Topstories

(advertentie)

Nadat Plantarium twee weken geleden alle voordelen van het apart voorgroeien heeft doorgenomen, is het nu tijd voor voorgroeien deel #2. Verschillende opties om wietplanten voor te groeien passeren de revue. Als bonus krijg je maar liefst zeven kweektips voor je jongedames! Groei je mee?

In ons cannabis-expertcentrum Plantarium bespreken we het vaak met klanten: hoe kweek je de perfecte zaailing? Voor velen is het lastig om zo snel mogelijk een sterk en gezond jong wietplantje op te groeien. Gelukkig hoeft dat eigenlijk niet zo heel moeilijk te zijn, als je maar weet wat je doet. En daarom is hier het tweede deel van onze kweekserie over voorgroeien, inclusief 7 handige kweektips!

In het eerste deel over extern voorgroeien beschreven we de voordelen van het voorgroeien buiten je kweekruimte. Deze keer gaan we in op de diverse opties daarvoor. Ga er dus even lekker voor zitten en kom gerust eens langs in onze winkel of webshop als je na het lezen nog vragen hebt.

Wat doe je in de voorgroeifase?

Zoals we al eerder vertelden, belicht je jonge wietplanten in de voorgroeifase 18 uur per dag, en zet je ze 6 uur per dag in het donker. 18/6 dus. Idealiter is de temperatuur tussen de 21 en 25 graden, met een luchtvochtigheid tussen de 45 en 65 procent relatieve luchtvochtigheid.
En nee, in de voorgroei van planten uit zaad hoef je geen extreem hoge luchtvochtigheid te hanteren. Dat is alleen voor wie met stekken werkt. De stek heeft namelijk geen wortels en moet zo min mogelijk vocht verdampen. Daarom wordt het blad ook halverwege afgeknipt en de luchtvochtigheid verhoogd.

Bij de kweek van zaadplanten is een hoge luchtvochtigheid onzin. Het werkt juist averechts, aangezien de stomata’s van nieuw blad worden aangemaakt op een hoge luchtvochtigheid, terwijl dat later in de kweek radicaal veranderd. Dat levert alleen maar lichtelijk stress en vertraging op. Dit kunnen we helemaal beredeneren vanuit praktijkervaring en biologie, maar dat is voor een andere keer.

Hoe lang duurt de voorgroei?

De voorgroei kan een paar dagen, maar ook een paar weken in beslag nemen. Dat is afhankelijk van een paar factoren, maar laten we het overzichtelijk houden en de twee voornaamste met je delen.

Factor 1: het formaat van het voorgroeipotje

Er zijn genoeg mogelijkheden op het gebied van potjes. Je kunt kiezen voor een mini-potje van 2 bij 2 centimeter, tot een grote van 15 bij 15 centimeter. Wij adviseren vaak een potje van 9 bij 9 centimeter. Hierin duurt het namelijk ongeveer twee weken voor je de dame moet verpotten.

Als het even kan wil je namelijk dat je plantje een goed wortelgestel heeft opgebouwd, voor je haar verpot. Dat maakt het transplanteren naar de grotere pot makkelijker. Als je het kleine potje verwijderd valt er immers geen aarde af en je dame heeft een sterke basis om verder te wortelen.

Tegelijkertijd kun je een jong plantje ook té lang in de voorgroeipot laten staan. Dan zit het kleine potje zo ontzettend vol met wortels, waardoor die na het verpotten minder goed verder groeien. In het Engels hebben ze er zelfs een term voor bedacht: root lock. Ga ervan uit dat hoe kleiner het potje is, hoe sneller je moet verpotten. Heb je een iets grotere voorgroeipot, dan kun je tijdens het voorgroeien alvast wat snoeitechnieken toepassen (zie factor 2 hieronder).

Tip #1: gebruik geschikte aarde om in voor te groeien. Dit is een licht bemeste en luchtige aarde met een pH-waarde tussen de 5.8 en 7.0 (dat staat altijd achterop de zak). Vermijd zware aarde met veel bemesting, alsook zeer fijne aarde zoals de meeste zaai- en stekgrond. Beiden maken het wortelen niet makkelijker! Wij hebben de beste ervaringen met Canna Terra Professional met perliet.

Factor 2: de zaailing die je wenst te creëren

Sommige kwekers willen hun plantjes al een keer toppen in de voorgroeifase. Dan knippen ze de hoofdtop uit de plant, waardoor er in plaats van één, nu twee hoofdtoppen ontstaan. Het toppen tijdens de voorgroei kan wenselijk zijn, aangezien iedere beschadiging hersteltijd nodig heeft. Als je dat in een apart voorgroeitentje kan doen, scheelt het je kweektijd in de grotere kweektent!

Om te kunnen toppen is het wenselijk dat de plant minimaal 3 internodes heeft. In de praktijk betekent dat, dat de plant minimaal 2 weken oud is, in een wat groter voorgroeipotje staat én onder een goede voorgroeilamp staat. Tevens merk je dat de planten dan ook wat extra vegetatieve voeding nodig hebben. De voeding uit de licht bemeste voorgroei-grond is namelijk maar goed voor zo’n twee weken. Toppen is niet aan te raden in een klein potje voor het raam, dat kun je dan beter doen na het overplanten in de grote pot.

