(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Rapper-schilder-schrijver Def P is op wereldreis met zijn bruid Fenske. De eerste etappe voert hen naar Berlijn, waar beiden de metropool te voet doorkruisen. En dan dwalen de gedachten ook nog eens af naar het allerprilste begin van Def P’s aardse bestaan…

Vrijdag 7 mei, Berlijn

Vandaag blijven we droog door behendig tussen de kleine buitjes door te lopen. Dit grauwe weer past eigenlijk wel bij de sfeer van Berlijn. We willen deze stad zo veel mogelijk lopend bekijken. Lekker een beetje bewegen na een dag in de trein zitten. Als een stel bezetenen lopen we in een militair tempo door de stad heen. Op haast schematische wijze komen we zo in één lange wandeling langs alle toeristische trekpleisters en vinken de hele kaart af. Zo komen we ook langs het “Museumplein” van Berlijn. Daar bekijken we allerlei beroemde doeken van grote meesters als Rembrandt, Rubens en Vermeer. Echt indrukwekkend hoe goed die gasten waren. Soms kan het me enorm inspireren om werk van de oude meesters te zien, maar andere keren denk ik ook wel eens dat het nutteloos is om ooit nog een kwast op te pakken. Inspiratie en demotivatie liggen soms verassend dicht bij elkaar.

DSC_0071Het tuintje van Hitler

Na een flinke dosis stad lopen we voor de afwisseling door de Tiergarten. Het tuintje van Hitler zeg maar. Eigenlijk meer een groot stadspark. We komen uit bij de Zoologischer Garten, waar de Gedächtniskirche als een grote rotte kies de donkere oorlogsherinneringen levend houdt tussen de uitbundig verlichtte winkels. Bijna alles is al dicht om deze tijd, maar dit soort Kalverstraatachtige taferelen kunnen ons toch niet verassen. Na een lichte maaltijd rijden we naar het hotel terug met de S-Bahn trein. ‘Weet je hoe veel kilometer we vandaag hebben gelopen?’ zegt Fens. Met behulp van ons kaartje rekenen we uit dat het ongeveer 25 kilometer moet zijn. ‘Niet slecht hoor!’ ‘In ieder geval hebben we de meeste toeristische dingen meteen gehad in één welbestede dag.’ ‘Hoeven we daar morgen niet meer aan te denken.’

Een goed plan, want de doorgeragde bedden in dit retrohok slapen daadwerkelijk alsof ze uit de jaren ’70 komen

Al vanaf ons vertrek naar Berlijn spookt het liedje “Over De Muur” van het Klein Orkest door mijn hoofd. Ik betrap mezelf er nu op dat de meeste kennis die ik van Berlijn heb regelrecht uit dit liedje komt. Een goed teken voor de prachtige tekst van Harry Jekkers, maar niet voor mijn kennis. Goed dat ik het op deze manier nog een beetje kan bijspijkeren. Boem! ‘Wat is dat nou weer?’ Ik zit rustig te schrijven en hoor opeens een soort ontploffing buiten. Ik kijk uit het raam, maar wat het was, waar en waarom blijft een raadsel. Onweer?

‘Ik blijf liever met jou op de kamer dan dat we zo laat nog uitgaan hoor.’ ‘Laten we onze matrassen op de grond gooien!’ Een goed plan, want de doorgeragde bedden in dit retrohok slapen daadwerkelijk alsof ze uit de jaren ’70 komen. We trekken de matrassen van het bed en zien twee super dunne plaatjes hardboard tevoorschijn komen. Volledig doorgekrakt in het midden. De losse stukken plaat balanceren op gammele spiralen die helemaal doorgeroest zijn. ‘Vandaar dus dat er zo’n kuil in het matras zit.’ De vlakke grond ligt heerlijk vergeleken met het doorgezakte nest. We luisteren in ons verbeterde bed nog even gezellig naar de moderne muziek uit de haast antieke radio.

