(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Deze week hield minister van justitie en veiligheid Dilan Yesilgöz (VVD) de jaarlijkse HJ Schoo-lezing. Hendrik Jan Schoo was hoofdredacteur van het rechtse weekblad Elsevier, dat tegenwoordig EW Magazine heet. De lezing is een prestigieuze affaire en geldt als opening van het politieke jaar. Yesilgöz maakt zich zorgen om de afstand tussen burger en politiek, de rechtsstaat en de vrijheid in ons land. Eh… pardon?

‘Het is hier geen “wet is wet”‘

Yesilgöz, die hier en daar wordt getipt als opvolger van Mark Rutte, begon met haar persoonlijke verhaal. Toen ze acht jaar was vluchtten haar ouders uit Turkije voor het militaire regime dat alle democratische waarden en rechten aan de kant had geschoven. Haar ouders vochten voor die waarden en rechten tot dat te gevaarlijk werd. Maar in Nederland, zo is haar indruk, zijn we ‘het belang van onze fundamenten vergeten’. We zijn vergeten ‘dat een goed functionerende democratische rechtsstaat de waarborg is die maakt, dat wij in vrijheid kunnen leven’.

De rechtsstaat moet garanderen dat elke handeling van de overheid gebaseerd is op een democratisch tot stand gekomen wet. Yesilgöz: ‘Een wet bovendien die er niet op gericht is om onze vrijheid in te perken – want het is hier geen “wet is wet”, of “bevel is bevel”. Onze wetten zijn er om ons rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te bieden.’

Systeem belangrijker dan de mens

Dat klinkt goed. En de minister erkende dat dit mis gegaan is bij de toeslagenaffaire en de ellende rond de gaswinning in Groningen.

Ze haalde de Duitse filosofe Hannah Arendt aan, die waarschuwde dat in moderne democratieën het gevaar loert dat het systeem en de technische expertise belangrijker worden gevonden dan menselijke ervaring. Dan kan een democratie los komen te staan van wat mensen echt meemaken en nodig hebben. Yesilgöz: ‘Dit is niet een bewust en gecalculeerd proces, maar wel één met mogelijk zeer ongewenste consequenties.’

Weinig recht bij de Hollandse Hennepoorlog

Het is moeilijk om bij deze woorden niet aan de Hollandse Hennepoorlog te denken. Nog steeds worden thuistelers zonder pardon uit hun huis gezet, ook als zij hun cannabis medicinaal gebruiken. Die dreiging geldt vooral voor huurders; wie een koophuis heeft, hoeft zich weinig zorgen te maken. Hoezo rechtsgelijkheid?

Meer dan vijf gram wiet of hasj in huis hebben is wettelijk genoeg reden voor huisuitzetting. En ook al koop je in een coffeeshop, bezit van cannabis is nog steeds verboden. De politie kan dus altijd elke hoeveelheid van je afpakken. Hoezo rechtszekerheid?

Mensen verliezen hun rijbewijs na een speekseltest waarbij sporen van THC worden gevonden, ook al waren ze helemaal niet meer onder invloed. Nog steeds mogen coffeeshops hun wiet niet laten testen in een lab, terwijl er veel vervuilde wiet in omloop is. Dat heeft weer alles te maken met de jacht op kwekers en op de voorraden van coffeeshops. De onveiligheid rond de achterdeur en de absurde 500 grams voorraadregel blijven gewoon bestaan, met dank aan de eindeloos vertraagde wietproef.

Versleten mantra’s

En laten we niet vergeten: een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking, de gemeenten, de burgemeesters en de rechters is al jaren voorstander van legalisering. Letterlijk staat er in het meest recente burgemeestersmanifest, van september 2021: ‘Legaliseer softdrugs: haal het verdienmodel weg’.

De burgemeesters noemen het huidige beleid “de gouden roltrap”: mensen verdienen door de illegale achterdeur eenvoudig het beginkapitaal waarmee ze doorgroeien naar zware misdaad. Die roltrap blijft nog wel even bestaan. De kans is groot dat Duitsland cannabis eerder legaliseert dan Nederland.

De minister van Justitie belooft een harde aanpak, maar vergeet de eenvoudigste – zo niet de enige – oplossing voor het drugsprobleem: legaliseren

‘Hoe hebben we het zover kunnen laten komen!?’ riep Yesilgöz uit in haar lezing, maar helaas ging dat niet over de Hollandse Hennepoorlog of onze internationale achterstand bij legalisering. Ze bedoelde de toeslagenaffaire en Groningen.

Over drugs ging het wel even, maar de minister kwam niet verder dan de versleten mantra’s van haar voorgangers. ‘De georganiseerde drugscriminaliteit heeft jaren en jaren welig kunnen tieren en zich in onze samenleving kunnen nestelen. De waarschuwingen en de zorgen van mensen die dit zagen gebeuren, zijn niet structureel en niet in samenhang opgepakt.’

Royce de Vries: ‘Hoe harder de aanpak, hoe meer er verdiend kan worden’

Zelfs het CDA frame over de vermeende verantwoordelijkheid van de drugsconsument voor de ellende die de drugsoorlog veroorzaakt kwam voorbij. Yesilgöz: ‘Het is nodig dat mensen die drugs gebruiken zich rekenschap gaan geven van de wereld daarachter.’

Waarbij ze dan ook nog de moord op Peter R. de Vries noemde, in dezelfde week dat zijn zoon Royce duidelijk uitlegde waarom de war on drugs contraproductief werkt. In gesprek met NRC zei De Vries junior:

‘Je zou je kunnen afvragen of de war on drugs, die al tientallen jaren gaande is, wel zin heeft. Volgens mij is er geen gram minder op de markt gekomen. Moet je na al die tijd niet eens kijken of je bepaalde dingen kunt legaliseren? Want als je legaliseert, zal de criminaliteit afnemen. Daar ben ik van overtuigd, want ze handelen niet in drugs uit een soort moreel gevoel. Ze doen het omdát het illegaal is en er daardoor veel geld te maken is. Hoe harder de aanpak, hoe meer er verdiend kan worden.’

Waarom luistert de minister van justitie niet?

Zou Yesilgöz dit nou werkelijk niet begrijpen? Ze deed een hoop beloftes in haar lezing, ze zal ‘alles op alles zetten’ om ‘terroristen en drugscriminelen in ons land aan te pakken’ en ‘te voorkomen dat jonge jongens grote criminelen worden’.

Maar waarom luistert ze dan niet naar de burgemeesters en zet ze de gouden roltrap waarmee jonge jongens grote criminelen worden stil door cannabis zo snel mogelijk te legaliseren?

We mogen van haar verwachten, zei Yesilgöz, ‘dat ik sta voor onze manier van leven, dat ik onze vrijheden bescherm’. De hypocrisie druipt er vanaf. Hoe kan een liberaal er mee instemmen dat de staat bepaalt welke planten volwassen burgers in hun tuin hebben staan? Welke vrijheid wordt beschermd door het achterhaalde en contraproductieve cannabisverbod?

Kan de minister daar niet eens een mooie lezing over geven?

[foto’s Dilan Yesilgöz: ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman]
(advertentie)