- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
- Buitenwiet test ’24 eindigt met een geweldig Oogstfeest!
- Willie Wietman snoeit zijn bijna bloeiende Sneeze planten
- Studie • IQ en cognitie niet beïnvloed door levenslang wiet roken
Def P – ‘Heen en Onweer’ – deel 29
Op weg naar Tibet in de Himalaya Express maken Def P en Fenske opnieuw kennis met de soms wat vreemde volksaard van de Chinezen. Maar Hollanders kunnen er ook wat van – zeker als het om geld gaat – zo blijkt uit de flashback over het clearen van hiphop samples…
Woensdag 2 juni – Himalaya Express
Het is weer een typische treindag. Vroeg wakker worden door gebonk en geratel en meteen uit het raam kijken waar je bent. Het landschap is prachtig. Het gaat van heuvelachtig naar bergachtig. Dit keer groene toppen, afgewisseld met roodbruine afgronden. Een soort natuurlijke traptreden in een groen met bruin patroon. De “treden”zijn opgebouwd uit terrassen van ongeveer twee meter hoog. Af en toe passeren we een grote stad. Ik blijf gefascineerd door de grote hoeveelheden aan verrotte flatgebouwen die elkaar non stop opvolgen. We proberen deze indrukken te filmen met onze nieuwe camera, maar als ik het terugkijk komt het niet over. Op het kleine schermpje lijken het gewone flatgebouwen, maar met het blote oog zie je pas echt hoe vervallen de boel is.
Gedroogd jakvlees
De Tibetaanse man in onze coupé laat me een stuk gedroogd jakvlees laten proeven. De naam van het beest geeft wat mij betreft een goede omschrijving voor de smaak. Jak! Het is net een harde bonk uitgedroogd draadjesvlees. Als ik een hap neem moet ik flink scheuren met mijn kiezen en komt er een wolkje stof uit. Ik kauw de helft dapper weg en de andere helft dump ik stiekem. Bij één van de laatste steden waar we voor het donker doorheen rijden stapt onze Chinese coupégenoot uit. Jammer, want het is een relaxte jongen die (ook niet onbelangrijk) zichzelf goed verzorgt. Wij zitten in de restauratiecoupé als hij er uit moet, maar hij neemt nog even de moeite om ons gedag zeggen. Ik verwerk ondertussen een onverwacht grote portie gehaktballen.
Normaal zitten mijn treinaantekeningen vol bibbers en uithalen, maar nu gaat de rit zo smooth als een limousine over nieuw asfalt
Licht misselijk zit ik nu met Fenske aan een fles goedkope witte wijn die we net in het restaurant hebben gekocht. De bediening was duidelijk niet gewend dat iemand een hele fles koopt en deed er nogal deftig over. De kok werd zelfs speciaal uit de keuken gehaald om de fles open te trekken. Een mooi relativerend moment was wel dat we er vervolgens twee papieren bekertjes bij kregen. Nu probeer ik de kleffe gehaktballensmaak weg te drinken met de ranzige wijn terwijl ik dit opschrijf. Hieraan kan ik zien dat dit een nieuw spoor is. Normaal zitten mijn treinaantekeningen vol bibbers en uithalen, maar nu gaat de rit zo smooth als een limousine over nieuw asfalt.
Zuurstofkraantjes vanwege de hoogte
Het wordt ondertussen langzaam donker. We kunnen nog net de overgang zien van de groene toppen naar de besneeuwde bergen. We rijden over een soort grasbegroeide hoogvlakte zonder bomen en de sneeuw komt steeds dichterbij. En daarmee ook een spannende nacht voor Fenske. Morgen worden we wakker op “het dak van de wereld” zoals men dat noemt. Fantastisch mooi natuurlijk, maar Fenske vreest de hoge afgronden. Ik denk dat het allemaal wel mee zal vallen. We zijn immers al een paar zeer hoge afgronden gepasseerd en daar heeft ze zich vrij rustig bij gehouden. Deze tocht leidt ons over het hoogste spoortraject ter wereld. Op het hoogtepunt gaan er zelfs zuurstofkraantjes aan omdat het anders te heftig is voor veel mensen. Als het goed is komt er hiervoor speciaal een dokter aan boord. Ik ben heel benieuwd wat er nog voor toestanden gaan gebeuren tijdens deze rit.
“Er stonden daar twee Chinezen die wilden weten waar ik vandaan kwam en of ik Tibet zie als een land of een Chinese provincie”
‘Ik werd net helemaal uitgehoord op de overloop’ zegt Fenske als ze de coupé weer binnenkomt. Dat is een gedeelte in de gang waar je mag roken. ‘Er stonden daar twee Chinezen die wilden weten waar ik vandaan kwam en of ik Tibet zie als een land of een Chinese provincie.’ ‘En wat zei je?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘Ik heb voor de zekerheid maar een diplomatiek antwoord gegeven.’ Bij ons in de treincoupé ligt een Chinees tijdschrift over Tibet met hier en daar ook stukjes tekst in het Engels. Ik geloof dat het magazine bij de trein hoort. Als je goed tussen de regels leest dan druipt dit blaadje van de propaganda. De Chinezen worden keihard voorgelogen over de geschiedenis van Tibet.
