Topstories

(advertentie)

Opmerkelijke en wellicht belangrijke uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag. Dat liet een coffeeshop-houder zonder straf lopen ondanks dat hij werd gepakt met 70 kilo (!) cannabis. Reden? Het Openbaar Ministerie had gezien de jarenlange bestaande gedoogpraktijk geen reden/recht om met man en macht op zoek te gaan naar wietvoorraden van de shops. En daarom verklaarde de rechters de aanklagers niet ontvankelijk!

De coffeeshopexploitant van 3 shops in Leiden en Lisse loopt dus als vrij man de deur uit, ondanks de 70 kilo cannabis die ver boven de toegestane handelsvoorraad van 500 gram uitkomt die een shop in huis mag hebben. Onze columnist en advocaat mr. Maurice Veldman beoordeelt de uitspraak zelfs met: “Het doek voor het hypocriete achterdeurbeleid lijkt te vallen. Goed nieuws dus!” Komende maandag zal hij in zijn wekelijkse column deze zaak verder duiden en de gevolgen schetsen voor het Nederlandse gedoogbeleid.

OM gaat boekje te buiten met zoeken naar stash

Hier in het kort de juridische motivering van het Gerechtshof in Den Haag. De exploitant van 3 coffeeshops werd vervolgd voor het bezit van deze cannabis en voor witwassen. Het Gerechtshof was vandaag echter niet mals in haar oordeel en overwoog o.a. het volgende:

De verdachte mocht erop vertrouwen dat de wijze waarop hij zijn coffeeshops exploiteerde conform de eisen van het openbaar ministerie zijn. De officier van justitie heeft de verdachte nooit bericht dat de coffeeshops, de bezoekersaantallen, de omzetten te groot werden of er te veel verkooptransacties plaatsvonden. Grootschaligheid van de coffeeshops was voor het gedogen ervan geen probleem. Onder deze omstandigheden mocht de verdachte erop vertrouwen dat de officier van justitie niet zonder meer tot vervolging zou overgaan op grond van zoekingen naar alle exploitatie- en winkelvoorraden. Er vonden onaangekondigde huiszoekingen plaats in de woning van de directeur van de coffeeshops. Ook opslagplaatsen en andere locaties werden doorzocht.

De officier van justitie kon niet uitleggen waarom tot toepassing van deze dwangmiddelen was besloten.

Het openbaar ministerie kon niet uitleggen waarom er enig relevant strafrechtelijk belang was bij deze wijze van opsporing en vervolging.

Het Hof oordeelt dan ook keihard: de opsporing en vervolging is om deze redenen onverenigbaar met beginselen van een goede procesorde, de rechtszekerheid, evenredigheid, zorgvuldigheid, en het verbod van willekeur. Geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. Het openbaar ministerie werd niet ontvankelijk verklaard.

Maandag dus meer over deze rechtszaak die wellicht het huidige gedoogbeleid onderuit haalt…

(advertentie)