(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het is lekker weer en de zon schijnt. In de tuin van Dokter Groen genieten de planten ervan, en dat geeft de kweekdokter de gelegenheid om ze eens goed te bekijken. Het valt hem op dat de autoflowers allemaal veel dikkere bloeiharen hebben, dan de lichtgevoelige dames. Twee planten hebben paarse bladstelen maar dat is waarschijnlijk een genetisch trekje…

Met dit weer moet je goed drinken, en dat geldt natuurlijk ook – dan wel juíst – voor wietplanten. Ik ben dan ook veel met water aan het slepen maar de planten gaan op het moment wel lekker. Dat mag ik na alle regenachtige maanden nu eindelijk zeggen. Ze genieten heerlijk van de zon, en omdat die nu hoog aan de hemel staat, weet die mijn tuin het grootste deel van de dag wel te vinden.

Omdat ik de lichtgevoelige dames inmiddels al twee weken verduister, staan ook die in bloei. Ze zijn alleen niet zo groot geworden als de autoflowers maar misschien komt dat nog. De strek is er nog niet helemaal uit namelijk, en ik hoop dat ze ook nog wat groeien. Op dit moment zijn ze gemiddeld 50 centimeter, terwijl de autoflowers gemiddeld 75 centimeter hoog zijn.

Eindelijk lekker weer in de tuin van Dokter Groen.

De autoflowers beginnen al aardige toppen te krijgen!

Erdbeer lijkt de grootste hoofdtop te hebben.

Dorre bladpunten …en dikke bloeiharen?

Net als Alpine Honey Melon in de eerste week van juli, heeft Big Yeti op dit moment last van verbrande bladpunten en bladranden. De drie lichtgevoelige planten staan alledrie in dezelfde aarde en krijgen hetzelfde water, dus misschien groeit Big Yeti er net als Alpine Honey Melon nog overheen. Ironisch genoeg is Big Yeti momenteel wel nog steeds de kleinste van al mijn wietplanten.

Nu ik bloeiende autoflowers naast bloeiende lichtgevoelige wietplanten heb staan, valt me op dat de bloeiharen van de autoflowers veel dikker zijn. Ik wist wel dat autoflower toppen doorgaans wat minder compact zijn, en ook wat meer blad hebben maar dat de bloeiharen zoveel dikker waren was me nooit eerder opgevallen. Ik ben benieuwd of ik nog meer verschillen ga ontdekken de komende tijd, want de lichtgevoelige planten staan pas een paar dagen in bloei.

De bloeiharen van de autoflowers zijn zo dik, die kun je gewoon tellen.

De haartjes van de lichtgevoelige soorten zijn meer als bolletjes wol of plukjes katoen.

Paarse bladstelen

Van alle zeven planten heb ik er twee waarvan de bladstelen van de schutbladeren aan de bovenkant paars zijn. Ik heb weleens gelezen dat paarse bladstelen een tekort aan calcium zouden aangeven maar dat lijkt me toch sterk. Alle planten zien er verder namelijk gezond uit, en ze krijgen dezelfde behandeling.

Nee, ik denk eerder dat het een genetisch trekje is. Te meer ook omdat de twee met de paarse bladstelen alletwee een ‘Alpine’ soort zijn. Het zijn namelijk de autoflower Alpine Crocket, en de lichtgevoelige Alpine Honey Melon, die de paarse bladstelen hebben. Alle takjes zijn verder gewoon groen trouwens, en nu vraag ik me af waarom juist de bladstelen paars worden, en niet de takjes? Als je het weet, stuur me dan even een berichtje, dan deel ik het volgende week met de rest van de wereld.

Beide Alpines hebben paarse bladstelen. Zou het een genetische eigenschap zijn? De andere wietplanten hebben het niet.

Dokter Groen

(advertentie)