(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Steeds dieper dringen Def P en Fenske door in Azië tijdens hun wereldreis per trein. De grenzen met China en Mongolië komen eraan en dat levert weer een hoop grappige ergernis op. In de flashback kijkt de rapper terug op een live optreden van de Osdorp Posse dat ze bewust wat fokken 😉

 

Zaterdag 22 mei – Trans Mongolië Express

DSC_1067Deze ochtend zijn we onwaarschijnlijk vroeg op de trein gestapt. We zitten nu in een vierpersoons treincoupé en toevallig moeten we deze delen met twee Nederlanders. Hoewel toeval, waarschijnlijk is dit bewust zo ingedeeld want er zitten meer Nederlanders in onze wagon. We rijden in een Chinese trein en zo te zien zitten de Russen, Chinezen en Mongoliërs ook bij elkaar ingedeeld. Het nadeel van samen met Nederlanders reizen is dat je in eerste instantie het gevoel krijgt dat het je verre reis minder bijzonder maakt. En je kunt minder vrijuit spreken met elkaar. Maar aan de andere kant, zij kunnen natuurlijk hetzelfde door ons denken. Nederlanders zijn nou eenmaal een reislustig volk dat overal op aarde als kakkerlakken opduikt.

Vier is net zo leuk als twee

Fenske is al gauw in gesprek met de heren. We leren elkaar wat beter kennen en merken meteen dat een treinreis door Mongolië voor vier personen in een coupé eigenlijk net zo’n indrukwekkende ervaring is als voor twee. Onze medereizigers heten Chris en Harold. Een advocaat en een politieagent, allebei ergens achter in de dertig. We zijn ze al eerder op deze reis tegengekomen. Ze hebben allebei vrouw en kinderen thuis die ze een keer mogen achterlaten voor het grote avontuur. Gelukkig zijn het allebei relaxte lui waar we leuke gesprekken mee hebben. We ruimen onze bagage in, maken onze bedjes op en gaan meteen liggen omdat het nog steeds erg vroeg en nog donker is. De trein is nogal warm van binnen, dus we hebben allemaal genoeg aan een dun lakentje. Een paar Engelse meiden die bij ons in de buurt slapen staan buiten een sigaretje te roken en vertellen dat ze vannacht speciaal opblijven om het Baikalmeer te zien. Wij kunnen dat uitzicht al, dus we gaan slapen. Het voelt meteen weer vertrouwd om in een rijdende trein te liggen, dus we vallen allemaal als een blok in slaap.

Ik kijk naar links en zie tot mijn verbazing nog steeds het Baikalmeer. Vanonder mijn dunne lakentje zie ik door alle ochtendnevel heen dat er zelfs ijsschotsen in het meer drijven!

DSC_1066Na een paar uur slapen word ik wakker van een ijzige kou. Het is inmiddels licht geworden. Ik kijk naar links en zie tot mijn verbazing nog steeds het Baikalmeer. Vanonder mijn dunne lakentje zie ik door alle ochtendnevel heen dat er zelfs ijsschotsen in het meer drijven! Geen wonder dat ik wakker werd. De temperatuur in de trein is van klef warm naar ijskoud gedaald. Het uitzicht is betoverend, dus ik kan me goed voorstellen dat sommige reizigers hier de hele nacht voor opblijven. Ik pak de extra dekens er bij. Ook voor Fenske. Die ligt nog in een diepe slaap, maar die wordt anders ook wakker van de kou. Ik dek ons allebei goed toe. Ik voel mijn lijf opwarmen en val meteen weer in slaap.

Droom in een droom…

Dan overkomt me iets vreemds. Ik loop door de trein en kom een oude bekende uit Nederland tegen. Ik maak een praatje met hem en zeg iets in de trant van: ‘Zo, wat toevallig dat jij ook in deze trein zit.’ ‘Dit is geen toeval hoor’ zegt de kennis. ‘Hoezo?’ zeg ik. ‘Dat merk je nog wel’ zegt hij. Op dat moment schokt de hele trein hevig door een hobbel in de rails. Ik schrik er wakker van. Een vreemde droom? Even later loop ik door de trein en dit keer kom ik die kennis echt tegen! ‘Zie je wel dat het geen toeval was?’ zegt hij. Ik ben met stomheid geslagen. Opnieuw wordt de hele trein door elkaar gerammeld door een hobbel en weer schrik ik wakker. Dit was een soort droom in een droom. Ik heb wel vaker vreemde dromen, maar het blijft vreemd zo’n ervaring.

