Handleiding voor autoflowers #8 (slot)

KWEKEN 18 december 2015

Als je onze handleiding voor autoflowers helemaal gevolgd hebt, dan weet je nu precies hoe je deze mooie planten het beste kunt verzorgen en zit er nog maar een ding op en dat is natuurlijk de oogst! Heb je alles goed gedaan, nou maak dan je borst maar nat want dan heb je een flinke oogst te verwerken! Aan de slag.

Het oogsten van je zelf gekweekte plant is het allerleukste wat er is, maar een tijdrovende klus tegelijkertijd. Je denkt wellicht dat het oogsten niet zo belangrijk is, maar dan heb je het mis. Er kan behoorlijk veel verpest worden bij het oogsten en de timing is ook erg belangrijk, het kan je oogst maken of breken.

Klaar voor de oogst?

Ja natuurlijk, maar is je autoflower dat ook? Om dat te bepalen kijken we doorgaans met een (zak)microscoop naar de trichomen op de toppen. De trichomen zijn de miniscule harsdruppeltjes waarin de werkzame stoffen zich bevinden. Deze trichomen maken aan het einde van de cyclus een verandering door waaraan je kunt zien of je wiet oogstrijp is. Als dat nog niet het geval is, zien de trichomen er transparant en helder uit onder een microscoop. Naarmate ze rijpen worden ze wit en troebel van kleur, dan zijn ze op hun best en is je wiet het meest potent. Als je langer wacht zullen de trichomen ook weer afnemen in potentie en kleuren ze bruin, of worden ze amberkleurig. Het beste oogstmoment is als de meeste trichomen wit zijn en zo’n 10 tot 20 procent amberkleurig is geworden.

Bij sommige autoflowers, en dan met name de sativa dominante soorten, kleuren de trichomen echter niet bruin en zul je naar andere tekens moeten kijken. In dat geval kun je het beste afgaan op de kleur van de bloeihaartjes in de toppen en oogsten wanneer ongeveer 80 procent daarvan is ingedroogd en bruin is geworden. Als het goed is zijn een aantal van de schutbladeren nu ook al aan het vergelen en aan het verdorren, zoals herfstbladeren aan bomen ook doen. Dit is normaal, je autoflower is aan het einde van haar leven gekomen en heeft de bladeren niet meer nodig, ze gaat dood.

Laat je autoflower, wanneer ze oogstrijp is, nog twee dagen in je kweekruimte staan, maar geef haar geen water meer. Sommige kwekers zetten in deze dagen ook het licht uit, om extra harsproductie te stimuleren, maar dit hoeft niet. Omdat je haar een beetje laat uitdrogen zullen de toppen ook wat minder vocht bevatten wat het droogproces ten goed komt.

Knippen

Het oogsten – of knippen – is niet moeilijk maar wel een tijdrovend en nauwkeurig karwijtje. Hoe beter je knipt, hoe mooier, en waardevoller je toppen er straks uitzien. Je kunt je wiet in een keer helemaal schoon knippen of in twee etappes knippen. Sommige kwekers vinden het eerste makkelijker, maar in twee etappes knippen heeft ook veel voordelen.

Knipafval bevat nog veel THC, dus bewaar het om hasj of edibles van te maken of om zo te verdampen

Begin met alle schutbladeren eraf te knippen en doe dit zo dicht mogelijk bij de stam. Je kunt ze vaak ook gewoon van de stam afbreken. De schutbladeren bevatten meestal maar weinig THC, dus deze kun je weggooien. Wanneer je in twee etappes besluit te knippen, ben je nu klaar en hang je de plant of de geknipte tak ondersteboven in het donker te drogen. Wanneer je in een keer knipt moet je eerst ook alle kleine blaadjes en bladpunten die uit de toppen prikken eraf knippen, doe dat zo dicht mogelijk bij de top zelf. Deze kleine blaadjes zitten vaak onder de trichomen dus bewaar ze om later hasj van te maken. Je kunt ze invriezen voor later of drogen om gewoon te verdampen.

Drogen

Het in twee etappes knippen heeft nog een voordeel bij het drogen. De kleine blaadjes zorgen er bij het drogen namelijk voor dat de wiet wat langzamer droogt en dat is goed. Hoe langzamer je wiet droogt, hoe beter de smaak ervan. Drogen doe je sowieso in het donker zonder hulp van kachels of ventilators of iets dergelijks. Je kunt de takken ondersteboven ophangen en losse topjes in een droogrek leggen. Je dient wel voor wat aanvoer van lucht te zorgen, drogen in een kweekruimte met de lichten uit dus en alleen de afzuiger aan.

Na een dag of 10 zullen je toppen droog genoeg zijn om te curen. Dikke toppen drogen uiteraard wat langzamer dan kleintjes, maar om te weten of de wiet droog genoeg is, kun je de zogenaamde buigtest uitvoeren; buig wat van de takken in een hoek van 90 graden. Als de tak met een hoorbare ‘knak’ breekt, dan zijn je toppen droog. Breekt de tak niet, dan zit er nog wat teveel vocht in de toppen.

Curen

Curen is de allerlaatste stap en wordt gedaan om de smaak in je wiet terug te krijgen. Wellicht ruikt het tijdens het drogen en vlak na het drogen namelijk nog wat grassig, maar na een rustig cure-proces van minimaal twee weken zul je merken dat de lekkere geur van de soort, en smaak weer helemaal terugkomt. Curen is makkelijk; het houdt eigenlijk gewoon in dat je de wiet in glazen potten bewaart en in het donker zet. Let wel op dat je wiet echt goed gedroogd is, want als je natte wiet in een afgesloten pot gaat stoppen verpest je het.

Wanneer je de potten hebt gevuld zet je ze in het donker. Open de potten de eerste week dagelijks even een minuut of tien, zodat het laatste vocht kan ontsnappen. ‘Burpen’ of laten boeren wordt dit ook wel genoemd. Na twee weken is de geur en de smaak als het goed is weer een stuk lekkerder en is je wiet gecured en kun je gaan roken, hoe dat gaat hoeven we je hopelijk niet uit te leggen. Je kunt je wiet in de potten trouwens jarenlang bewaren, het zal alleen nog maar lekkerder gaan smaken.

Zie ook: