- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Je eigen wietsoorten en kruisingen maken
Zadenbedrijven krijgen dikwijls vragen over het kruisen en veredelen van nieuwe wietsoorten. Wat zijn nou de beste technieken om een nieuwe strain te maken? We vroegen de zadenmakers van Dutch-Passion naar de meest gebruikte technieken om autoflowers en gefeminiseerde wietzaden te maken.
Wie zijn eigen wiet kweekt wil na een tijdje misschien ook wel zijn eigen wietsoort kweken. Een strain ontwikkelen die aan al je persoonlijke eisen voldoet, met zijn eigen unieke eigenschappen op het gebied van groei, opbrengst, geur, smaak en effect. Als jij dit ook ambieert lees dan vooral verder want in dit artikel krijg je de nodige tips en trucs van de kundige breeders van Dutch Passion.
Selectieve veredeling
Meestal heeft een kweker een specifiek doel voor ogen bij het maken van een nieuwe kruising. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een bepaalde geur te stabiliseren of een bepaalde groei-eigenschap in het nageslacht van een kruising vast te leggen. Dit gaat via een proces dat selectieve veredeling, of kunstmatige selectie genoemd wordt.
Ouderplanten worden vanwege specifieke eigenschappen geselecteerd. Door wietplanten die zo’n eigenschap gemeenschappelijk hebben, met elkaar te kruisen, verhoog je de kans dat het nageslacht die eigenschap ook erft. De kweker heeft diverse tips en trucs in zijn arsenaal om de uniformiteit van de nieuwe generatie wietzaden, door selectieve veredeling te vergroten. Een plant kan bijvoorbeeld terug gekruist (inteelt) worden met de moeder- of vaderplant of grootouders, om bepaalde gewenste eigenschappen sterker naar voren te brengen.
Hybride F1 kruising
Anderzijds willen kwekers soms iets totaal nieuws creëren, en twee behoorlijk verschillende wietplanten met een verschillende genetisch achtergrond met elkaar kruisen. Dit is een andere filosofie binnen het veredelen. Een zogeheten hybride kruising ontstaat op deze manier door rassen die genetisch ver uit elkaar liggen met elkaar te combineren. In de hoop op een nieuwe wietsoort die beter is dan beide ouders.
De resultaten van zo’n hybride kruising kunnen ontzettend verrassend zijn, maar ook een grote teleurstelling. Wanneer je twee verschillende zogenoemde cultivars met elkaar kruist, is een fifty-fifty mengsel van de genen geen vanzelfsprekendheid. Het kan een lang proces met diverse kruisingen en terugkruisingen zijn om de nieuwe soort te perfectioneren.
Heterosis of hybride groeikracht
Een van de grote voordelen van de hybride F1 kruising is een aanzienlijke toename in groeisnelheid en opbrengst ten opzichte van de ouderplanten. Dit wordt ook wel heterosis of hybride groeikracht genoemd en wordt veelvuldig toegepast door veredelaars van traditionele gewassen zoals maïs. Wanneer de nieuwe wietsoort sneller en uitbundiger groeit dan de ouders, dan heeft die hybride groeikracht.
Hybride groeikracht is een van de grote voordelen van een hybride kruising voor thuiskwekers. Zaden uit twee genetisch verschillende wietplanten kunnen uitbundiger en sneller groeien dan hun ouders. Dat betekent dus ook meer opbrengst en een snellere topontwikkeling en uiteindelijk ook meer THC en andere cannabinoïden.
Dit soort zaden worden ook wel F1 kruisingen genoemd, of eerste generatie kruisingen. F1 zaden ontstaan alleen uit genetisch verschillende ouders en doorgaans heeft de kweker hierbij etterlijke wietsoorten overwogen of geprobeerd om tot een goede F1 kruising te komen. Zo’n goede F1 hybride maken kost tijd.
F2 kruisingen
Meestal gaat er een proces van twee to drie jaar aan een goede F1 hybride vooraf, en zijn de twee ouderplanten die de F1 hybride produceren zeer waardevol en worden ze goed verzorgd. Mocht de vader- of moederplant verloren gaan dan is de F1 hybride niet meer te produceren. Wanneer je twee F1 hybrides namelijk met elkaar kruist, dan krijg je een F2 kruising, ofwel een tweede generatie kruising. Zo’n F2 kruising verschilt meestal veel van de originele F1 hybride.
De beste F1 hybrides met de beste hybride groeikracht krijg je wanneer beide ouders stabiel en homogeen zijn én genetisch verschillend. Bijvoorbeeld een inheemse pure sativa en een inheemse pure indica. De eerste kruising tussen zulke verschillende en stabiele wietsoorten kunnen behoorlijk veel verschillende fenotypes opleveren. Om dit verder te stabiliseren kan er terug gekruist worden met (een van) de originele ouders.
Selectie voor nieuwe soorten en kruisingen
Gewoonlijk hebben de beste zadenmakers meerdere pogingen nodig en kweken ze alle zaden op, om tot de plant met de beste expressie van hybride groeikracht en de beste cannabinoïde-profielen, te komen. Cannabinoïde-profielen en laboratorium testen zijn belangrijk voor de hedendaagse zadenmaker die kwalitatieve gefeminiseerde of autoflower wietzaden wenst te produceren.
Laboratorium testen geven de kweker een beter beeld van de kwaliteit van de ouderplanten en het nageslacht. Het maakt het selecteren van planten aanmerkelijk makkelijker, en zorgt ervoor dat de resultaten objectief met elkaar vergeleken kunnen worden, om de beste wietplanten te selecteren. Ineffectieve genetica kan sneller worden afgeschreven, wat het proces van veredelen aanmerkelijk verkort.
Vaak worden meerdere vader- en moederplanten geselecteerd om mee te kruisen. De beste breeders kennen de cannabinoïde-profielen van alle ouders. Doorgaans worden ze geselecteerd vanwege eigenschappen als een hoog THC percentage, goede opbrengsten, kweekgemak, stabiliteit enzovoorts. Het belangrijkste deel van het hybridiseren wordt echter pas opgemerkt wanneer de zaden worden gekweekt. Een succesvolle hybride moet het daarbij beter doen dan beide ouders en zijn hoge THC-waardes en opbrengst behouden. Vaak valt de keus op de ouders die het snelste nageslacht produceren, of de gemakkelijkst te kweken F1 zaden.
Vandaag de dag laten de meeste thuiskwekers het veredelen wijselijk over aan gespecialiseerde zadenbedrijven. Ze hebben uiteindelijk aan slechts 10 of 20 zaden per jaar genoeg. Wietzaden kopen is in ieder geval een stuk makkelijker dan zelf kruisen.