Overal zie je vervallen flats in het zand als verdwaalde woonblokken in de woestijn. Net een Dali-schilderij. Surrealistisch en post-apocalyptisch

DSC_1076De andere passagiers beginnen langzaam te ontwaken. We hobbelen door een landschap dat geleidelijk aan steeds heuvelachtiger wordt. We rijden na een korte stop in Ulan-Ude verder in zuidelijke richting en het landschap begint steeds meer te lijken op hoe ik me Mongolië heb voorgesteld. Niet zo gek, want we komen in de buurt. Maar voorlopig rijden we nog steeds door Rusland. Af en toe is het ongelofelijk om te zien hoe de mensen leven in Rusland. Overal zien we afgebrokkelde huizen met hopen vuilnis er tussen. Soms zie je mensen deze hopen vuilnis in de fik steken en er hun eten boven roosteren. De meeste dorpjes zijn van hout, maar soms zie je ook wijken van hoge woonflats. Het valt me op dat er vaak niet eens bestrating tussen de gebouwen ligt. Overal zie je vervallen flats in het zand als verdwaalde woonblokken in de woestijn. Net een Dali-schilderij. Surrealistisch en post-apocalyptisch. Er staan bijna nergens auto’s geparkeerd. Wat je wel heel veel ziet in Rusland is dat auto’s geparkeerd staan in dichte vervallen huisjes van steen. Zonder ramen, met roestige deuren, precies groot genoeg voor een auto. Zij aan zij, rij na rij. Meestal langs het spoor. We gaan naar het restauratie rijtuig om daar onze laatste Russische Roebels om te zetten in een lekker hapje. Het is nu een kwestie van tijd voordat we bij de grensovergang aankomen.

 Grens tussen Rusland en Mongolië

Rond zessen bereiken we de grensovergang tussen Rusland en Mongolië. Na een uur of vier van uitvoerige controles door allerlei uniformen (de één nog gewichtiger dan de ander) komt er rond een uur of tien ’s avonds eindelijk weer wat beweging in de trein. We hebben van onze reisorganisatie een flesje prosecco gekregen omdat het onze huwelijksreis is. Heel attent van ze. We hebben deze speciaal bewaard om de grensovergang te vieren. We juichen iets te vroeg, want nu de fles al zowat leeg is stoppen we in Mongolië nog een keer. Weer het inmiddels bekende verhaal van de uniformen, strenge gezichten, allerlei formulieren en controles. Om een lang verhaal kort te maken: we vertrekken uiteindelijk rond half één ’s nachts. De hele grensovergang duurde alles bij elkaar weer ruim zes uur. Daar wen je nooit aan.

Opgefokte Mongoliër

Harold en Chris benutten de tijd door geld te wisselen met een nogal opgefokte Mongoliër die haastig door de trein loopt met een dik pak geld in zijn handen. Overal biedt hij opdringerig zijn wisseldiensten aan. Ik vertrouw hem voor geen cent, maar Harold en Chris vinden het wel leuk om Mongools geld te halen bij de eerste de beste Mongool. Als de agenten hem in de gaten krijgen maakt de wisselaar zich schichtig uit de voeten. Achteraf zitten we de boel na te rekenen en blijken onze reisgenoten inderdaad te zijn genaaid. Maar dat hoort er ook een beetje bij vinden ze. Het biedt ons in ieder geval een klein beetje entertainment tijdens de eindeloze wachttijd.

Na een uur werkt dit zo op mijn zenuwen dat ik zin krijg om die neuroot uit de trein te sodemieteren. Heel vermoeiend dat soort mensen

 

DSC_1068Je kunt bij de grenzen het beste de humor inzien van al het onvermijdelijke gedoe, want anders wordt je gek. Dat merken we aan een Chinees die vlak bij ons zit. Zwaar geïrriteerd ijsbeert hij zuchtend door de gangen van de trein. Daarbij smijt hij constant met alle deuren. Na een uur werkt dit zo op mijn zenuwen dat ik zin krijg om die neuroot uit de trein te sodemieteren. Heel vermoeiend dat soort mensen. Maar omdat we allemaal erg blij zijn dat we nu eindelijk Rusland verlaten en Mongolië binnentreden kan niets de pret meer drukken. We zijn blij dat we eindelijk kunnen pitten, want dit gaat weer een veel te korte nacht worden.