Tip #2: wanneer het tijd wordt voor verpotten merk je aan een paar dingen. Ten eerste zie je dat de jonge wietplant wat sneller in de hoogte gaat groeien. Dat is ook logisch, aangezien ze al haar energie in het aanmaken van plantmassa boven de grond steekt, het potje zit immers al vol met wortels. Ten tweede zie je wat worteltjes onder de pot uit groeien.

Opties om voor te groeien

Uiteraard is er een legio aan mogelijkheden om extern voor te groeien. Van omgebouwde verhuisdozen tot professioneel computergestuurde vertical farming units. Wij gaan het in ieder geval niet zo moeilijk maken, want dat heb je allemaal echt niet nodig. Na het lezen van onderstaande opties kun jij zelf de beste keuze maken.

Optie 1: voor het raam

Welke kweker heeft het niet geprobeerd? Men ontkiemt een paar zaadjes, stopt ze in de aarde, voegt wat water toe en spant wat huishoudfolie met gaatjes. Na een dag of twee komen de kleine lobblaadjes boven en wordt het folie verwijderd. De zon doet de rest van het werk; het is de simpelste en goedkoopste methode!

Tip #3: let goed op wat de temperatuur is achter het glas. In de zomer is het met een felle zon enorm warm en kan het zijn dat je kleine plantjes letterlijk verbranden. In de winter kan niet-geïsoleerd glas juist weer erg koud zijn. Zet er desnoods een thermometer bij, dan weet je het zeker!

Een groot nadeel van deze methode is het hoge risico op lange, slungelige zaailingen. Hoe dat komt kunnen we je makkelijk uitleggen. Het glas blokkeert namelijk een deel van het licht, waardoor je plantje het idee heeft nét niet genoeg licht te krijgen. Ze wil dan dichter bij de lichtbron komen en gaat zichzelf uitstrekken. Natuurlijk zonder resultaat, zodat ze op een gegeven moment omvalt. Zorg er dan voor dat je satéprikkers bij de hand hebt om je zaailing mee te ondersteunen.

Tip #4: vermijd kartonnen of andere biologisch afbreekbare potjes. Ondanks de belofte dat de wortels door het materiaal heen groeien, blijkt dat vaak toch erg lastig. We zien ook dat het karton soms in de pot gaat schimmelen. Het houdt namelijk flink wat vocht vast en dat stimuleert rotting. Mocht je het toch gebruiken, piel het karton dan van de wortelkluit af, voordat je de plant verpot.

Optie 2: in een propagator

Een propagator is een klein kweekkasje, gemaakt van plastic. Het bestaat uit een onderbak en een transparante bovenbak met een aantal schuifjes. Het grote voordeel van een propagator is dat je de luchtvochtigheid binnenin kunt regelen. Dat doe je met de schuifjes. Hierdoor blijft de vochtigheid van de aarde in het voorgroeipotje perfect op pijl en droogt het niet snel uit. Vermijdt overigens wel dat er druppels water op de blaadjes blijven staan. Dat betekent dat er te veel vocht in het kasje zit. Een ander voordeel van een propagator is dat het wat warmte vasthoudt, wat de ontwikkeling versnelt. Op een gegeven moment groeien de jonge plantjes uit het kweekkasje en moeten ze naar een grotere pot.

Tip #5: plaats een bureaulamp, wat spaarlampen of een TL balk van minimaal 18 Watt boven je propagator. Hierdoor voorkom je lange, slungelige plantjes. Een jonge zaailing wil immers naar het licht toe groeien en wanneer de lichtbron al in de buurt is, blijft ze korter en steviger!

Optie 3: in een voorgroeitent

Een voorgroeitent is eigenlijk niets meer dan een kleine kweektent. Daardoor kun je gebruik maken van een sterkere voorgroeilamp zoals de Elektrox. Die hang je makkelijk, met een tijdklok, in de tent. Hierdoor ontwikkelen de plantjes het snelste en het beste. Ook heb je minder last van insecten en beestjes. Bij een kweektent zoals deze zit er namelijk een horgaas voor de luchtinlaten en daarnaast kun je er een afzuiger met koolstoffilter in kwijt. Dat maakt dat je geen geur ruikt buiten het tentje, ook al produceren kleine wietplantjes nog niet zo heel veel geur natuurlijk. Ook kun je de temperatuur en luchtvochtigheid beter controleren. Het nadeel van zo’n setje kan de aanschafprijs zijn. Het kost natuurlijk wat meer dan een propagator.

Tip #6: je kunt een voorgroeitent ook gebruiken om je oogst in te drogen. Hierdoor sla je twee vliegen in één klap! Kies dan een iets grotere kweektent met tenminste 60 x 60 cm vloeroppervlak. Perfect voor een voorgroeilamp, maar ook een droognet!

Tip #7: wil je helemaal snel voorgroeien? Gebruik dan een wortelstimulator. Hierdoor zal je plantje nóg sneller wortels aanmaken. Zorg er wel voor dat je niet overdoseert, want dat heeft een averechts effect.

Elk voordeel zijn eigen nadeel

Zo, nu weet je hoe je in jouw situatie het beste kunt voorgroeien. Elke optie heeft zijn eigen voor- en nadelen. Daarbij is het ook aan te bevelen om gewoon eens te experimenteren om te kijken wat bij jou past. Voel je vrij om de kweekexperts van Plantarium om raad te vragen, daar zijn we voor. Je mag ons gerust een mail sturen met voorgroeivragen. Op Plantarium.nu vind je ook onze contactgegevens, het telefoonnummer en het adres van onze winkel.

[Openingsfoto: mikeledray, Shutterstock]

(advertentie)