekers richten zich in eerste instantie vooral op de kweek zelf. Logisch maar een goede nabehandeling is wellicht nog veel belangrijker voor de uiteindelijke kwaliteit van de gekweekte wiet. Het kan goed gekweekte wiet geweldig maken maar ook helemaal verpesten.

Het juiste oogstmoment

Na pak ‘m beet een maand of drie voor je wietplanten gezorgd te hebben, komt een moment waarop je ze zult moeten oogsten. Een feestelijk moment waar je lang op hebt gewacht maar pak niet zomaar de schaar ter hand. Een goede oogst begint namelijk met het bepalen van het juiste oogstmoment en dat blijkt voor veel kwekers nog steeds een lastig dilemma.

Om te bepalen of het uur van de waarheid voor je wietplant is aangebroken kun je twee methodes toepassen. Het nauwkeurigst is om daarvoor met een microscoop te kijken naar de minuscuul kleine harsdruppeltjes ofwel de trichomen. Een kleine goedkope draagbare microscoop voldoet daarvoor prima. De trichomen bevatten namelijk alle werkzame stoffen uit cannabis en verkleuren aan het einde van de bloeifase. Aan de hand van de kleur kun je zien of de wiet klaar is voor de oogst of dat de plant nog wat langer moet blijven bloeien.

Wanneer cannabis nog niet oogstrijp is, zijn de trichomen transparant van kleur. Naarmate de trichomen rijpen komt er meer THC in de trichomen en dat zorgt ervoor dat ze wittig en troebel van kleur worden. In het laatste stadium wordt de THC ook weer afgebroken en kleuren de trichomen bruin. Niet alle trichomen verkleuren echter tegelijk en het beste oogstmoment is dan ook wanneer de meeste trichomen wit van kleur zijn. Een klein deel van de trichomen zijn dan al bruin van kleur.

Een andere manier om te bepalen of het al oogsttijd is, is door de toppen zelf goed te bekijken. Deze methode is minder nauwkeurig maar volstaat wanneer je geen microscoop hebt. De bloeiharen, toppen zelf en de bladeren zijn drie indicators waarop je dan moet letten. Je wiet is rijp voor de oogst wanneer zo’n 80 procent van de bloeiharen bruin en verschrompeld zijn. Tegelijk zullen de toppen er dan dik en opgezwollen uitzien en een deel van de bladeren vergeeld zijn.

Oogsten en knippen

Het oogsten zelf is makkelijk maar wel een arbeidsintensief klusje dat van grote invloed is op de looks van je wiet. Hoe nauwkeuriger je knipt, hoe mooier je wiet uiteindelijk wordt. Begin met het plukken van de grote schutbladeren. Dit zijn de grootste bladeren waarvan je duidelijk de steel ziet, je kunt ze het makkelijkst met de hand plukken terwijl de plant zelf nog in de grond staat.

Wanneer je alle schutbladeren hebt verwijderd knip je de takken één voor één af om ze boven een dienblad schoon te knippen. Het dienblad zorgt ervoor dat de kleine suikerblaadjes worden opgevangen zodat ze niet verloren gaan. De kleine blaadjes die uit de toppen steken bevatten namelijk veel trichomen en kun je dus prima gebruiken om mee te koken, wietolie mee te maken of gewoon om te verdampen.

Neem een puntige schaar en knip alle blaadjes die nu nog aan de plant zitten en uit de toppen steken, zo dicht mogelijk bij de toppen af. Wanneer je klaar bent kun je overgaan tot de volgende stap: drogen.

Langzaam laten drogen

Het drogen van wiet kan op twee manieren, ondersteboven hangend aan een waslijn of liggend op een droogrek. De eerste manier heeft de voorkeur want toppen die liggend drogen, worden daardoor een beetje platgedrukt. De smaak blijft hetzelfde maar het ziet er gewoon niet zo mooi uit. Hang de schoon geknipte takken dus op aan een lijntje of knip de toppen van de takken en plaats ze in het droogrek.

Om de beste smaak in de wiet naar voren te krijgen dien je langzaam en in het donker te drogen. Dit gaat uitstekend in een lege kweektent of kast. Om schimmel te voorkomen dien je de lucht in de droogruimte te verversen. Zet dus alleen de afzuiger aan bij het drogen maar laat verder alle ventilators uit. Wanneer je je kweekruimte op deze manier gebruikt om te drogen wordt de geur ook meteen gefilterd door je koolstoffilter. Droog je in een andere ruimte dan valt het aan te raden om ook daar een afzuiger en een koolstoffilter te installeren.

Het drogen moet langzaam gebeuren dus zet de kachel niet extra hoog om het proces te versnellen. Na een dag of tien kun je controleren of de wiet droog genoeg is om opgeborgen te worden voor het curen. Dit doe je door de takken aan een knaktest te onderwerpen. Buig een paar takken om te zien of ze met een duidelijk hoorbare knak breken. Is dit het geval dan is de wiet droog genoeg maar knakken de takken niet dan moet de wiet nog wat langer drogen.

Cannabis curen

Na het drogen komt de laatste stap: het laten rijpen van de wiet, oftewel curen. Je kunt natuurlijk vast wat van je wiet proeven maar na het curen smaakt het nóg veel lekkerder. Het curen heeft een tweeledige werking, aan de ene kant verdeelt het laatste in de top aanwezige vocht zich en aan de andere kant breekt een deel van het bladgroen tijdens het curen af. Na het curen ruikt en smaakt je wiet optimaal, de gras achtige geur verdwijnt en maakt plaats voor de heerlijke zoete geur van de hars van je wiet.

Hou je wiet in de gaten tijdens het curen. Open de potten in het begin dagelijks en pas op voor schimmel! Foto: Roxana Gonzalez, Shutterstock

Curen gaat het beste in glazen weckpotten. Knip de toppen na het drogen los van de takken en stop ze erin. Vul de potten voor ongeveer 80% zodat de toppen losjes op elkaar liggen. Zet de gesloten potten met wiet op een donkere plaats bij kamertemperatuur. In de eerste twee weken van het curen schud/schep je de wiet elke dag even voorzichtig om en zet je de potten een kwartier open. Het laatste vocht kan zo ontsnappen. Na een week of twee in de cure-potten is de wiet klaar om te roken, geniet ervan!

(advertentie)