- Droog je wiet tot perfectie met de 16/60 methode
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
In 10 stappen een kweekruimte voor cannabis
Het buitenwietseizoen is min of meer ten einde. Wil je jouw kweekactiviteiten voorzetten, dan zal je een kweekruimte binnen moeten hebben. Zo’n kweekruimte moet dan wel aan de eisen voldoen die wietplanten stellen. Dat klinkt misschien ingewikkeld, maar het valt eigenlijk reuze mee. Als je dit simpele 10 stappenplan volgt, komt het helemaal in orde, en geef je wietplanten een perfect onderkomen tijdens de wintermaanden.
Om het overzicht te houden bij taken die op het eerste gezicht erg ingewikkeld lijken, kun je ze het beste verdelen in kleine, hapklare brokjes die je één voor één afwerkt. Deze strategie werkt ook goed voor het inrichten van een geschikte ruimte om zelf een paar wietplanten in te kweken. Wanneer we dit klusje onderverdelen in tien gemakkelijke stappen wordt het een fluitje van een cent.
Stap 1: Kies een geschikte plaats
Begin met jezelf af te vragen waar je je eigen wietplantjes het best zou kunnen kweken. Dit kan een gedeelte van een niet gebruikte logeerkamer zijn, je kelder of zolder of een (ingebouwde) kast. Denk even goed na over zaken als hoogte, de aanwezigheid van aan- en afvoermogelijkheden van lucht en eventueel water en maak een schets waarin je vast alle benodigde apparatuur intekent. Zo kom je erachter wat je allemaal voor materialen nodig zult hebben voor je wietwensen.
Stap 2: Ruim op
Ruim eerst even op voor je meteen met timmeren begint. In een rommelige en stoffige kamer kun je niet goed werken en bovendien zijn stofnesten een grote uitnodiging voor beestjes en plantenziektes. Zorg ervoor dat de ruimte die je voor je planten gereserveerd hebt in stap 1, blinkend schoon is voordat je verder gaat.
Stap 3: Verduister
Zorg ervoor dat je kweekkast, kant en klare kweektent of zelfgemaakte ruimte helemaal lichtdicht is. Lichtlekken kunnen ervoor zorgen dat je planten straks gestrest raken of dat ze zelfs helemaal niet gaan bloeien. Als je zelf gemaakte kweekruimte er groot genoeg voor is, ga er dan even zelf inzitten en sluit de ingang om zelf te kijken of het helemaal lichtdicht is. Extra belangrijk als je zelf een kweekruimte in elkaar getimmerd hebt.
Stap 4: Reflecterende wanden
Als je zelf een kweekruimte maakt, zorg er dan voor dat de wanden, de vloer en het plafond ervan zoveel mogelijk licht reflecteren. Al het licht dat gereflecteerd wordt, kaatst namelijk terug naar je planten en gaat daardoor niet helemaal verloren.
Schilder de wanden daarom mat wit of nog beter, gebruik speciale reflectiefolie. Neem geen aluminiumfolie, want dat is niet geschikt omdat het oxideert en dan niet meer reflecteert. Als je meer over de voordelen van een goede reflectie wil weten lees dan Beter reflecteren …is meer opbrengst!
Stap 5: Ventileer
Er moet een goede aanvoer van verse lucht in je kweekruimte komen, en ook moet er voldoende luchtcirculatie zijn. Daarom maak je boven in je kweekruimte een opening waardoor je met een afzuiger zoals een buisventilator, lucht uit de kweekruimte blaast.
Een kleinere opening aan de onderkant zorgt ervoor dat schone lucht je kweekruimte ingezogen wordt. Hier hoef je geen ventilator voor te gebruiken want de lucht komt door de onderdruk in je kweekruimte, vanzelf naar binnen. Je moet er echter wel op letten dat er via de openingen geen licht naar binnen lekt.
Om de lucht in je kweekruimte goed te laten circuleren dien je ook 1 of meer (zwenk)ventilators te plaatsen. Gebruik bij voorkeur zwenkventilators of, als je hier geen ruimte voor hebt, gewone ventilators, maar richt deze laatste niet rechtstreeks op je planten. Plaats ze liever net erboven, zodat de bovenste bladeren zachtjes bewegen in de wind van je ventilator.
Stap 6: Geurbestrijding
Omdat je natuurlijk niet wil dat je hele huis naar de wietplanten in je kweekruimte ruikt, dien je een koolstoffilter te gebruiken. Een koolstoffilter sluit je aan de binnenkant van je kweekruimte aan op de afvoer via je afzuiger. Zorg ervoor dat de afzuiger en het koolstoffilter qua diameter en capaciteit goed op elkaar aansluiten.
Stap 7: Verlichting
Dit is ongetwijfeld het belangrijkste onderdeel van je kweekruimte want het bepaalt in grote mate de hoeveelheid wiet die je kunt oogsten.
Zorg voor een lamp die aansluit bij je kweekruimte, dus geen spaarlampje in een ruimte van 60 bij 60 centimeter, maar ook geen 1000 Watt LED of HPS lamp. Met de Watts per vierkante meter regel kun je berekenen hoeveel Watt aan kweeklicht je nodig hebt in jouw kweekruimte.
Hang je lamp aan in hoogte verstelbare kettingen, of gebruik speciale haakjes die gemakkelijk in hoogte verstelbaar zijn. Zo kun je de lamp gedurende de hele cyclus op de juiste hoogte houden.
Stap 8: Meten is weten
De kweekruimte is bijna klaar voor gebruik, nu is een goed moment om extra gereedschap zoals een thermometer, een luchtvochtigheidsmeter of een min-max thermo- of combimeter (meet de minimale en maximale temperatuur en/of luchtvochtigheid) te plaatsen. Ze zijn niet absoluut noodzakelijk maar ook niet duur, en door te meten weet je wel of het klimaat in je kweekruimte goed is. Gebruik een VPD kaart om de temperatuur en luchtvochtigheid op het juiste niveau te houden gedurende je kweek.
Stap 9: Plaats potten
Het gemakkelijkste en zeker voor een eerste kweek, zijn gewone plastic plantenpotten met aarde. Bedenk hoeveel planten je wil kweken en regel passende potten. Vierkante potten zijn handig, en zorgen voor een iets beter wortelgestel dan ronde potten.
Weet verder dat een grotere pot ook voor grotere planten zorgt. Vul je potten met een mooie potgrond; bemeste potgrond heeft als voordeel dat je soms nauwelijks hoeft bij te voeden. Met een zogenaamde light mix (aarde waar weinig plantenvoeding in zit) kun je de voedingsbehoefte beter zelf aansturen.
Voor een eerste kweek is rijk bemeste potgrond aan te raden. Meestal hoef je dan in de groeifase niet bij te voeden, en hoef je pas met bloeivoeding te beginnen als de bloeifase begint.
Stap 10: Planten
Na deze laatste stap begint het eigenlijke kweken natuurlijk pas echt. Plant je ontkiemde zaden in kleine potjes met aarde (ongeveer 200 ml) en verpot ze naar de grote potten als de kroon van de plant van bovenaf duidelijk over de rand van de potjes groeien. Na een maand of 3 kun je voor het eerst oogsten. Verpotten gaat zo.