- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
- Buitenwiet test ’24 eindigt met een geweldig Oogstfeest!
- Willie Wietman snoeit zijn bijna bloeiende Sneeze planten
- Studie • IQ en cognitie niet beïnvloed door levenslang wiet roken
Def P – ‘Heen en Onweer’ – deel 26
Gerochel, geboer, gespuug, geruft, en gesnurk… China ten voeten uit, maar ze houden er gelukkig ook van eten, merken Def P en Fens. Een bezoek aan de Chinese Muur ontbreekt niet uiteraard. In zijn autobiografie kijkt de rapper terug op een enorme (auto)botsing tussen de Osdorp Posse en een Joegoslavische crimineel in 1996…
Zondag 30 mei – Beijing
Vandaag maken we een rit naar de Chinese Muur. We hebben via het hotel een soort privé-taxi geregeld en die komt ons voor de deur ophalen. Maar op de één of andere manier is daar onduidelijkheid over ontstaan bij anderen. We staan voor de deur met meerdere Nederlanders op vervoer te wachten, waaronder een paar oudere mensen die ook bij ons in de trein zaten. Hele leuke mensen overigens. Twee jonge binkies (die mij duidelijk herkend hebben) proberen op een lullige manier indruk te maken. Blijkbaar hebben ze via hun reisleiding iets opgevangen over een een privé-taxi die zou komen. Ze beginnen hardop te roepen hoe suf het is om met zijn allen in een busje met bejaarden naar een toeristische attractie te gaan. ‘Wij hebben tenminste een privétaxi geregeld’ roepen ze zo hard dat alle Nederlanders het horen.
Chinese reisleiding
Wat ze niet weten is dat wij dat hebben gevraagd. Ik ga niet op hun gezeik in en wacht rustig af. Twee minuten later komt er een busje en een chique zwarte personenauto aanrijden. De jongens lopen snel op de personenauto af, maar de Chinese reisleiding roept ze terug en maakt het stel duidelijk dat ze voor het busje hebben betaald. Nu blijkt dat juist zij met de “bejaarden” mee moeten zie ik hun zure bekken helemaal vertrekken. Ze durven mij of de oudjes die ze net beledigt hebben nog amper aan te kijken. ‘Dat zal een gezellig tochtje worden’ zeg ik tegen Fens terwijl voor ons de deuren van de privé-auto sierlijk worden opengehouden. ‘Veel plezier met zijn allen in het busje!’ roep ik zwaaiend. Mooi momentje. (Achteraf hoorden we dat die zuurpruimen zo baalden van hun trip dat ze vroegtijdig naar Schiphol zijn teruggevlogen.)
Camera vergeten
We zijn nog maar net vertrokken of het schiet me opeens te binnen dat ik met mijn onuitgeslapen kop onze camera onder de tafel van de ontbijtzaal heb laten staan. Gelukkig blijkt onze chauffeur een hele relaxte kerel te zijn. Hij vindt het geen probleem om meteen weer terug te rijden. Wanneer ik even later de ontbijtzaal in ren weten de serveersters al waarvoor ik kom. Zonder dat ik iets hoef te zeggen krijg ik de camera al aangereikt. Wat een opluchting! Ik wil de dames bijna omhelzen maar hou me in. Ik bedank ze en ren weer terug naar Fenske. Hierna beginnen we opnieuw aan onze lange rit van ongeveer twee uur rijden naar de Chinese Muur.
Enge kabelliftjes
‘We zijn er!’ roep ik enthousiast. Aan de voet van de berg waar de muur over loopt staat een rij voor de loketten. Hier verkopen ze kaartjes voor de kabelliftjes naar de top van de berg. Ik merk dat Fenske steeds zenuwachtiger wordt en dat ze het eigenlijk helemaal niet ziet zitten om zo’n liftje in te stappen. Ik stel voor om te gaan lopen. Tot haar grote opluchting gaan we op zoek naar een looppad naar boven. Dat vinden we al snel. Het blijkt nog een aardige klim te zijn die alle moed vergt die ze kan opbrengen. ‘Dit is wel minder eng dan de kabelliftjes, maar nog steeds niet relaxed’ hijgt ze. ‘Gelukkig is het wel een hele mooie route’ probeer ik haar op te vrolijken. Maar Fens durft amper naar het uitzicht te kijken. Na een uur zijn we eindelijk bij de top. We lopen een trap op, gaan door een poortje heen en staan uiteindelijk op de Chinese Muur. Alles gaat zo snel deze reis dat we ons af en toe bijna niet realiseren hoe ver van huis we al zijn. ‘We staan nou toch echt op de Chinese Muur!’ roep ik enthousiast. ‘You did it, Fens!’
