(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Welkom bij het derde deel van onze vierdelige serie over hydrokweken. In deel één hebben we uitgelegd wat hydrokweken precies is. In het tweede deel hebben we verschillende hydrosystemen onder de loep genomen. En in dit derde deel gaan we het hebben over het voeden van wietplanten in hydrosystemen.

Kweken zonder aarde biedt grote voordelen voor een kweker. Je hebt alles namelijk volledig onder controle, je verbruikt water en voeding veel efficiënter, er is aarde dat aan- en afgevoerd moet worden, je hebt minder snel last van ongedierte en wietplanten groeien en bloeien sneller.

Tegenover al deze voordelen staan helaas ook wat nadelen. Zo moet er meer gecontroleerd worden en is er geen bufferende werking zoals bij de kweek op aarde. Er kunnen snel veranderingen optreden; de voeding heeft directe invloed op de planten en omgekeerd. Eén dag te laat ingrijpen bij problemen kan grote gevolgen hebben.

Monitoren

In hydrosystemen is er geen of weinig bufferwerking. Wat je je wietplanten te drinken geeft heeft direct invloed. Binnen één dag kan een voedingsfout ervoor zorgen dat een gezonde wietplant verwelkt als gevolg van een watergebrek. Ook kunnen er snel tekorten of overschotten ontstaan maar gelukkig kun je die ook weer snel rechtzetten. Er zal dus veel meer gemonitord moeten worden wanneer je wiet in een hydrosysteem kweekt.

Een goed geijkte pH- en EC-meter is onmisbaar bij hydrokweken.

Voor hydrosystemen kun je geen organische voeding gebruiken. Er is geen bodemleven die organisch materiaal kan omzetten in opneembare voeding, dus de voeding moet direct opneembaar zijn en een minerale samenstelling hebben. De inhoud van het voedingsreservoir moet vaak gecontroleerd worden op hoeveelheid, zuurtegraad (pH-waarde), voedingsconcentratie (EC-waarde), temperatuur en waterkwaliteit.

Het voedingsreservoir

De inhoud van het voedingsreservoir dien je dus goed in de gaten te houden. Indien nodig moet het bijgevuld of ververst worden om tekorten en ophopingen te voorkomen. Hoe vaak je het voedingswater moet verversen hangt af van de inhoud van het vat en de intensiteit van de kweek.

Hoe meer voedingswater er voor de planten is, hoe minder EC- en pH-schommelingen maar gemiddeld dient het voedingswater iedere 7 tot 14 dagen te worden ververst. Doe je dat niet op tijd, dan raakt de balans tussen de verschillende mineralen verstoord. Calcium, magnesium, sulfaat, natrium en chloride hopen als eerste op, waardoor de groei vertraagt. Wellicht zonder dat je het door hebt want dit kan gebeuren, zonder dat de EC-waarde van het voedingswater stijgt.

Ververs voedingswater iedere 7 tot 14 dagen. Foto: Ivan Karpov, Shutterstock

Aan de andere kant kunnen tekorten aan stikstof en fosfaat ontstaan, waardoor grote bladeren vergelen (stikstofgebrek) of donkere (paarse) vlekken krijgen (fosfaatgebrek).

Tussentijds is het belangrijk om het voedingswater regelmatig bij te vullen. Dit doe je wanneer een kwart tot de helft van het voedingswater verbruikt is, met een voedingsoplossing met ongeveer de helft van de hoeveelheid voeding als het oorspronkelijke voedingswater. Wanneer wietplanten bij extreme temperaturen (en bijvoorbeeld een lage luchtvochtigheid) snel veel water verdampen, kun je het beste tijdelijk bijvullen met afgezuurd water zonder voeding. Door het bijvullen met schoon water voorkom je dat de EC-waarde te hoog oploopt.

EC-waarde

De EC-waarde geeft de concentratie aan zouten in een oplossing aan. EC meet de elektronische geleidbaarheid, en staat dus niet automatisch gelijk aan de hoeveelheid voeding. De EC-waarde meet namelijk ook opgehoopte zouten die niet gewenst zijn. In recirculerende systemen (zie hydrokweken deel #2) moet je dus zeker niet blind vertrouwen op de EC-waarde alleen. Bepaalde stoffen kunnen ophopen, terwijl andere aan het voedingswater onttrokken worden.

Een EC-meter meet de elektrische geleidbaarheid van een oplossing. Foto: Donny Ash, Shutterstock

Een goede vuistregel is om je voedingsreservoir in eerste instantie te vullen met een EC-waarde die ongeveer 1,0 hoger is dan het leidingwater. Verhoog de EC-waarde gedurende de kweek naar behoefte tot een maximum van 1,3 tot 1,7 boven de EC-waarde van het leidingwater. Meet de pH-waarde en de EC-waarde regelmatig en kijk goed naar de wietplanten, zodat je tijdig kunt ingrijpen.

Dat was ‘m alweer. Volgende week het vierde en laatste deel van deze serie waarin we het gaan hebben over de zuurtegraad, ofwel de pH-waarde in hydrosystemen.

[Openingsfoto: OpenRangeStock, Shutterstock]
(advertentie)