(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

(Wiet)planten met fasciation en polyploïde planten worden vaak met elkaar verward maar zijn dus niet hetzelfde. Fasciation is een relatief zeldzame mutatie, en polyploïde planten hebben meer dan twee paar homologe chromosomen. Hierdoor kun je bijvoorbeeld (wiet)planten hebben met vier, vijf of zelfs zes paar chromosomen maar de meest gewilde exemplaren zijn triploïde, en hebben drie paar chromosomen in hun celkern. 

Fasciatie, cristaat- of bandvorming

Fasciation (fasciatie, cristaatvorming of bandvorming in het Nederlands) is een indrukwekkende mutatie om te zien. Vooral bij wietplanten, want het zorgt in dat geval voor een heel breed groeiende top die daardoor flink groter dan een gewone top kan worden. De eigenschap is echter niet hetzelfde als polyploïdie en kan ook niet in wietplanten veredeld worden.

Cristaat- of bandvorming is een mutatie die soms voorkomt, en vaak ook maar aan één of enkele takken van een plant te vinden is. De stam van zo’n gemuteerde tak is daarbij vaak plat en heel breed. Ondanks het grote formaat van een top met bandvorming heb je er als kweker niet veel aan, en wordt de eigenschap over het algemeen als een monstruositeit beschouwd. Indrukwekkend is het wel om een wietplant met zo’n bijzondere top te zien.

Ondanks het indrukwekkende formaat, is cristaatvorming geen gewenste eigenschap voor een top. Het wordt als een monstruositeit beschouwd.

Polyploïdie

Polyploïdie is ook een mutatie maar dan een die plaatsvindt tijdens de celdeling. Het treed op wanneer een of beide ouders van een organisme hun gehele genoom doorgeven. Normaal gesproken krijgt het nageslacht één paar homologe chromosomen van elke ouder, zodat die voor elke eigenschap uiteindelijk twee paar chromosomen heeft. Geeft één of beide ouders echter twee paar homologe chromosomen door, dan krijgt het nageslacht polyploïdie.

In het voorbeeld van één ouder die twee paar homologe chromosomen doorgeeft en een andere ouder slechts één paar, wordt het nageslacht triploïde. Het heeft dan drie paar homologe chromosomen voor elke eigenschap. Dit is echter niet aan de planten te zien, want die zien er gewoon en normaal uit. Triploïde wietplanten zijn echter wel gewild, want ze worden groter dan gewone diploïde wietplanten. Triploïden zouden volgens onderzoek ook meer cannabinoïden produceren.

Triploïdie

Triploïdie is dus een gewilde eigenschap. Wietplanten met triploïdie zijn sterker, worden groter en onderzoek heeft ook laten zien dat ze meer cannabinoïden bevatten. Maar dat is niet alles; de eigenschap maakt ze namelijk ook steriel. Zulke wietplanten kunnen zich dus niet voortplanten, en dit kan handig zijn voor zowel de kweker als de veredelaar van zaden.

Een triploïde wietplant kan immers niet gebruikt worden om nieuwe (triploïde) zaden te maken, en voor zaden zul je dus altijd terug moeten naar de veredelaar. De kweker hoeft op zijn beurt niet meer bang te zijn voor bestuiving, en de plant lever ook nog wat meer op!

Op dit moment zijn er echter nog geen triploïde cannabiszaden op de markt. De eigenschap is nog lastig om opzettelijk tot stand te laten komen. Je moet daarvoor eerst een tetraploïde plant zien te kweken, en als je die vervolgens met een gewone cannabisplant kruist krijg je een triploïde nageslacht. Dit proces is momenteel nog niet betrouwbaar genoeg maar zadenbedrijven zijn er al wel mee aan het experimenteren.

Een van de problemen is ook dat je de eigenschap dus niet aan de planten kunt zien. Afgezien van het grote formaat en hun sterkte, zien ze er verder hetzelfde uit als andere wietplanten. Ook zouden triploïde planten langzamer groeien dan gewone wietplanten.
Bij andere gewassen wordt triploïdie al wel commercieel ingezet. Pitloze druiven zijn bijvoorbeeld triploïde gemaakt. Ook in bananen, appels, watermeloenen en citrusvruchten wordt de techniek toegepast.

Wat triploïde wietplanten niet zijn

Je weet nu dat polyploïdie bij wietplanten niet hetzelfde is als fasciatie, cristaatvorming of bandvorming bij wietplanten. Dat laatste ziet er indrukwekkend uit maar is eigenlijk een ongewenste mutatie waar kwekers en veredelaars niet veel mee kunnen. Ook weet je dat polyploïde wietplanten er afgezien hun grotere formaat, niet wezenlijk anders uitzien dan gewone diploïde wietplanten.

Om nog meer verwarring weg te nemen, zijn wietplanten die bij elke node drie takjes en blaadjes aanmaken dus ook geen triploïdes. Dit is een andere vorm van mutaties die bij cannabisplanten kunnen voorkomen maar dus geen polyploïdie.

Dit is geen voorbeeld van een triploïde zaailing maar gewoon een gemuteerde zaailing.

 

(advertentie)