Ik begin ook steeds meer sympathie te krijgen voor dit hardwerkende volk. Zelfs hun ongegeneerde gerochel, geboer, gespuug, geruft, en gesnurk dat ze overal in het openbaar doen begint te wennen en is soms zelfs erg lachwekkend
Ik beleef het als een geweldig moment, maar die arme Fenske staat te zweten en te puffen van pure angst. De Chinese kant, waar we net op zijn geklommen, glooit nog redelijk. Maar de “Mongoolse” kant van de berg loopt bijna stijl naar beneden. ‘Het is wel duidelijk dat een leger hier van z’n levensdagen niet tegenop kan marcheren’ zeg ik enthousiast. ‘Als het aan mij ligt marcheren wij nu meteen aan de Chinese kant weer naar beneden’ piept Fens. ‘We hebben vanaf het hotel ongeveer drie uur gereisd om hier te staan, dus ik wil er toch wel minstens drie minuten op lopen’ probeer ik. Ik haal Fens over om in ieder geval even op de foto te gaan om dit bijzondere moment vast te leggen. Lachend als een boer met kiespijn gaat ze op de foto en even later staan we weer naast de muur. Klaar om weer een uur af te dalen en twee uur terug te rijden naar Beijing. ‘Ik hoop niet dat ik je moment heb verpest’ zegt Fens. ‘We hebben er toch maar mooi even op gestaan’ zeg ik. ‘Met bewijs op de gevoelige plaat.’ ‘Ik vind het stoer dat je het gedaan hebt!’ Weer een overwinning voor mijn dappere bange vrouw.
Merkenwalhalla
Eenmaal terug in het centrum van Beijing bekijken we een bijzonder winkelcentrum. We beginnen onze tocht in een splinternieuwe en prestigieuze Chinese variant van de PC Hoofdstraat met idioot hoge prijzen voor de lokale maatstaven. Waarschijnlijk levert het westerse “shoppen” toch genoeg op hier, want vlak achter deze straat ligt een groot bouwterrein waar ze nog zo’n straat bouwen in precies dezelfde stijl. Het is hier een soort westers merkenwalhalla met een San Francisco-achtig kabeltrammetje dat er doorheen rijdt. Poepsjiek allemaal. Het grappige is dat als je het straatje uitloopt, je weer in zo’n typisch Chinese buurt komt met een enorme overdekte hal met allerlei goedkope rommelwinkeltjes. Een soort Zwarte Markt als in Beverwijk, maar dan met “echte Chinezen”. We lopen naar binnen en zien een gezellige chaos met veel betere prijzen, maar ook een hoop troep. Eigenlijk hebben we sowieso niets met de prijzen te maken, want we hebben niets nodig. Het is meer een beetje rondkijken. Hoewel, ik heb eigenlijk een riem nodig maar kan de Chinese maatjes amper om mijn middel heen krijgen. ‘Voor het eerst van mijn leven ben ik ergens te dik voor!’
Schaamteloos en vriendelijk
We houden de winkels gauw voor gezien en wandelen terug naar “onze” Hutong voor een portie authentiek Chinees eten. Chinese tenten waar je blanke toeristen ziet zitten zijn meestal al erg goedkoop, maar als je naar een tent gaat waar alleen maar Chinezen zitten dan kun je samen voor een totaalbedrag van 3 euro je hele buik vol eten en drinken. Een gat in de markt voor “Obesitours”. We vinden het eten hier zo extreem goedkoop dat soms meer fooi geven dan het eten kost. Ons is door ervaren reizigers verteld dat Chinezen het begrip “fooi” niet altijd begrijpen of zelfs waarderen, maar we hebben het tot nu toe bijna overal gedaan en krijgen van iedereen een grote glimlach. Ik begin ook steeds meer sympathie te krijgen voor dit hardwerkende volk. Zelfs hun ongegeneerde gerochel, geboer, gespuug, geruft, en gesnurk dat ze overal in het openbaar doen begint te wennen en is soms zelfs erg lachwekkend. Dit volk is bijzonder schaamteloos, maar ook erg vriendelijk en gezellig. En ze houden van eten! Mijn buik wordt er niet dunner op deze trip. En dat terwijl we toch aardig wat kilometers lopen op dit soort dagen. Er zijn openbare vervoersmogelijkheden en taxi’s genoeg hier, maar als je loopt zie je toch een stuk meer. En het weer is hier perfect voor wandelingen. Je kunt ook merken dat ze hier stukken beter autorijden dan in Mongolië. Ze zijn hier meer gewend aan alle drukte. Toch zou ik hier zelf niet graag achter het stuur kruipen. En ongeluk zit in een klein hoekje en kan je hele reis verknallen.
BOTSING MET BOEF J.
Het was een nacht in 1996. We hadden die avond in Dordrecht opgetreden en net Arthur thuis in Amsterdam Zuid afgezet. Robin reed en Marco zat naast hem. Ik zat achterin tussen Wouter en Eva met een krat bier op schoot. Zo reden we over de Wibautstraat met een redelijke vaart. Als vanuit het niets kwam er plotseling vanaf rechts, vanuit de Ruyschstraat, een auto met minstens 100 kilometer per uur op ons af razen. Misschien nog wel harder. Voordat wij achterin ook maar iets in de gaten hadden hoorden we Robin en Marco tegelijkertijd ‘Shit!’ roepen. Meteen hierop volgde er een ongelofelijk harde klap en draaide onze auto wild in het rond. Als in een film flitste alles om ons heen en toen we uitgedraaid waren zag ik een paar lijkwitte gezichten. Toen we ons realiseerden wat er gebeurd was checkten we in eerste instantie of iedereen oké was. Wonderlijk genoeg had niemand van ons een schrammetje.
Geflipte vent
Aangeslagen stapten we allemaal uit de auto om de situatie te bekijken. Die van ons lag finaal in de prak en dat andere bakkie was ook niet veel van over. Dit was een goeie klapper geweest. We checkten of de bestuurder van die andere auto nog leefde. Met zijn vijven stonden we om die auto heen en zagen een gewonde man. ‘Ja, hij beweegt nog!’ Hij leek bij te komen. Alleen toen de man ons zag begon hij wild om zich heen te bewegen en te schoppen. Hij kreeg zijn deur niet open, omdat die klem zat door de botsing. Die vent flipte totaal door en begon als een idioot met zijn blote vuist op zijn ramen in te beuken. Marco gebaarde nog naar hem dat hij beter zijn zijraampje open kon rollen, maar de gek was helemaal door het dolle heen. Met veel agressie beukte hij zijn raam kapot en daarna kwam hij wild en bloedend door de scherven naar buiten klimmen. Het leek er op dat hij ons wou aanvliegen, dus wij stonden allemaal op scherp.
Ik zal je de bloederige en gewelddadige details besparen, maar het kwam er op neer dat we die vent onschadelijk moesten maken
Maar tot onze grote verbazing kwam hij niet op ons af. Hij sprintte juist keihard weg! Er was geen tijd om hierover na te denken. Robin rende meteen achter die doorgeflipte freak aan en wij renden weer achter Robin aan. Gelukkig is Robin een goede sprinter en had hij de gewonde chauffeur snel te pakken. Deze begon zich fel te verweren. Net toen hij Robin probeerde te slaan kwamen wij al aangerend. Nog steeds verbaasd, zeer boos, en nu ook vol adrenaline. Ik zal je de bloederige en gewelddadige details besparen, maar het kwam er op neer dat we die vent onschadelijk moesten maken. Hij begon namelijk onverstaanbare taal uit te kramen en was zelfs niet door vier man te bedaren. We probeerden hem in alle talen te kalmeren, maar hij bleef maar vechten om zich los te rukken! Kortom, hij dwong ons er toe zijn lichtje te doven door zijn hoofd op de stoeprand te beuken. Daar zaten we dan met een bewusteloze mafkees.
Politie
We hoefden hem gelukkig niet lang vast te houden, want binnen een minuut was er al politie in burger ter plaatse. We wilden onze “gevangene” eerst niet eens afgeven omdat we niet geloofden dat het agenten waren. We waren bang dat als we hem loslieten hij meteen weer weg zou rennen. Maar de twee agenten sloegen hem in de boeien en toen konden we weer een beetje opgelucht adem halen. Even later was er zelfs al een camerateam van AT5 ter plaatse. Eerst filmden ze ons en toen moesten ze meteen weer verder. Er bleek één stoplicht verder ook een ongeluk gebeurd te zijn met dodelijke afloop. Wat een rare nacht! Hadden de twee ongelukken iets met elkaar te maken? Was het soms een achtervolging?
Gezochte crimineel
Achteraf bleek pas echt hoe fout die kloothommel was die ons aanreed. Hij reed veel te hard, gaf geen voorrang, rende weg na een ongeluk, verzette zich bij arrestatie, was niet verzekerd, weigerde te blazen, en bleek bij nader onderzoek zwaar onder invloed te zijn van drank en drugs. Als klap op de vuurpijl bleek hij een gezochte illegale Joegoslavische crimineel te zijn en werd er achter in zijn auto een grote tas met geld, drugs of wapens gevonden. Daar gaf de politie ons geen verdere informatie over. Hopelijk heeft die klootzak zijn verdiende loon gehad. En wat betreft alcohol en verkeer: als ik toen geen kratje bier op schoot had was ik zeer waarschijnlijk door het voorraam gevlogen. De krat zat namelijk klem tussen de voorstoelen en had mijn klap opgevangen. Zo zie je maar weer…
Volgende keer: Beijing + ROLLEN DOOR SPANJE
(advertentie)