Keihard voorgelogen
Niet verwonderlijk dat de meeste van hen Tibet als een Chinese provincie zien, want ze weten simpelweg niet beter. Wat de Tibetanen ervaren als een gewapende bezetting zien de Chinezen als het onder de duim houden van een opstandig volkje. Dat het hier zo’n beetje om het meest vredelievende volk op Aarde gaat doet niet ter zake. Dat zelfs een commercieel bedrijf als Google zich terugtrekt uit China vanwege gebrek aan vrijheid doet hier ook geen belletjes rinkelen. Toch zegt het wel wat. Als een commercieel bedrijf een fortuin laat liggen wegens gewetensbezwaren moet er echt wel iets geks aan de hand zijn. Ik heb zelf ook wel eens met grote commerciële bedrijven te maken gehad. Het heeft mij vooral geleerd om het mijne te denken over hun gang van zaken. Een mooi voorbeeld was onze aanvaring met E.M.I. over samples clearen.
VERVELEND GECLEAR
Binnen de professionele hiphop hoor je regelmatig de term “sample clearen”. Dat betekent zoiets als toestemming vragen aan de rechthebbenden om een stukje bestaande muziek te herbruiken. De enige reden dat professionele samplecomponisten dat doen is omdat ze bang zijn bij succes helemaal kaalgeplukt te worden door diezelfde rechthebbenden. Dan is het soms stukken voordeliger om het van tevoren legaal te regelen met een mooi verdelingsdealtje. Maar omdat underground hiphoppers toch zelden een hit krijgen clearen gasten als ik dus nooit samples.
Soldaat van Oranje-sample
In 1999 was ik voor de radio een hiphopdocumentaire aan het maken over ondergronds verzet. Het leek ons wel toepasselijk om daarvoor het loopje van de filmmuziek van Soldaat van Oranje te samplen. Op de een of andere manier hadden we in ons naïeve enthousiasme besloten om dat voor deze ene keer eens op de “eerlijke” manier te proberen. Nou, dat werd me een hoop gezeik! Ik wist dat Rogier van Otterloo de componist was, dus ik begon een beetje te zoeken en te bellen. Al snel had ik via via mevrouw van Otterloo aan de telefoon die me doodleuk vertelde dat haar man al jaren dood was. Gelukkig kon ze niet zien hoe mijn hoofd rood werd van schaamte en bleef ze heel vriendelijk. Ze zei dat het haar een goed en positief project leek en dat haar man het ook vast wel goed had gevonden. Persoonlijker kon de “toestemming” niet.
Toen ik zei dat een simpele toestemming ook weer wat meer inkomsten voor hun bedrijf zou betekenen kreeg ik doodleuk te horen: ‘We verdienen al genoeg geld meneer, een goeiedag verder!’
Voor de rechten verwees ze me echter wel door naar het filmproductiebedrijf. Ik weer verder bellen dus, tot ik zowat alle afdelingen aan de lijn had gehad. Van het kastje naar de muur. Het waren stuk voor stuk vrij arrogante lui die op geen enkele manier wilden meewerken. Ik vertelde dat het om een bijzondere radiodocumentaire ging, met een positieve insteek. Het was op dat moment ook een belangrijk onderwerp, want we zouden een aantal overlevenden van concentratiekampen uitgebreid interviewen. En laten we eerlijk zijn, de mensen die dat nog kunnen navertellen werden toen al steeds zeldzamer. Ik haalde elk denkbaar argument uit de kast om hun sampletje te mogen gebruiken. Toen ik zei dat een simpele toestemming ook weer wat meer inkomsten voor hun bedrijf zou betekenen kreeg ik doodleuk te horen: ‘We verdienen al genoeg geld meneer, een goeiedag verder!’
Stugge kantoorpiemels
Ik besloot dit vervelende “geclear” verder op te geven en er nooit meer aan te beginnen. ‘Fok die stugge kantoorpiemels! We jatten gewoon dat loopje en ze zoeken het maar lekker uit daar.’ Het probleem was alleen dat we nu slapende honden wakker hadden gemaakt. Met het uitzenden van de documentaire hebben we gelukkig nooit gezeik gehad. Maar omdat iedereen het rapnummer van Ondergronds Verzet zo vet vond wilden we deze ook uitbrengen op Ramp Records, ons eigen platenmaatschappijtje. Vlak nadat we dit hadden gedaan kreeg Arthur op kantoor een telefoontje dat één van de uitgevers van EMI een hartig woordje met ons wilde spreken. Gelukkig kwam hij op het idee om dit gesprek op te nemen.
Kale kip…
Het hoogtepunt van dat gesprek ging ongeveer zo: ‘Zeg, dat plaatje kunnen jullie zo niet uitbrengen hoor, daar kun je hele grote problemen mee krijgen!’ ‘Ja, maar dat plaatje is al uitgebracht.’ ‘Dat kan niet!’ ‘Nou, het ligt al in de winkels, wat wou je er tegen doen dan?’ ‘Jullie gaan hele grote problemen krijgen!’ Zoiets dus. Maar van een kale kip kun je niet plukken, dus we hebben er daarna nooit meer iets van gehoord. De grap was pas compleet toen we later op ons album “Kernramp” dit opgenomen gesprekje als intro gebruikten voor een ander gewaagd nummertje. Ongevraagd natuurlijk, want clearen doen we niet meer. ‘U heeft al genoeg geld meneer, een goeiedag verder!’
Volgende keer: Himalaya Express + WRIJVING
(advertentie)