Topstories

(advertentie)

Hij moet nog even wachten op de komst van een nieuw filter voor hij weer wat nieuws kan zaaien, maar de wiet die in zijn bescheiden kweekkastje hing, is inmiddels gedroogd. En dus was het deze week tijd om die schoon te knippen. Een bewerkelijk klusje dus voor onze groene kweekdokter.

Hallo wietvrienden en microkweek-vriendinnen, vorige week hebben jullie mij moeten missen op dit gezellige platform. De wiet die ik in de RollingStoned kweekkast had gekweekt hing namelijk nog te drogen en dus viel er niet veel te vertellen. Ik heb een nieuw filter besteld en gekregen, alleen mis ik nog de juiste bevestigingsmaterialen om het te kunnen vervangen. Volgende week heb ik die als het goed is wel in huis, zodat ik jullie dan kan laten zien hoe je het filter van de RollingStoned kweekkast vervangt. Deze week was het tijd om de wiet die ik twee weken geleden oogstte, schoon te knippen.

Voor- of na het drogen?

Bij het oogsten heb ik alleen even heel snel de grootste blaadjes van de wiet geknipt en de planten te drogen gehangen. Dit gaat prima in de RollingStoned G-Kit zelf, de LED kweeklamp kan er dan uit en je laat alleen de afzuiger aan, zodat de lucht in de kast ook tijdens het drogen wordt ververst en de geur van de overigens enorm sterk geurende soorten van DNA Genetics in dit geval, ook tijdens het drogen niet buiten de kast te ruiken is. Je kunt er ook voor kiezen om de wiet voor het drogen al schoon te knippen. In dat geval ben je tijdens het oogsten wat langer bezig en zal de wiet iets sneller droog zijn. Ik heb ervoor gekozen om het in ieder geval na het drogen te doen, en wel om twee redenen. Ten eerste zorgen de blaadjes ervoor dat de wiet iets langzamer droogt, wat de smaak van de wiet ten goede komt. Ten tweede kun je op die manier rustig en op je gemak knippen, eventueel verspreid over meerdere avonden als je wil. Toppen die je nog niet hebt geknipt kun je zolang namelijk rustig in de kast laten hangen tot je er wel de tijd voor hebt.

Om te knippen, heb ik eerst alle takken met daaraan de wiet uit de kast genomen en op tafel gelegd. Vervolgens heb ik een voor een alle topjes losgeknipt en ben ik met het puntje van mijn schaar gaan knippen. De kleine suikerblaadjes die uit de toppen steken bevatten bij deze soorten ook enorm veel trichomen of harskristalletjes. In deze harsdruppels zit ook de THC en alle andere werkzame stoffen en daar is het uiteindelijk om te doen. Deze blaadjes – hoe klein ook – kun je dus nog prima gebruiken om bijvoorbeeld wietolie van te maken. Ikzelf gebruik ze gewoon in mijn verdamper, die verdampt namelijk toch alleen de hars dus met een verdamper kun je uitstekend high worden van suikerblaadjes 😉

Eén pot droog

Zoals jullie weten bestaat de oogst deze keer uit drie verschillende wietsoorten van DNA Genetics. De Holy Grail Kush, Chocolope en Sour Tangie. Normaal gesproken zou ik verschillende wietsoorten strikt gescheiden houden maar deze drie hebben ieder zo’n herkenbare geur dat ik ze gezellig zamen in één grote glazen weckpot heb gestopt. Bovendien is het op deze manier ook nog eens een verrassing wat ik ga roken wanneer ik achteloos een topje uit de voorraadpot pak. Maar zover is het helaas nog niet, eerst moet de wiet nog een paar weken in de pot blijven zitten om te curen. Tijdens het curen breekt chlorofyl in de wiet gedeeltelijk af waardoor de smaak drastisch verbetert en de wiet niet scherp in je keel aanvoelt bij het roken. Ook komt de oorspronkelijke wietgeur die direct na het drogen afgenomen is, door het curen weer helemaal terug. Curen maakt de wiet dus een stuk lekkerder!

Om te curen heb ik de wiet gewoon in een grote weckpot gestopt. Deze zet ik in een donkere kast en dan is het een kwestie van afwachten. Wel moet je de deksel van de weckpot de eerste week nog even dagelijks een kwartiertje open laten staan zodat het allerlaatste vocht dat eventueel nog in de wiet aanwezig was, kan ontsnappen. Dit openzetten wordt ook wel burpen, of laten boeren genoemd.

(advertentie)