- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Kort, korter, kortst – Wiet kweken in lage ruimtes
Kweektenten hebben vaak een minimale hoogte van 160 centimeter. Zonder training is zo’n kweektent namelijk al snel tot de nok gevuld. Met de juiste training kun je echter, zelfs in een computerkast nog wietplanten kweken. Zo bepaal je voortaan zelf hoe hoog wietplanten worden.
Wietplanten die je niet traint maar wel een week of vijf laat groeien, alvorens je ze in de bloeifase dwingt, worden al snel een meter of hoger. Tel daarbij een pot van 25 centimeter in hoogte bij op, en nog eens 40 centimeter voor de lamp en je zit al snel op een minimale kweekhoogte van 165 centimeter.
Kweek je echter in een lage ruimte zoals de CNNBS kweekkast, dan heb je geen 165 centimeter in de hoogte, en moet je wietplanten trainen om ze laag genoeg te houden. Moeilijk is dat niet maar het vergt wel wat kennis van beschikbare trainingstechnieken, licht, wietsoorten en een goede timing.
Lage en hoge wietsoorten
Met wat ervaring in het trainen, kun je in principe iedere wietplant kort genoeg houden om in een lage kweekkast zoals de CNNBS G-Kit te kweken. Toch zijn er bepaalde wietsoorten die van nature lager blijven dan anderen. Met name de sativa’s en sativa dominante wietsoorten zijn dit niet. Deze wietsoorten bloeien langer en worden over het algemeen ook langer.
Indica’s en indica dominante wietsoorten hebben minder de neiging om te strekken en zijn daarom wat beter geschikt, wanneer je voor het eerst een wietplant in een lage ruimte gaat kweken. Hou daar dus rekening mee en begin je eerste kweek in een lage kast, bij voorkeur met een indica of in ieder geval indica dominante wietsoort.
Lengte en licht
Licht heeft een grote invloed op de mate waarin een wietplant strekt. Niet alleen de lichtintensiteit is daarbij van belang maar ook de kleur van het licht. Wanneer een wietplant namelijk niet genoeg blauw licht krijgt, of überhaupt te weinig licht krijgt, zal deze extra groeien om meer licht op te zoeken. Dit is een neiging die alle planten hebben wanneer ze overschaduwd worden; door te strekken kunnen ze boven andere begroeiing uitkomen en meer licht opvangen.
Verder kunnen lampen die erg heet worden, zoals krachtige 250 of 400 Watt HPS kweeklampen niet te dicht op de planten hangen. Dan zouden de bovenste bladeren namelijk verdrogen en verdorren. In een lage kweekkast kun je dus het beste groeien met een koele kweeklamp die redelijk veel blauw licht uitstraalt. Led kweeklampen zoals de in de CNNBS G-Kit gebruikte Hans Panel, hebben een groeistand waarbij het blauwe licht ervoor zorgt dat internodes mooi kort blijven.
Korte internodes hebben nog een tweede voordeel, en dat is dat de sapstroom maar een korte weg hoeft af te leggen. Hierdoor gaat er tijdens de bloeifase minder energie in de sapstroom zelf zitten, en blijft er meer energie over om toppen te produceren. Het loont daarom ook in hoge kweekruimtes de moeite om internodes kort te houden met voldoende blauw licht. Gebruik dus bij voorkeur een LED kweeklamp met groeistand, of een aparte groei LED kweeklamp of een metaal halide kweeklamp tijdens de groeifase.
Plan de bloeifase
Op het moment dat je een wietplant op een 12/12 lichtschema zet om de bloeifase te laten beginnen, is die nog lang niet uitgegroeid. Sterker nog: in de overgang van groei naar bloei zal een wietplant extra snel gaan groeien. Deze strekkende periode duurt drie tot vier weken en kan ervoor zorgen dat een wietplant wel drie keer zo groot wordt. Door training kun je ervoor zorgen dat deze toename van formaat, meer in de breedte dan in de lengte gaat. Toch is het belangrijk om wietplanten in een lage ruimte tijdig op een 12/12 lichtschema te zetten, en zo te voorkomen dat ze te hoog worden.
Sativa’s en sativa dominante wietsoorten strekken voorafgaand aan de bloeifase het meest, maar ook indica’s en indica dominante wietsoorten zullen in de overgang naar de bloeifase strekken. Een indica neemt ongeveer twee keer zoveel in volume toe (breed of hoog) tijdens de eerste weken op 12/12, terwijl een sativa wel drie keer zo groot kan worden.
Train je plant
Toppen en fimmen zijn waarschijnlijk de meest simpele van alle kweektechnieken, maar een zeer belangrijke tool in de gereedschapskist van de plantentrainer. Door te toppen of te fimmen vermeerder je het aantal takken aan je wietplant en laat je de plant meer in de breedte groeien. Tegelijk remt het de snelheid waarmee je wietplant de hoogte in zal gaan.
Toppen of fimmen is tevens een zogenaamde high stress trainingstechniek omdat het snoeien betreft. Ook pas je deze technieken doorgaans ook als eerste op je wietplant toe, maar je kunt hem natuurlijk inzetten wanneer jij dat zelf wil. Zolang het maar in de groeifase is, want toppen of fimmen in de bloeifase betekent dat je een top afknipt en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Je topt een wietplant door de bovenste groeischeut van een tak of de hoofdstam af te knippen. De twee groeischeuten direct onder de plek waar je topt, zullen tot nieuwe takken (toppen) uitgroeien. Bij fimmen doe je eigenlijk hetzelfde, alleen knip je dan slechts twee derde deel van het uiterste groeipuntje weg. Hierdoor blijven er na het fimmen vier nieuwe groeischeuten staan, en zullen er vier takken groeien op de plek waar er eerst één groeide. Hoe meer toppen een wietplant heeft, hoe minder hoog ze allemaal zullen worden in de overgang naar de bloeifase.
Wie zijn wietplant één of meerdere malen heeft getopt, ziet al snel veel nieuwe takken ontstaan waar licht en lucht maar moeilijk in kan doordringen. Door de takken te supercroppen, kun je het bladerdek openen en de takken zonder verdere hulpmiddelen in iedere gewenste richting laten groeien. Ook zullen de zijscheuten van de takken die je op deze manier horizontaal knakt naar verhouding beter ontwikkelen. De lichte stress die supercroppen veroorzaakt, kan er in de bloeifase bovendien voor zorgen dat een top dikker wordt en meer hars (trichomen) gaat produceren.
Bij supercroppen is het de bedoeling om een tak naar opzij te knakken, zonder dat hij breekt. Je buigt de tak vervolgens in de gewenste richting om de toppen beter over de oppervlakte van de plant te verdelen. Het is tevens een handige methode om een wietplant die te hoog wordt, snel wat lager te krijgen. Neem de tak die je wil supercroppen en knijp en rol die tussen je duim en wijsvinger zodat de stam een beetje gekneusd wordt. Buig hem vervolgens in de gewenste richting zodat een hoek van +/- 90 graden ontstaat, doordat je de tak eerst beurs hebt geknepen breekt hij bij het buigen niet. Let op want de volgende dag zal de tak alweer met een bocht omhoog groeien.
Trainers van bonsaibomen gebruiken vaak draadstaal om hun takken mee in positie te brengen. Wietkwekers gebruiken daar liever een heel rek voor dat ze een scrogrek noemen. SCROG staat voor SCreen Of Green en is een trainingstechniek waarmee je een wietplant groot horizontaal bladerdek kunt geven. Hierdoor kun je met één, of slechts een paar wietplanten een groot kweekoppervlak vullen. Handig wanneer je niet veel wietplanten wil kweken. Hoe groter het oppervlak is dat je met scroggen wil opvullen, hoe langer je wietplant zal moeten groeien. In de bloeifase groeien de vele takken naast elkaar uit tot een oppervlakte die helemaal gevuld is met toppen.
Scroggen is jammer genoeg niet zo makkelijk als toppen en fimmen of supercroppen. Het scroggen begint vaak wel met toppen of fimmen, daarmee creëer je namelijk een goede basisplant met veel takken om goed te kunnen scroggen. Scroggen is niet één enkele handeling, maar gaat eigenlijk gedurende de gehele groeifase door. Begin met toppen of fimmen zodra je wietplant ongeveer een vijftal nodes heeft, buig de nieuwe takken die hierdoor ontstaan vast een beetje open en plaats het scrogrek een centimeter of 5 tot 10 horizontaal boven je plant. Wanneer de takken een centimeter of 10 door het rek heen zijn gegroeid, bind je ze verspreid over de oppervlakte vast aan het rek. Dit blijf je steeds doen totdat ongeveer 70% van de oppervlakte gevuld is, daarna schakel je over op 12/12 om te bloeien.
Wil je het jezelf makkelijker maken en ook nog eens sneller kunnen oogsten, kweek dan een Sea Of Green. Hoe meer wietplanten je namelijk op een oppervlakte kweekt, hoe eerder ze het oppervlak optimaal vullen. Hierdoor kun je eerder overgaan tot de bloeifase en volstaan met bijvoorbeeld alleen een keer toppen. Sommige kwekers zetten 25, 36 of zelfs 49 of meer wietplanten op slechts één vierkante meter en slaan de groeifase helemaal over. Zij hebben geen training nodig om hun planten klein te houden!