DSC_0094VROEGSTE HERINNERINGEN

‘Van welke leeftijd zijn jouw vroegste herinneringen?’ vroeg iemand aan tafel bij een gesprek op tv. Het valt me op dat bij veel mensen de herinneringen niet veel verder terug gaan dan de leeftijd van een jaar of vijf. Af en toe vier. Kan het jonger? Ik weet zeker van wel. Vooral voor schrijvers die met hun autobiografie bezig zijn is dit een relevante vraag. Weten ze nog dingen van voor hun vierde, dan is het vaak een kunstmatige herinnering die is opgewekt via foto’s, filmmateriaal, of van horen zeggen. Al dan niet bewust. Want hoe betrouwbaar is een oud herinneringsbeeld van bijvoorbeeld een huis of school uit je vroegste kindertijd, terwijl je daar op latere leeftijd nog foto’s van hebt gezien? Ik denk dat je herinneringen daarom het beste kan toetsen op gebeurtenissen waar geen beeldmateriaal van is.

Spelen met de (hete) waterstraal

Ik ben geboren in het Wilhemina Gasthuis en heb daarna tot mijn derde in de Jacob van Lennepstraat gewoond. Er is daar een aantal dingen gebeurd dat mij nog helder voor de geest staat. Zo zat ik een keer gezellig op het aanrecht terwijl mijn moeder in de keuken bezig was. Ondertussen liep de kraan, en ik vond het wel leuk om even met de waterstraal te spelen. Tot mijn grote schrik was deze straal gloeiend heet! Ik verbrande mijn hand en trok deze zo snel terug dat ik door de wilde beweging van het aanrecht af sodemieterde. En dat is een aardige hoogte voor een klein mannetje van een jaar of twee. Ik zie nog die rood-wit geblokte keukenvloer in vliegende vaart op mijn hoofd afkomen. Smak! Daar lag ik.

Een andere keer had mijn moeder een grote fles Maggi aroma laten vallen. Er zat een barst in de fles, maar omdat ze het zonde vond om het spul weg te gooien had ze de boel uit laten lekken in een glas. Toen ze even niet op lette pakte ik snel het glas van tafel in de veronderstelling dat het Cola was. Ik nam gulzig een slok en… Gadverdamme! Ik dacht toen echt even dat ik dood ging! Mijn smaakpapillen trokken zich zo snel terug dat mijn tong bijna binnenstebuiten keerde. Gadverdamme wat was dat een indrukwekkend zoute slok!

Een dronken kerel deed net of ie mij in de gracht ging gooien en hield me ondersteboven vast zodat ik met een rode kop schreeuwend boven het vieze grachtenwater bungelde

Ook sommige “geintjes” van volwassenen kunnen je als kind nog lang heugen. Rond diezelfde leeftijd speelde ik een keer bij een kroeg voor de deur op de hoek van de Lijnbaansgracht en de Looiersgracht. Een dronken kerel deed net of ie mij in de gracht ging gooien en hield me ondersteboven vast zodat ik met een rode kop schreeuwend boven het vieze grachtenwater bungelde. Ik vond er niets grappigs aan, maar onthield het wel.

DSC_0083Ik heb ook wel enkele leuke herinneringen uit mijn prille jeugd, maar nare herinneringen blijven kennelijk toch het beste hangen. En wat andere mensen ook beweren, ik herinner mij die shit levendig. Al was ik soms maar een mannetje van twee. Zo weet ik ook nog hoe ik als driejarige regelmatig bij vreemde kinderen thuis moest spelen die ziek waren. Ik kreeg namelijk nooit een kinderziekte en volgens de dokter was het toch wel belangrijk dat je een ziekte als de bof niet op latere leeftijd kreeg. Het plan is echter nooit geslaagd, want ik heb tot op de dag van vandaag nooit een kinderziekte gehad of wat dan ook. Ik schijn een bijzonder fanatiek afweersysteem te hebben. Sommige mensen zeggen dat dit niet kan, maar het komt voor.

Overdreven lulverhaal

Nu blijft toch de vraag: Tot hoe ver kunnen menselijke herinneringen terug gaan? En kun je dat wel op een objectieve manier onderzoeken? Ik zag dus een oude schrijver op tv in een boekenprogramma over zijn autobiografie praten. Het waargebeurde verhaal was in de ik-vorm geschreven en begon al in zijn babytijd. Toen de interviewer daar naar vroeg beweerde de man dat hij zich dat echt herinnerde. Dat lijkt mij een overdreven lulverhaal, maar wie ben ik? Ik dronk dan misschien wel Maggi, maar zo zout had ik het nog nooit gegeten.

Volgende week in Def P ‘Heen en Onweer’: echt het allerlaatste deel van Berlijn + Geestig

 

(advertentie)