Chinezen lopen te geinen

In mijn bed lig ik nog even na te denken. Ik vind het zeer onpraktisch dat bij elke grens de twee grensposten compleet langs elkaar heen werken. Iedereen moet steeds twee keer zijn papieren inleveren, twee keer al zijn tassen tevoorschijn halen, twee keer de inhoud tonen en vooral twee keer zijn geduld bewaren. Sommige mensen worden daar een beetje recalcitrant van. Wij als reizigers doen natuurlijk braaf wat ons verteld wordt, maar het Chinese personeel op onze trein loopt onderling duidelijk te geinen achter de ruggen van de strak in het douanepak gehesen Mongoliërs. Ze weten toch dat niemand hen verstaat en omdat zij waarschijnlijk zo’n twee keer per week door deze malle molen heen moeten voelden ze zich duidelijk meer op hun gemak. Ik heb zelf ook wel eens de neiging om een beetje recalcitrant te worden in dit soort situaties. Ik begin wat geintjes te maken en merk dat er onrust ontstaat. Mijn brave coupégenoten zitten hier duidelijk niet op te wachten en zeggen me dit. Ik laat het me geen twee keer vertellen. Dat werkt bij mij soms averechts.

 

KIJK OP DE WIJK

Ergens aan het begin van de jaren ’90 en tevens aan het begin van onze Osdorp Posse-tijd waren we een keer uitgenodigd om aan een politiek televisieprogramma mee te doen. Het was in de Beurs van Berlage, een poepsjiek gebouw dat we toen voor het eerst van binnen zagen. Er werden een aantal belangrijke politici geïnterviewd over de gang van zaken in Nederland. Elco Brinkman van het CDA was die avond de hoofdgast. Wij moesten tussen de gesprekken door een nummertje met onze “kijk op de wijk” rappen en dat werd live de Nederlandse huiskamers binnen geslingerd. Toen we de kleedkamer in werden geloodst zat meneer Brinkman daar al in een stoel om opgemaakt te worden. Hier begon het gezeik eigenlijk al. Wij moesten na hem in de make up, maar dat weigerden we. TV-mensen moeten altijd hun zin hebben, dus dat werd meteen al een nutteloos conflictje. Na wat gezeur moesten we dan toch maar zonder make up de boel gaan doorlopen zodat er tijdens de live uitzending niets mis zou gaan. Geen probleem.

opOptreden tijdens een live uitzending

Het recept was simpel. Iemand zou ons roepen, we doen ons nummer live voor de camera en daarna moesten we ACHTER de camera langs weglopen. We hadden het al lang begrepen, maar de “regizeur” van dat programma herhaalde zeker nog zes keer dat we vooral ACHTER de camera langs moesten. Anders zouden we door het beeld lopen. En dat kon niet meer weggeknipt worden. Ook dat hadden we begrepen. Klaar zou je denken. Nee hoor! Hij bleef maar doorzeiken over hoe belangrijk het was dat we ACHTER de camera langs liepen. Ik heb altijd de neiging een beetje gek te gaan doen als iemand mij als dusdanig behandeld. De tijd tikte verder en de politici werden al wat onrustiger. De “regizeur” werd steeds nerveuzer naarmate het tijdstip naderde van de live uitzending. Toch liep alles prima volgens plan. De politici hadden een slaapverwekkend gesprek en op een gegeven moment werden wij tevoorschijn gehaald als een soort verrassingsact.

De regizeur trok lijkwit weg en leek ter plekke door de grond te zakken van ellende

kobiWe begonnen fanatiek te rappen richting de zittende politici die een beetje onnozel toekeken. Maar voordat we het podium opliepen kwam de regizeur nog even zeggen dat… je raadt het al. Ik dacht alleen nog: ‘Wacht maar, zeikerd!’ Dus na ons rapje ging het gesprek verder en liep ik pontificaal VOOR de camera langs, om nog even naar de mensen in de huiskamer te zwaaien. ‘De groeten aan m’n oma!’ riep ik nog enthousiast. De regizeur trok lijkwit weg en leek ter plekke door de grond te zakken van ellende. Hij kon geen woord meer uitbrengen en stond perplex. We werden meteen weggestuurd door een vriendelijke assistente. We pakten nog wat broodjes en biertjes en zeiden de verder debatterende politici live op TV vriendelijk gedag. ‘Doei!!!’

Van Kooten ging rappen

De volgende dag keek ik naar het programma “Keek Op De Week” dat van Kooten en de Bie toen maakten. Zij vonden ons TV-optreden blijkbaar opmerkelijk, want ze hadden precies dat stukje uitgekozen om stil te zetten op het scherm achter hen. Van Kooten begon zelf ook te rappen. Best geinig. Als ik mij goed herinner rapten ze dat politici en jongeren niet zo moesten zeuren. Tja, we zijn niet allemaal regizeur.

Volgende keer in Def P ‘Heen en Onweer’: Mongolië + GEHORIG HUISJE

(advertentie)