- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Korte internodes & compacte planten
Internodes. Je hoort of leest er vrij vaak over, maar er wordt niet altijd goed uitgelegd wat er precies mee bedoeld wordt en waarom ze zo belangrijk zijn. Zowel voor de binnen- als buitenwietteelt is het echter een onderdeel van de plant waar je met een beetje boerenslimheid en kennis veel profijt van kunt hebben.
Nodes en internodes
Een node is de plaats op de stam waar de vertakkingen uit groeien. Een internode is – juist, je raadde het al – de stam tussen de nodes. En das toch handig om te weten als je mee wil praten bij de koffiemachine op maandagochtend.
De eerste node van een zaailing bestaat uit de twee eerste bijna ronde kiemblaadjes die zich openvouwen nadat het omhullende beschermvliesje is afgeworpen. De tweede node wordt gevormd door de volgende twee blaadjes.die al spits en gekarteld zijn en haaks op de eerste node staan. De derde node staat vervolgens weer haaks op de tweede, en gaat zo maar voort. De ruimtes tussen al deze nodes noemen we internodes.
Goed gevormd
De vraag is: waarom staan ze om en om? Wel, dat heeft twee belangrijke redenen. Ten eerste is dat omdat het blad op deze manier zo optimaal mogelijk licht kan opvangen voor de fotosynthese. De tweede reden is zodat de plant regenwater gemakkelijk kan afvoeren naar de buitenkant van de plant. Rondom de stam wil de plant namelijk zo weinig mogelijk water hebben, omdat de plant juist daar zijn afvalstoffen wegzet, en die niet graag weer terug wil hebben. Rondom de stam zitten namelijk de drinkworteltjes.
Als het gaat regenen laat de plant haar schutbladeren hangen om het water af te voeren naar de buitenkant. Door de om en om gepositioneerde internodes kan dat. Indica’s zijn dan ook het sterkst terug te voeren naar de wilde inheemse cannabis uit de Zuid Himalaya, waar het vaak in de namiddag een uurtje regent.
De meeste Sativa’s hebben langere internoden en smallere bladvingers. Dit komt omdat ze voortkomen uit veel drogere klimaten. Vergelijk de vingers van een Hazeblad maar eens met die van een Kushblad en je ziet een duidelijk verschil. Als er nog zuiver indica-zaad is, is dat bij de betere zaadbanken. In de natuur zijn echter bijna geen zuivere indica’s meer te vinden. Stuifmeel kan erg ver reizen, en wiet kweekt men over de hele wereld! Los daarvan wordt er nogal wat gekruist. In sommige culturen (Thai, Birma, Laos) weet men zelfs niet beter dan dat cannabis vrijwel altijd herma’s voortbrengt! Men doet ook geen enkele moeite om dat eruit te kweken want het is immers toch potent genoeg.
Om en om gepositioneerde schutbladeren
Kweek korte internodes
Een goed kiemplantje heeft al 5 internodes op het moment dat het nog maar zo’n 12 tot 15 cm hoog is. Neem zelf eens de proef op de som. Maak je grond gewoon goed vochtig, maar niet zeiknat. Prik dan een gaatje van een halve centimeter diep en druk het gaatje dicht. Leg dan vervolgens 48-50 uur een stukplastic erover om uitdrogen te voorkomen. Ga uit van een kamertemperatuur (21 tot 23 graden). Na 50 uur neem je het plastic weg en hang je een of meerdere lampen (TL-buizen/T-Neon/spaarlampen) boven je medium. De TL’s moeten zo’n 2 tot 3 cm erboven hangen. De eerste lichturen zijn namelijk ook bepalend voor de rest van het plantenleven.
Een goed plantje heeft al 5 internodes op het moment dat het nog maar zo’n 12 tot 15 cm hoog is
Om celstrekking zoveel mogelijk te beperken is het belangrijk dat we de jonge plantjes van voldoende licht in de juiste kleur voorzien. Waar rood licht de bloei en celstrekking juist stimuleert, zorgt koel blauw licht juist voor een mooie compacte plant met korte internodes.
(advertentie)