- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Interview: hoe de Joint Doctor autoflowers uitvond
Autoflower wietsoorten zijn nu ontzettend populair maar dat was niet altijd het geval. Niemand zag destijds iets in de automatisch bloeiende wietplanten. Behalve één Canadese kweker die zichzelf de Joint Doctor noemde. In dit interview vertelt hij hoe hij de automatisch bloeide wietplanten uitvond.
Het verhaal van het ontstaan van een compleet nieuwe soort wietplant, die vandaag de dag bij elke zadenbank op het menu staat: de autoflower. De uitvinder ervan is een Canadees die zichzelf de Joint Doctor noemt. In dit interview vertelt hij in zijn eigen woorden hoe het allemaal begon.
De Joint Doctor
…groeide op op een boerderij en het kweken van wiet wekte dan ook al snel zijn interesse. Toen hij ging studeren nam hij wat zaden mee. Hij kweekte daarmee zijn eigen voorraadje wiet op zijn studentenkamer en buiten, in het aangrenzende bos. Deze ‘groene’ activiteiten groeiden later uit tot een bloeiende carrière in cannabis onderzoek.
Tijdens zijn reizen na zijn studententijd, bezocht de Joint Doctor vele wietplantages. Veldjes waar wiet in het wild groeide maar ook grote akkers met hennep, en zelfs hennep voor de sier. Hij leerde veel over de enorme diversiteit van wietplanten en was ervan overtuigd dat met wiet, alles mogelijk moest zijn. Om nieuwe en betere variëteiten te maken bedacht hij dat hij niet veel nodig zou hebben: een divers aantal eersteklas zaden, een goede observatie, veel tijd, geduld en een beetje geluk.
Ik denk dat de wil om het maximale uit een kleine ruimte te halen, een rode draad in mijn carrière is geweest
Joint Doctor: “Ik was altijd al aangetrokken tot nieuwe en ongebruikelijke eigenschappen in planten. Op de boerderij speelde ik met zaden van aparte variëteiten groente- en fruitsoorten die afkomstig waren uit verre oorden. Tegelijkertijd begon ik meer dan 24 jaar geleden ook met wietplanten te experimenteren. Later probeerde ik door te kruisen, kleine wietsoorten te maken om binnen in kleine ruimtes mee te kunnen kweken. Ik denk dat de wil om het maximale uit een kleine ruimte te halen, een rode draad in mijn carrière is geweest”
Antonio’s Mexican Rudy
Het idee bleef hangen en gaf vorm aan de Joint Doctors’ projecten. Ondertussen begon hij ook wietzaden te ruilen met Antonio. Een vriend en slimme Mexicaanse emigrant met dreadlocks, die op dat moment al meer dan 30 jaar bezig was met het verzamelen en kweken van aparte wietrassen.
Een van de soorten die de Joint Doctor van Antonio kreeg heette ‘Mexican Rudy‘. Het was een soort die klein bleef en eerder begon met bloeien dan hij ooit had gezien. Hij wist niet veel van de soort, de naam leek tegenstrijdig: Rudy stond hoogstwaarschijnlijk voor Ruderalis, een mystieke zeldzame ondersoort van wilde cannabis uit Siberië die niet groot wordt en een snelle levenscyclus heeft. Maar wat was de link met Mexico, behalve dan dat het het thuisland van de Joint Doctor’s vriend Antonio was? Was dit simpelweg een andere Ruderalis-achtige plant uit Mexico, of had het genen van de echte Ruderalis?
Hoewel je het zonder een genetisch onderzoek niet met zekerheid kunt stellen, is het mogelijk dat de Mexican Rudy een experimentele kruising van een Russische Ruderalis met een Mexicaanse wietsoort was, die ergens in de ’70’s gemaakt was. Joint Doctor denkt dat de soort van de universiteit van Mississippi of Ottawa afkomstig was. In ieder geval werd de soort al enige jaren eerder in Canada gekweekt. Rudy was inderdaad kort en snelbloeiend, maar niet heel potent. Het voorzag Antonio en zijn vrienden wel al in het midden van de zomer van wiet, wanneer andere soorten nog niet eens aan bloeien begonnen waren.
Willy’s Automatic
Joint Doctor: “De soort was erg snel en sterk, maar niet zo potent. Eerst kruiste ik haar met een Northern Lights #2, wat ook een compacte, maar potentere plant was. Deze F1 zaden maakten mooie uitbundig groeiende moederplanten, en hoewel ze geen autoflowers waren, waren ze wel snel en compact.
Pas later begreep ik dat je de autoflower eigenschap nooit in een F1 kruising terugvindt, aangezien het een recessieve eigenschap is. Ik wist niet precies wat ik in handen had, maar besloot deze F1 met een paar van mijn beste planten te kruisen.”
Ik wist niet precies wat ik in handen had, maar besloot deze F1 met een paar van de beste planten die ik had te kruisen
Zonder speciale verwachtingen, kruiste de Joint Doctor de Rudy met een Northern Lights #2 vrouw, en toen met een William’s Wonder. Het was het nageslacht van de experimentele drievoudige kruising waarin de recessieve autoflowering eigenschap terugkwam.
Joint Doctor: “Ik ontwikkelde een oog voor nieuwe eigenschappen. Ik had de neiging om zaden en soorten te kiezen die de meeste kwekers weg zouden gooien. Toen ik de volgende generatie zaailingen kweekte, om precies te zijn die uit een kruising van William’s Wonder x (NL#2 x Rudy), ontdekte ik en een maatje een paar heel zeldzame mannelijke planten die al bloeiden toen ze nog maar een zaailing waren. Dat was nog nooit vertoont, zeker niet in een kweekruimte die 24 uur per dag verlicht was!”
Het was een echt eureka moment. Gelukkig hield de Joint Doctor de aparte planten en lukte het hem om de eigenschap te stabiliseren, veel andere kwekers hadden ze zeker weggegooid. Alleen deze nieuwe planten werden gehouden om verder mee te kweken. Alle volgende generaties bezaten de autoflowering eigenschap. De hybride die eerst simpelweg Willy’s Automatic werd genaamd, werd de basis voor wat later bekend zou worden als de Lowrider.
de volgende generatie bestond volledig uit miniplantjes die automatisch bloeiden en niet groter werden dan 30 centimeter. Al 60 dagen na het ontkiemen waren ze klaar voor de oogst
Joint Doctor: ” Ik gebruikte deze rare mannelijke dwergplanten om mee te bestuiven, en zie daar, de volgende generatie bestond volledig uit miniplantjes die automatisch bloeiden en niet groter werden dan 30 centimeter. Al 60 dagen na het ontkiemen waren ze klaar voor de oogst. Een ideale plant voor in je keukenkastje.
Het was ongelooflijk! De smaak en potentie was ook prima, die hadden ze behouden uit de William’s Wonder, maar dan aangevuld met een plezierige aarde-achtige Ruderalis smaak. De hybride noemden we eerst simpelweg Willy’s Automatic en vormde later de basis voor Lowrider. Alle volgende generaties van de planten hadden de autoflower eigenschap. Ik kweekte de soort voor vele generaties op kleine schaal, in de winter in mijn kast, en ’s zomers in mijn tuin en selecteerde de beste exemplaren, voordat we er zaden van op de markt brachten.”
Een aantal jaren later zijn gefeminiseerde autoflower soorten zo potent dat ze kunnen concurreren met de traditionele soorten en soms zelfs meer kunnen opleveren. Dutch Passion vond dat hun samenwerking met de Joint Doctor voor hun soort StarRyder een natuurlijke match was tussen twee zadenbedrijven die beiden het uitzonderlijke waarderen.