Topstories

(advertentie)

Vroege buitenwietvogels hebben hun wietzaadjes misschien al laten ontkiemen, en anderen wachten wellicht nog even tot april klaar is met ‘doen wat ‘ie wil’. Maar feit is dat het buitenwietseizoen voor de deur staat. En omdat niemand ooit slechter is geworden van een goede voorbereiding, zijn hier de nodige kweektips voor een succesvol buitenwietseizoen.

Hoewel het buitenwietseizoen officieel nog moet beginnen, zijn de laatste loodjes voor buitenwietkwekers van de lage landen verreweg het zwaarst. De laatste paar weken kunnen je oogst maken of breken. Met name in de eindfase van de bloeiperiode moet je je koppie er dus goed bijhouden. Regen en schimmels kunnen dan toeslaan, wietdieven liggen op de loer en zelfs na de oogst kan het nog fout gaan. Spreid daarom je kansen, en kweek buiten ook eens een paar snelle autoflowers.

Genetica, ontkiemen en groeien

De eerste maanden van het buitenwietseizoen zijn het makkelijkste. Kies voor een goede wietsoort die geschikt is voor een buitenleven in de lage landen. Ga dus voor vroegbloeiers met een hoge schimmelresistentie zoals Hollands Hoop, Early Skunk, Pineapple Poison of een mooie Frisian Dew.

Autoflowers zijn ook heel geschikt, omdat die afbloeien wanneer de dagen nog lang, warm en zonnig zijn. Ontkiemen doe je voor het beste eindresultaat aan het begin van de tweede week van mei, zodat de jonge plantjes met ijsheiligen (11 tot 14 mei) meteen naar buiten kunnen. Luie kwekers kunnen hun planten in de volle grond zetten, maar een paar mooie grote potten hebben ook een voordeel. Die kun je bij overmatige regenval namelijk naar binnen halen.

Nazomeren

Als je planten al een tijdje niet meer groeien en er bloeiharen te zien zijn is de bloeifase begonnen. In Nederland en België is dat bij fotoperiode-gevoelige wietsoorten, rond de tweede week van augustus. Autoflowers bloeien vanzelf na een week of vijf.

In de toppen worden steeds meer witte haartjes zichtbaar. Schakel op dat moment over op biologische bloeivoeding. Je planten hebben nu minder stikstof (N) nodig om te groeien, maar juist meer fosfor (P) en Kalium (K) voor optimale topvorming. Een goede organische bloeivoeding die het bodemleven niet schaadt is het beste voor buitenkwekers. Geef echter wel met mate voeding, want te veel is altijd slechter dan te weinig – we herhalen het nog maar eens.

Het dagelijks onderhoud blijft in augustus en september beperkt tot het verwijderen van vergeelde en afgestorven bladeren, het controleren op beestjes en schimmels, en natuurlijk voldoende water geven. Bedenk wel dat je planten met het zwellen der toppen ook voor dieven steeds aantrekkelijker worden. Bekijk je tuintje of balkon daarom eens als een wietdief: hoe moeilijk of makkelijk zijn je planten te bereiken? Er is niets frustrerender dan iemand die er met de vruchten van jouw arbeid vandoor gaat.

Natte voeten

In de eindfase van de bloei is het heel belangrijk om op te letten dat de grond niet te drassig wordt. Wortels die te lang in te natte grond staan gaan schimmelen. Daardoor worden je planten steeds zwakker en steeds gevoeliger voor plagen en toprot.

Ook tijdens de bloeifase hebben de wortels behoefte aan zuurstof, dus probeer de aarde luchtig te houden. Dat wordt steeds een lastigere opgave, want herfst betekent bij ons nu eenmaal veel regen. Het is daarom een goed idee om het seizoen te beginnen met een luchtig aardemengsel waarin water goed kan draineren. Kokos is hier bij uitstek geschikt voor, je kunt het ook met aarde vermengen.

Schud wiettoppen na een regenbui even uit om ze sneller te laten drogen en schimmelvorming te voorkomen. Dek aarde in potten eventueel met plastic af tegen overmatige regenval.

Veel kwekers strippen de bladeren van hun planten steeds verder, in afwachting van de oogst. Het is in elk geval nuttig om de grote schutbladeren te verwijderen, die veel zonlicht blokkeren. En elk blad dat je nu verwijdert, hoef je na de oogst niet meer weg te halen. Bovendien helpt het om de plant open te houden zodat wind er goed doorheen kan blazen en toppen zo droog mogelijk blijven.

Bijlichten of verduisteren

Als je planten zich erg langzaam ontwikkelen tijdens de bloeifase, is een overkapping van doorzichtig plastic een goede optie. Een beetje nachtvorst overleven je planten wel, dus kunnen ze onder plastic zeker tot eind oktober buiten blijven staan. Wapen de constructie wel goed tegen de wind, want die kan in de herfst hard waaien.

Blijf ondanks de overkapping controleren of er niet toch schimmels ontstaan in de toppen. Als je de beschikking hebt over een (LED) kweeklamp kun je de natuur nog slimmer af zijn. Verplaats je wietplanten naar binnen als het weer buiten te slecht wordt, en zet ze daar nog twee tot vier weken onder de lamp. Dit kan prima in een schuur of bijkeuken, al moet je dan wel goed uitkijken voor eventuele beestjes die je met je planten mee naar binnen haalt.

Een andere manier om de natuur te slim af te zijn, is door je wietplanten drie weken te verduisteren. Een voordeel hiervan is dat je hierbij nog steeds volledig buiten aan het kweken bent, en dus niet bang hoeft te zijn voor de binnenwietpolitie. Drie weken buiten verduisteren is niet moeilijk, je moet het alleen wel iedere dag doen.

Begin zo halverwege de derde week van juli met de planten twee volle dagen in het donker te zetten. Daarna zet je ze drie weken lang iedere dag rond een uur of acht ’s avonds in het donker. Na drie weken kun je stoppen met verduisteren. De planten zullen ook zonder in de bloei blijven staan. Inmiddels is het ook augustus, en zijn de dagen kort genoeg om je wietplanten zonder hulp door te laten bloeien. Wil je meer weten over verduisteren, lees dit artikel er dan nog eens op na.

[Openingsfoto: Derren, Shutterstock]

(advertentie)