- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Def P – ‘Heen en Onweer’ – deel 2
Met stip op 1 in de RollingStoned Top 7; de eerste column van rapper-schilder-schrijver Def P vorige week! Exclusief doet hij verslag van zijn wereldreis, waarbij ieder hoofdstuk ook nog een flashback kent. Dit keer wandelen we door Berlijn én keren we terug naar het Amsterdam van 1969.
Berlijn
‘Oké en nu?’ Vanaf het Centraal Station van Berlijn moeten we ons hotel in Oost Berlijn zien te vinden. ‘Heb jij dat kaartje nog?’ Het grauwe plattegrondje dat ik thuis heb uitgeprint is erg onduidelijk, maar we kunnen in ieder geval zien dat het hotel vlak bij een metrostation ligt. Maar welke? Mijn printje is waardeloos. ‘Geen moeilijk gedoe nou hoor’ zegt Fens en loopt naar een officieel informatiepunt. Er staat een lange rij, maar dit kan ons evengoed een hoop tijd schelen. We wachten netjes onze beurt af.
Een chagrijnige baliebrompot met een kale kop en een grote walrussnor vertelt ons welke halte we uit moeten stappen. We doen precies wat hij zegt, waardoor we nu met volle bepakking door de regen sjouwen. We kijken goed om ons heen, maar zien alleen maar een vreemde stad onder een donker pak regenwolken. Er is hier van alles en nog wat, maar niet ons hotel. We spreken een paar Duitse mensen aan en hopen dat zij ons kaartje wel kunnen ontcijferen. Gelukkig zijn onze oosterburen over het algemeen zeer behulpzaam. Na twee keer vragen lopen we vol vertrouwen de goede kant op. Een half uur lang sjouwen we onze bagage door de regen. Koud en vermoeid komen we steeds dichter bij ons hotel in de buurt.
Lady Gaga voor en nana
Dat blijkt dus gewoon op een steenworp afstand van de Ostbahnhof te liggen. ‘Lekker dan, we hadden zowat voor de deur kunnen uitstappen!’ mopper ik. Het is een grauwe dag, maar ik wordt toch blij als ik “ons” gebouw in vrolijke kleuren zie opdoemen. Een groot bord met de juiste hotelnaam bevestigd onze vondst. Eindelijk! We checken in en stappen een kleurrijke designkamer binnen met overwegend oranje en bruine tinten. Her en der staan grappige jaren ’70 attributen. ‘Lekker retro hier!’ Ik begin te pielen aan een radiotype die mijn oma vroeger ook had en deze blijkt nog gewoon te werken. Alleen aan de moderne muziek die uit de speakers jengelt kun je merken dat het hier stiekem toch 2010 is. Lady Gaga voor en nana. We trekken onze natte kleren uit en voelen ons meteen thuis. Even lekker opwarmen en bijkomen van de reis.
De cafés en terrasjes zitten goed vol en tot onze verbazing rookt iedereen hier nog binnen. Schijt aan de Europese betutteling dus
Fens en ik struinen op de bonnefooi door de verduisterde stad. Tijd om ons onder te dompelen in de sfeer van Oost-Berlijn. De architectuur maakt nog steeds een grauwe Oostblok indruk, maar omdat de vele uitgaansgelegenheden gezellig verlicht zijn geeft dat de stad ook wel een bepaalde charme. Zo grijs als de geschiedenis is, zo kleurrijk lijkt de toekomst voor Berlijn en dat voel je aan de sfeer hier. De cafés en terrasjes zitten goed vol en tot onze verbazing rookt iedereen hier nog binnen. Schijt aan de Europese betutteling dus. In een typisch buurtcafé komt er een man binnenlopen die iedereen begroet door even met zijn knokkels op de tafeltjes te kloppen waar mensen aan zitten. Ook bij ons, dus niet alleen bij bekenden. Een aparte gewoonte die mij vreemd is. Het heeft wel iets sympathieks.
In Boxhangenerplatz komen we een drietal Nederlanders tegen waar we in de trein ook al de bar mee deelden. Ze bonken hard op het raam van een kroeg waar we langs lopen. Ze hadden me in de trein al van een afstandje herkend, maar nu we een halve dag verder zijn hebben de heren een goeie slok op. Ze begroeten ons uitbundig alsof we een stel oude bekenden zijn. We raken aan de praat over onze plannen we krijgen de tip dat vanavond nog ergens in Berlijn een concert van Bonobo moet plaatsvinden. We worden meteen enthousiast. Toevallig is dat een band die Fens en ik allebei goed vinden en die nog op onze “bands to see”-lijst stond. Via onze Lonely Planet komen we er achter dat de concertzaal vlakbij ons hotel is. Ideaal!
Naar het uitverkochte concert
‘Hier moet het ergens zijn.’ We lopen langs het Maria am Ostbahnhof waar het concert zou moeten plaatsvinden. We wandelen langs één van de weinige originele stukken van de Berlijnse muur die nog overeind staat. Een ongure verschijning in het bleke stadslicht. De zaal blijkt inderdaad vlakbij ons hotel te zijn, maar het was toch wel even zoeken omdat het een heel groot gebouw is dat er vanaf de buitenkant niet uit ziet als een concertgebouw. Meer een donker, beschimmeld en verlaten pakhuis aan de rivier. We lopen de hoek om en vinden een ingang met een portier voor de deur. Een vriendelijke vent. ‘Iedereen is al binnen en de hele tent is uitverkocht’ meldt hij ons in zijn vlotte Duits. Hij heeft al snel door dat wij geen vlotte Duitsers zijn en hier speciaal voor het concert staan. Maar helaas zit de tent ramvol en er mag niemand meer bij. Een beetje teleurgesteld lopen we weer weg.
Net als we het hoekje om gaan hoor ik de portier ons naroepen. ‘Yo!’ Ik kijk om en ik zie hem zwaaien naar ons. ‘Als er een paar mensen naar buiten gaan mogen jullie er wel in!’ Blijkbaar vond hij het toch een beetje lullig voor ons. We besluiten om even te wachten en hebben al snel beet. We kopen twee kaartjes en geven onze jassen af bij een grote garderobe. We lopen een schemerig en verweerd gebouw in waarvan de sfeer zich het beste laat omschrijven als een onderaardse vleermuisbunker die ouderwets blauw staat van de sigarettenrook. ‘Ik haal wel wat drankjes.’ Ik loop naar een bar en stuit op een complex muntensysteem waarvan de logica mij compleet ontgaat. Maar “was immer”, we zijn binnen en de aanhouder drinkt. Net als ik een slok koud bier neem begint Bonobo te spelen. ‘Wat een timing!’ ‘Ja, en wat een strakke band!’ Dit concert is een te gekke afsluiting van de eerste dag van onze wereldreis. Een goed begin, maar hopelijk niet het halve werk.
Maar… zoals oude hippies soms zeggen: ‘Wie zich de jaren ’60 nog kan herinneren heeft ze niet echt meegemaakt’
We eindigen vrolijk en een tikkeltje aangeschoten in onze oranje jaren ’70 kamer. Ik voel dat we aan het begin staan van een mooi avontuur en nu ik dit schrijf denk ik even terug aan mijn eigen jeugd in de jaren ‘70. Ik heb de jaren ’60 nog net meegemaakt, ook al was mijn babybrein toen nog niet zo actief. Maar… zoals oude hippies soms zeggen: ‘Wie zich de jaren ’60 nog kan herinneren heeft ze niet echt meegemaakt.’
GEBOORTEJAAR
Negen maanden lang zat ik veilig en warm in een zacht, donker wereldje te bubbelen op de relaxte geluiden van een hartslag en pruttelende buikbelletjes. Tot ik op een decembernacht in 1969 ruw naar buiten werd gerukt in een TL verlichte ruimte. Het was daar een stuk kouder en het rook naar ziekenhuis. Het Wilhelmina Gasthuis om precies te zijn. Ik keek even goed om me heen en ja hoor, ik was in Amsterdam geboren. Tevreden scheet ik mijn luier vol en wist dat ik goed zat.
Mijn geboortejaar was een hectisch jaar met veel hoogte en dieptepunten. De controversiële musical “Hair” kwam naar Nederland en op de Dam in Amsterdam struikelde je letterlijk over de hippies. Deze zogenaamde “Damslapers” bezetten het Maagdenhuis en hadden het regelmatig aan de stok met de politie. Ondertussen lagen John Lennon en Yoko Ono een stukje verderop in hun nest te plakken, omdat het Hilton-hotel toch wat lekkerder ligt dan de Dam. En alles voor de vrede natuurlijk, want de Vietnam oorlog was in volle gang. Soldaten en burgers sneuvelden met duizenden tegelijk in de gifgroene jungle terwijl tegenstanders protesteerden met bloemen in hun haar.
Even later werd er doodleuk een Amerikaanse vlag in de maangrond geplant. Van hennep, ironisch genoeg
Vast geen toeval dat in dat jaar het legendarische Woodstockfestival plaats vond. Charles Manson en zijn geflipte volgers waren nog vrij aan het moorden en Bert en Ernie maakten hun televisiedebuut. In Nederland werd de BTW ingevoerd en op de dag van mijn geboorte stond Fleetwood Mac hier op nummer 1 met het nummer “Oh Well”. Een pakkend deuntje met een toepasselijke tekst wat mij betreft. Maar het meest zal 1969 waarschijnlijk de geschiedenis ingaan als het jaar van de eerste bemande vlucht naar de maan. De eerste voetstap in het maanzand werd gemaakt en even later werd er doodleuk een Amerikaanse vlag in de grond geplant. Van hennep, ironisch genoeg. Het kon niet op met alle contrasten en tegenstrijdigheden.
‘Daar word je hard van’
Het was de tijd van de flowerpower dus er werden nogal wat kinderen verwekt. De verwekkers hadden het vaak zo druk met hun “peace, love and happyness” dat ze lang niet altijd hun opvoedkundige verantwoordelijkheid namen. Een alleenstaande moeder met een kind was nog niet zo geaccepteerd als nu, dus dan was het zoeken naar een man die de klus wel wou klaren. Zo ging dat. En daar lag ik dan opeens als pasgeboren vertegenwoordiger van een nieuwe generatie. Hiphop in de dop. Een hobbelig levenspad voor de boeg, maar erg leergierig.
‘Daar word je hard van’ hoorde ik vroeger vaak bij tegenslagen. Je hebt je geboortejaar niet voor het kiezen, maar ik kan achteraf wel concluderen dat deze wilde tijd mijn leven heeft gevormd. Ik was een rustig en teruggetrokken kind dat urenlang kon dagdromen, tekenen of schrijven. Ogenschijnlijk heel verlegen, maar in mijn hoofd was ik de heerser van mijn eigen grenzeloze fantasiewereld. Ik moest alleen nog ontdekken dat niets zo verbazingwekkend is als de werkelijkheid.
Volgende week in Def P ‘Heen en Onweer’: het laatste deel van Berlijn + Vroegste Herinneringen
(advertentie)