- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
CaNNaBiS kweekcursus #4: de levenscyclus
Hallo en welkom bij het vierde deel van onze CaNNaBiS kweekcursus. We gaan het hebben over de levenscyclus van wietplanten. Zoals je misschien wel weet produceert cannabis namelijk alleen in de bloeifase wiet, en gaat daar een periode van groeien aan vooraf. Maar laten we bij het begin beginnen, doe je weer gezellig mee?
Voordat we verder gaan met deze les over de levenscyclus, herhalen we nog even de voorgaande lessen uit deze CaNNaBiS kweekcursus. We zijn drie weken geleden namelijk begonnen met een les over de genetica van wietplanten. Daarna hebben we het geslacht van cannabis besproken in CaNNaBiS kweekcursus #2 en vorige week hebben we de mogelijke mediums voor wietplanten besproken. Lees het gerust nog even terug, gaan wij ondertussen verder met de levenscyclus van wietplanten.
Wietcyclus in een notendop
Wietplanten zijn tweehuizige en éénjarige planten. Dat laatste betekent dat een wietplant in één seizoen zijn levenscyclus doorloopt, en dat eerste houdt in dat er mannelijke én vrouwelijke wietplanten bestaan. Heel kort door de bocht verloopt de levenscyclus van wietplanten (in de natuur) als volgt:
Als de omstandigheden in het voorjaar goed zijn, komen de zaden uit (zaailing). Deze groeien gedurende het voorjaar en de zomer net zo lang tot de dagen in het najaar korter worden (groeifase). Op dat moment groeien ze nog enkele weken extra hard (strek), waarna ze overgaan tot de bloeifase (bloeifase). In de bloeifase laten de mannelijke wietplanten hun stuifmeel los, zodat deze via de wind op de vrouwelijke bloemen (wiettoppen) terecht komen. Na de bevruchting ontstaan vervolgens in de zaadzakjes (calyxen) van de vrouwelijke bloemen, de zaden (rijping). Naarmate de winter die volgt sterven de wietplanten af, waarbij de gevormde zaden door de toppen en de hars beschermd blijven, tot ze in het daarop volgende voorjaar weer ontkiemen.
Groei en bloei
Voor de binnenteelt kun je van bovenstaand verhaal onthouden dat wietplanten twee duidelijk te onderscheiden fases doormaken: de groeifase en de bloeifase. Je zou het leven van een wietplant in principe ook kunnen onderverdelen in de fases zaailing, groei, strek, bloei, rijping) maar voor de duidelijkheid houden we het nu even bij de groei- en de bloeifase. Binnen verloopt de levenscyclus van wietplanten namelijk net even anders:
Onder het juiste licht zal een zaailing steeds groter worden en steeds meer zijtakken vormen. Net zolang tot de donkere periode per dag (de nacht dus) 10 uur of langer duurt. Binnenkwekers houden 12 uur aan maar in de natuur begint de bloei al bij een donkere periode van 10 uur. Buiten gebeurt dit van nature als de dagen aan het einde van de zomer steeds korter worden. Door de lange nachten maakt de wietplant meer bloeihormonen aan, en zal de bloeifase na een week of twee beginnen. Voordat je de eerste bloeiharen op je wietplant ziet verschijnen, zal de plant eerst nog even flink de hoogte in gaan (strekken).
Groeifase (vegetatieve fase)
Dus als we het aantal lichte uren niet terug voeren naar 12 (en de donkere periode dus ook verlengen naar 12 uur) blijft de plant maar groeien en groeien en gaat ze nooit in bloei. Als je van bladeren en takken houdt moet je dit zeker doen, maar als je vroeg of laat wiet wil oogsten is het geen goed idee. De enige kwekers die een plant constant in de groeifase houden, zijn stekkenboeren. Een moederplant blijft namelijk altijd in de groeifase, zodat er steeds verse stekken van geknipt kunnen worden. Uiteindelijk zal ook een moederplant een keer vervangen moeten worden, maar er bestaan planten die zo wel 20 jaar of langer in de groeifase blijven.
Bloeifase (generatieve fase)
Binnen starten wietplanten hun levenscyclus doorgaans onder 18 of 20 uur licht per dag. Wanneer de planten de juiste hoogte hebben bereikt, wordt een schakelklok versteld, zodat de planten geen 18 maar nog maar 12 uur licht per dag krijgen. Dit is het teken voor de wietplant dat het tijd wordt om te gaan bloeien, maar eerst gaat de plant nog even extra hard groeien (strekkende fase).
Wanneer de 12-urige dagelijkse donkere periode in stand wordt gehouden, zal de plant na een week of twee langzaam beginnen met bloeien. Bloemen vormen zich aan de uiteinden en in de oksels van alle takken, en veranderen langzaam in de toppen wiet waar we zo graag van genieten.
De overgang van groei naar bloei gaat geleidelijk, en de plant zal na het veranderen van het 18/6 naar het 12/12 lichtschema eerst nog een flink stuk doorgroeien. De wietsoorten die de meeste mensen tegenwoordig kweken hebben een bloeifase nodig tussen de 8 en 10 weken voordat ze klaar zijn voor de oogst. Sommige sativa wietsoorten kunnen echter wel drie maanden of langer bloeien!
Plantenvoeding
Groeiende en bloeiende wietplanten hebben elk andere voedingsbehoeften. Grof gezegd is met name de behoefte aan stikstof (N) in de groeifase hoger dan tijdens de bloeifase. Bloeiende planten hebben daarentegen meer behoefte aan een voeding met meer fosfor (P) en kalium (K). Vleermuizenmest en bloedmeel zijn bijvoorbeeld goed voor bloeiende planten, en vismix of beendermeel voor groeiende wietplanten. Maar gelukkig verkopen gespecialiseerde (web)winkels, speciale plantenvoeding voor de groei- en bloeifase van wietplanten. Dat kweekt toch een stuk makkelijker.
Groei, en bloei ze!