(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De eerste sneeuw is dan eindelijk gevallen en het is koud in de lage landen. Veel mensen zijn aan het snotteren en ook wietplanten kunnen last hebben van de wisselende weersomstandigheden, ook al snotteren ze dan misschien niet. Laat plantenziektes je oogst niet verpesten, maar help je dames er weer snel bovenop.

Een veel voorkomende vorm van ziekte is een gebreksziekte. De planten komen dan iets tekort in hun voeding. Zo levert ijzertekort vergelende (en afvallende) bladeren op. Bij het voorkomen van gebreksziekten speelt de pH-waarde vaak een belangrijke rol. Houdt deze dus op 5,8 of in de buurt daarvan. Een te lage pH-waarde zorgt er bijvoorbeeld voor dat de planten calcium minder goed kunnen opnemen. Gevolg: de osmotische processen worden belemmerd. Een te hoge pH zorgt voor een minder goede ijzeropname, met het bekende resultaat.

NPK-gebrek

Een tweede soort gebreksziekte is het tekort aan primaire voedingsstoffen (NPK). Vaak gaat het om een tekort aan stikstof (N). Een tekort aan stikstof vertraagt de groei en zorgt ervoor dat de onderste bladeren geel worden en afsterven. Minder vaak zien we een tekort aan fosfor (P). Door een fosfortekort worden de bladeren diepgroen en blijven ze klein. Ook hier komt het vergelen en afsterven van de onderste bladeren bij voor. Ook kaliumgebrek (kalium is ‘K’) komt relatief weinig voor. Het kenmerk is eerst vergelende bladpunten, waarna hele bladeren geel en bruin worden en afsterven. Een gebrek aan kalium wordt vaker veroorzaakt door een te zure bodem dan door een echt K-tekort. Dus nogmaals; zorg voor een optimale pH-waarde!

tekort

Een stikstoftekort uit zich in lichte groene bladeren en vergeling aan de onderste bladeren.

De remedie tegen deze vorm van gebreksziekte laat zich raden: bijmesten met NPK-meststof. Gebreksziekten als gevolg van een tekort aan secundaire voedingsstoffen komen we minder vaak tegen. Het gaat dan meestal om een tekort aan magnesium en/of calcium. Meestal is dit gebrek snel verholpen als er een NPK-mengsel met spore-elementen wordt gebruikt. Hetzelfde geldt in principe voor de micro-voedingsstoffen. We moeten daarbij een uitzondering maken voor ijzer, het gaat zelden om te weinig ijzer, maar meestal om een te hoge pH-waarde.

Klimaat

Schimmels kunnen in korte tijd een complete tuin verwoesten. Maar wanneer het klimaat in de kweekruimte goed wordt beheerst, krijgen schimmels over het algemeen weinig kans. Schimmels doen het vooral goed in vochtige omstandigheden, liefst zonder al te veel circulerende lucht. In deze omstandigheden zoeken de altijd in de lucht aanwezige schimmelsporen een plekje om uit te groeien tot schimmelplanten. Wanneer het je niet gelukt is om schimmelgroei te voorkomen, dan kun je er maar het beste zo vroeg mogelijk bij zijn. Bij lichte schimmelgroei meteen dus de aangetaste plantendelen verwijderen en vervolgens zorgen voor een klimaat waarin de cannabis het wel goed doet en schimmel geen kans heeft. Dat betekent goede ventilatie, de beheersing van de luchtvochtigheid en temperatuur, je planten niet op een te nat medium zetten.

Bij ernstige aantasting door pythium krijgen planten ‘omvalziekte’

shutterstock_165233342

Parasiterende schimmel op plantencellen. (beeld: Designua, Shutterstock.com)

Pythium

Een veel voorkomende schimmelaandoening bij cannabis is pythium. Deze schimmel zorgt voor wortelrot en rot van het onderste deel van de stengel. Het komt het meest voor bij jonge plantjes en bij stekken. Grotere, gezonde planten zijn veel minder gevoelig voor pythium. Bij ernstige aantasting door pythium krijgen planten ‘omvalziekte’. We hoeven niet uit te leggen wat dat betekent. Pythium is te herkennen aan het bruin worden van de schors aan de voet van de stengel. In het begin is de bruine aanslag nog gemakkelijk te verwijderen, later gaat het rottingsproces steeds dieper in de voet van de plant verder.

Pythium is een schimmel, die het beste gedijt in natte en vochtige milieus. De sporen van pythium verspreiden zich alleen via water. Er worden 2 soorten sporen gevormd, zwermsporen en rustsporen. de zwermsporen kiemen het best bij een temperatuur van ongeveer 15 graden Celsius, terwijl de rustsporen juist kiemen als het warm is, zo’n 28 graden Cesius. Om aantasting door pythium te voorkomen is een constante bodemtemperatuur een vereiste. Grote temperatuurschommelingen moeten worden vermeden. Pythium kan maar beperkt met chemische middelen worden bestreden. Verder moet voor een goede luchtvochtigheid (dus een niet te hoge RV) worden gezorgd.

Bladschimmel

Bladschimmels (zoals meeldauw) en draadschimmels komen minder vaak voor dan pythium. Meeldauw kan onder andere toprot veroorzaken. Ook hier geldt weer: zorg voor een optimale beheersing van het klimaat. Anders dan veel andere schimmels gedijt de meeldauw ook bij een lage luchtvochtigheid goed. Meeldauw kan (mits je er snel bij bent) goed worden bestreden met een speciale lamp of een mengsel van zuiveringszout en magere melk, maar wordt gelukkig niet zo vaak bij cannabis aangetroffen.

meeldauw3

Meeldauw ziet eruit alsof iemand je wietplant met poedersuiker heeft bestrooid. Hierboven zie je een ernstig aangetaste plant.

Toprot

Toprot komt het meest voor aan het eind van de bloeifase. Hoe compacter de plant, hoe groter de kans dat er toprot optreedt. Toprot kun je herkennen door het plotseling geel worden van topblaadjes. Deze gele blaadjes zitten nogal los aan de plant en kunnen zonder weerstand worden verwijderd. Om te voorkomen dat de hele plant wordt aangetast, moet je helaas de hele top verwijderen. Het optreden van toprot kan in sommige gevallen worden voorkomen door te zorgen voor een lagere relatieve luchtvochtigheid tijdens de donkere periode.

[Openingsfoto: mikeledray, Shutterstock.com]

 

(advertentie)