Topstories

(advertentie)

Het derde deel van Plantariums serie over kweekmythes. Deze keer duikt kweekexpert B in een mythe die al jaren de rondte gaat, en waarin zoals wel vaker met mythes wel een kérn van waarheid zit. Namelijk dat stekken sneller zouden groeien dan zaadplanten. Lees snel wat daarvan waar is, en ontdek verder alle voor- en nadelen van zaad vs. stekken.

Zoals we in de vorige twee artikelen over hardnekkige cannabismythes al zeiden: de meeste mythes bevatten een kern van waarheid. Zo ook met de mythe uit dit artikel, namelijk dat de groei van stekken altijd sneller gaat dan die van wietplanten uit zaden. We geven je daarnaast natuurlijk de voordelen en nadelen over de keuze om met stekken of zaden te kweken. Weer meer dan genoeg interessant leesvoer dus!

Altijd?

Want om maar even met de deur in huis te vallen: ja, het gebruik van stekken kan een kweek verkorten. Het is immers zo dat je met een stek geen zaadje hoeft te ontkiemen. Een stekje met wortels is namelijk een kant en klaar jong plantje. Je hoeft het alleen nog maar over te poten naar een grotere pot. Ook het voorgroeien is daarom niet nodig, tenzij je heel grote planten wil kweken. Dat verkort de totale groeitijd van de dames met ongeveer twee weken. Tot zóver klopt de uitspraak. De mythe zit hem in het woordje altijd, want eigenlijk is het kweken met stekken alleen de allereerste kweekronde twee weken sneller. Oftewel, de eerste keer dat je nieuwe jongedames in een ingerichte kweektent zet. De stek kan dan immers direct in de pot!

Eénmalige vertraging

In de kweek met zaden loop je dus de eerste keer een vertraging van twee weken op, zou je ook kunnen stellen. Toch hoeft er in de cyclussen daarna absoluut geen vertraging te zijn. Als jij bijna aan het einde van de bloeifase bent en klaar om te oogsten, ontkiem je namelijk alvast 5 nieuwe zaadjes. Deze hebben dan nog even de tijd om voor te groeien terwijl de dame afrijpt of twee weken droogt. Als je kweektent vervolgens weer beschikbaar is, neem je natuurlijk eerst even een doekje en een spons ter hand om daarna de kleine zaailingen naar hun een nieuwe woonomgeving te verplaatsen. En het licht kan weer aan!

Ongewenste verstekelingen

En zo is er altijd wat te kiezen, want uiteindelijk is het een afweging van voor- en nadelen. Eén van de nadelen van stekken is de grote kans op ongewenste verstekelingen. Zo horen we dat veel stekken standaard spint of meeldauw bevatten. Je krijgt het ongedierte en de schimmel er letterlijk gratis bij. Niet iets wat je wil natuurlijk, ook omdat het erg lastig is om van de spint af te komen. Het vereist de inzet van roofmijt en vaak meerdere cyclussen voor je écht van alle kleine beestjes af bent. Spint kan zich namelijk makkelijk verbergen in de kleinste hoekjes van je kweektent en er hoeven maar twee spintmijten te overleven voor een nieuwe populatie… Lees hier wat je verder allemaal tegen spint begint.

Met het ontkiemen van zaadjes kun je beginnen met een schoon plantje, die je geheel in eigen beheer in je keukenkastje hebt ontkiemd. Het heeft daarnaast nog twee andere voordelen om zelf zaadplanten voor te groeien. Ten eerste heb je veel meer keuze in soorten, en ten tweede heeft een ontkiemd zaadje een penwortel. Dat verhoogt de kansen op een sterkere, weerbarstigere plant. Meer voordelen van de penwortel lees je hier.
Het grote voordeel van de stek daarentegen, is haar uniformiteit. Ze is immers een letterlijke kloon van haar moeder. Hierdoor zullen stekken van één en dezelfde moederplant altijd hetzelfde groeien, bloeien en zich gedragen. Dat verhoogt het kweekgemak. Het bladerdek groeit redelijk gelijk, ze behoeven dezelfde voedingsdosering en tevens vergelijkbare milliliters water. Na het drogen hebben alle toppen dezelfde smaak en effect.

Zusjes vs. kopietjes

Bij zaden zie je altijd fenotypisch onderscheid tussen planten. Dat komt omdat zaadjes eigenlijk zusjes van elkaar zijn. Ze lijken wel op elkaar, maar zijn geen eeneiige meerlingen. Het kan zijn dat uit een pakje zaad er vijf verschillende fenotypes komen. Vijf planten die wel wat op elkaar lijken, maar bijvoorbeeld verschil in hoogtegroei hebben of onderling verschillend water gebruiken.

Hier komt ook de keuze van zaadbank om de hoek kijken. Er zijn namelijk genoeg zadenproducenten die niet de tijd nemen om hun soorten goed door te veredelen. Dat betekent: zorgen dat er een minimaal fenotypisch verschil zit tussen de planten die uit de zaden van één soort komen.
Zo zien we dat veel nieuwe USA-genetica niet altijd even stabiel is. Je ziet verschillen en dat is eigenlijk niet de bedoeling. We gaan geen namen noemen, maar geven we je wel de tip om soms even te wachten met de aankoop van de nieuwste USA-strains. Als we lezen over een hippe clone only strain in de US, weten we dat die binnen het jaar door grotere zadenbanken in Europa als zaad wordt uitgebracht. Maar eigenlijk is dat veel te snel. Er is te weinig tijd besteedt om het fenotype van de hippe clone daadwerkelijk te stabiliseren, want daar dien je meerdere cyclussen voor te volbrengen, en die cyclussen kosten tijd!

Een zaadbank die kwaliteit hoog in het vaandel heeft, neemt de tijd om nieuwe soorten te stabiliseren. Dat betekent dat er bijna geen waarneembaar onderscheid is tussen verschillende zaadjes van hetzelfde merk en dezelfde wietsoort.

Dat waren ze, de belangrijkste voor en nadelen van zaden vs. wietstekken. We kunnen ons voorstellen dat je nog meer vragen hebt, over de kleinschalige kweek van cannabis. Wil je bijvoorbeeld meer weten over kwalitatieve, stabiele zaden? Kijk dan gerust even op onze website plantarium.nu, of neem per mail contact op met al je vragen. We helpen je ook graag telefonisch verder. Weet ook dat het op dit moment ook weer mogelijk is om op afspraak je bestelling af te halen in Nijmegen!

[Openingsfoto: Yarygin, Shutterstock]

(advertentie)