Topstories

(advertentie)

Een interessante vraag deze week van Kristof over zijn Canna plantenvoeding voor kokos. Hij vraagt zich af hoe die tot stand komen, met name omdat men dikwijls spreekt van organische en ‘chemische’ plantenvoeding. Terecht merkt Kristof op dat hij vermoed dat ook die laatste uit de natuur onttrokken worden, dus hoe zit dat precies? 

Lieve Muna, ik heb Canna cocos-nutriënten (A, B, Rhyzotonic, Cannazym, Boost, etc.) en vraag me af hoe deze gemaakt worden. De vraag kwam in me op omdat mensen vaak spreken over organische en chemische kweekmethoden waarbij aarde organisch is en cocos chemisch denk ik.

Maar ik vind dat raar want ik vermoed dat de nutriënten evengoed worden onttrokken uit natuurlijke producten en dan in geconcentreerde vorm worden verkocht. Iemand van de growshop zei dan weer dat het de nutriënten op olie gebaseerde producten zijn en dat begrijp ik al helemaal niet. Ik heb al wat rond gegoogled maar ik heb moeite om een antwoord te vinden op deze vragen. Kan jij het even toelichten?

Alvast bedankt en vriendelijke groeten van Kristof

Hoe wordt organische en minerale plantenvoeding gemaakt?

Hallo Kristof, goede vraag! heb je opgemerkt dat ik het woord ‘chemische’ vervangen heb voor ‘minerale’? Dat is namelijk waarin het antwoord op jouw vraag schuilt. Er is niet zoiets als chemische plantenvoeding, maar wel minerale plantenvoeding. Je hebt gelijk wanneer je zegt dat alle plantenvoeding uit de natuur onttrokken wordt dus je zou ook minerale plantenvoeding best natuurlijk kunnen noemen.

Er is niet zoiets als chemische plantenvoeding, maar wel minerale plantenvoeding

Vloeibare minerale plantenvoeding bestaat voornamelijk uit water en mineralen. Deze mineralen zijn de stoffen die planten nodig hebben bij de groei en bloei en andere processen die zich in planten afspelen. Je hebt vast wel eens gehoord van stikstof, kalium en natrium, drie zouten ofwel mineralen die onmisbaar zijn voor planten. Dit zijn de drie zogenaamde macro-nutriënten, ofwel de belangrijkste mineralen voor planten. Daarnaast zijn er ook nog de zogenaamde micro-nutriënten of sporenelementen zoals ijzer en magnesium en bijvoorbeeld zink.

In minerale plantenvoeding komen de mineralen in een direct voor de plant opneembare vorm voor. Ze worden uit de natuur gedolven en hebben dan ook een natuurlijke oorsprong. Het verschil met organische plantenvoeding is echter dat deze stoffen daarin niet in hun minerale direct opneembare vorm voorkomen. In pure organische of ook wel biologische plantenvoeding zit organisch materiaal dat, wanneer het door het bodemleven wordt afgebroken wordt omgezet in dezelfde mineralen die door de planten kunnen worden opgenomen.

Omdat biologische plantenvoeding dus eigenlijk geen mineralen bevat, heeft het ook niet zoveel zin om daar bijvoorbeeld de EC-waarde van te meten. Een EC-meter meet de geleidbaarheid van een vloeistof. Hoe meer mineralen, hoe beter de vloeistof geleid. De organische deeltjes uit biologische voeding geleiden echter niet of nauwelijks, dus meten met een EC-meter heeft dan geen zin.

Omdat biologische plantenvoeding geen mineralen bevat, heeft het ook niet zoveel zin om daar bijvoorbeeld de EC-waarde van te meten

Overigens is kokos ook een natuurlijk product, alleen bevat het geen (organische) voeding zoals aarde. In kokos zit ook geen bodemleven dat organisch materiaal kan afbreken, waardoor je op kokos gebruik moet maken van minerale plantenvoeding. Zou je op kokos een puur biologische voeding gebruiken zoals Biocanna, dan wordt dat niet of nauwelijks afgebroken en komen wietplanten al snel van alles tekort.

Zowel biologische plantenvoeding als minerale plantenvoeding hebben voor- en nadelen. Bij de biologische teelt komen (mits de aarde een gezond bodemleven bevat) veel meer voedingsstoffen vrij voor de plant. Die krijgt daardoor dus een veel vollediger dieet. Meten van de EC-waarde en de pH-waarde is niet nodig en dat maakt het kweken makkelijker. Het is trouwens wel zo dat veel zogenoemde biologische plantenvoeding ook voor een deel direct opneembare mineralen bevat maar voor een puur biologische kweek met een gezond bodemleven is dit niet nodig.

Bij een hydrologische teelt krijgen de planten alleen die voedingsstoffen die in de flessen zitten. Deze kunnen direct door de planten worden opgenomen maar dit betekent ook dat je zelf voor de juiste doseringen moet zorgen. Je moét dus wel meten en ook moet de pH-waarde of de zuurtegraad van het voedingswater in orde zijn. Omdat de voeding direct kan worden opgenomen, kun je tekorten snel aanvullen maar het risico op over- of ondervoeding is ook aanzienlijk groter.

Nou, ik hoop dat dit wat helderheid brengt over het verschil tussen organische (biologische) voeding en minerale plantenvoeding. Chemische voeding is er niet, wel minerale plantenvoeding. Wat beter is zou ik niet durven zeggen, iedereen heeft zo zijn eigen voorkeur.

-xxx- Muna

[Openingsbeeld: Sashkin, Shutterstock]

(advertentie)