(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Geloof het of niet maar drogen is een van de belangrijkste stappen van het hele productieproces van goede cannabis. Een langzaam droogproces zorgt ervoor dat smaak en geur optimaal behouden blijft en de wiet perfect brandt. Enter de 16/60 (voor Amerikanen 60/60) methode om je wiet tot in de perfectie te laten drogen.

We hebben het droogproces van wiet al vaker uitgelegd op CNNBS, dus waarschijnlijk weet jij wel dat het belangrijk is om wiet langzaam en in het donker te laten drogen. De 16/60 methode is echter wat preciezer en vertelt je exact welke temperatuur en luchtvochtigheid er nodig is om wiet tot perfectie te laten drogen.

16/60: ‘Drogen gaat het beste in het donker bij 16 graden Celsius en 60% luchtvochtigheid.’

16/60 methode?

De 16/60 methode komt uit Amerika, en zoals je weet volgen die niet het Internationale Metrische Systeem. Deze manier van drogen heet daar dan ook niet 16/60 maar de 60/60 methode. Het eerste getal staat voor de optimale temperatuur bij het drogen van wiet. Het tweede getal staat voor de ideale luchtvochtigheid tijdens het proces. 60 graden Fahrenheit dus bij een luchtvochtigheid van 60 procent. Oftewel, 15,55 graden Celsius en 60% relatieve luchtvochtigheid (RH).

Een goed uitgevoerde 16/60 methode resulteert in een perfecte droging en behoud van de complexe componenten die jouw wiet uniek maken. Bij een temperatuur van 16 graden Celsius en een luchtvochtigheid van 60% blijven de vluchtige terpenen die smaak en geur aan je wiet geven het beste behouden. De luchtvochtigheid van 60% garandeert tegelijkertijd een langzaam droogproces.

Dat niet alleen maar een luchtvochtigheid van 60% is ook het ideale vochtgehalte voor wiet. Wiet die bij deze luchtvochtigheid bewaard wordt bevat precies genoeg vocht. Het verkruimelt niet van broze droogheid tussen je vingers, en brandt perfect. 60% luchtvochtigheid zorgt er verder voor dat de wiet niet te snel droogt, en dat THC en andere cannabinoïden intact blijven.

Licht degradeert cannabis ook, dus droog altijd in het donker.

De 16/60 droogmethode toepassen

Drogen bij een temperatuur van 16 graden (15,55 graden voor kniesoren) en een luchtvochtigheid van 60% is echter nog niet het hele verhaal. Om degradatie van je wiet verder nog meer tegen te gaan, is het belangrijk om in het donker te drogen. Dat niet alleen maar de lucht rond je drogende wiet moet ook constant ververst worden. Op die manier wordt waterdamp afgevoerd en kun je de luchtvochtigheid van 60% behouden.

Een aparte droogruimte is nodig om deze ideale 16/60 standaard te bereiken, en houdt licht ook meteen buiten zodat je wiet rustig in het donker kan drogen. Kweektenten of kasten zijn ideaal voor dit doel, omdat die doorgaans al over een afzuigventilator beschikt en ook alvast lichtdicht is. Kweektenten of -kasten zijn in de regel ook uitgerust met een koolstoffilter, zodat je geen wietgeur ruikt tijdens het drogen.

Voor de 16/60 methode heb je dus een donkere afgesloten droogruimte nodig, waar de lucht continu ververst wordt met een afzuigventilator (en koolstoffilter tegen de geur). Verder heb je voor de ideale omstandigheden een goede thermometer en luchtvochtigheidsmeter nodig. Een min/max temp/RV combimeter is ideaal, want die meet beide omgevingsfactoren en onthoudt ook de allerlaagste en allerhoogste waarden.

Verwijder de grote schutbladeren voordat je met het 16/60 droogproces begint.

Drogen op 16/60

Naast de omstandigheden valt het aan te raden om de grote schutbladeren bij het oogsten te verwijderen. Zorg daarnaast voor voldoende afstand tussen de toppen, en hang ze ondersteboven in je droogruimte op. Als alternatief kun je ook een droognet gebruiken, maar toppen blijven mooier van vorm als ze hangend drogen.

Hou de temperatuur en de luchtvochtigheid in je droogomgeving tijdens het hele proces goed in de gaten. De 16/60 methode vereist nauwgezette observatie. Consistentie is cruciaal, dus laat de cijfers niet te ver afwijken van de magische 16 graden en 60% luchtvochtigheid.

Een typische droogsessie met de 16/60 methode duurt 10 tot 14 dagen. Er zijn echter verschillende factoren die deze tijdlijn kunnen beïnvloeden, zoals het formaat en de dichtheid van de toppen en de snelheid waarmee de lucht ververst wordt. Overhaast het niet want als wiet veel sneller droog is verlies je ook geur en smaak.

De 16/60 omstandigheden bewaren doe je met behulp van je verwarming, de afzuiging en natuurlijk je meetapparatuur. Het helpt hierbij om een dimbare afzuiger of een twee standen afzuiger te gebruiken. Hiervan kun je de snelheid van de luchtverplaatsing regelen, om zo de ideale luchtvochtigheid te behouden.

Tip: met een kleine luchtvochtigheidsmeter kun je het vochtgehalte tijdens het curen in de gaten houden.

Knakken, voelen en ruiken

Na iets langer dan een week op 16/60 kun je je wiet controleren, en dat vergt wellicht enige ervaring. Begrijpen wanneer je wiet perfect gedroogd is, is namelijk deels kunst en deels wetenschap. Er zijn echter wel wat zaken die je kunt checken. Let bijvoorbeeld op een minder intense groene kleur, een lichte broosheid en een duidelijk maar aangenaam aroma.

Als je wiet nog naar gemaaid gras ruikt dan is het nog te nat. Het zou naar wiet moeten ruiken, en dan met name de geur die je ook tijdens de late bloeifase ruikt. In dat geval kun je de knaktest uitvoeren. Buig hiervoor enkele takken, om te checken of die met een hoorbaar geluid knakken en breken en niet buigen. Buigen ze wel dan is de wiet ook nog te droog.

Wil je helemaal zeker van je zaak zijn, doe dan een luchtvochtigheidsmeter bij je wiet in een pot om te zien of de luchtvochtigheid inderdaad rond de 60% ligt. Je kunt ook een zelfregulerende Boveda of Integra Boost pack bij je wiet in de pot stoppen. Deze neemt vocht op als de luchtvochtigheid in de pot te hoog is, en geeft juist vocht af als het te droog is.

[Foto’s: Shutterstock]
(advertentie)