Topstories

(advertentie)

Lage kweekruimtes zijn zeer efficiënt. Ze nemen namelijk niet veel ruimte in maar kunnen desondanks toch veel wiet opleveren. Zeker als je je wietplanten ook lekker kort weet te houden, want dan hoeven ze al hun water en voeding ook niet door lange stammen en stelen te vervoeren. maar hoe houd je wietplanten kort genoeg voor een laag hangende kweeklamp? Dat leggen we uit.

Lage kweektentjes en kastjes zijn ideaal voor thuistelende hobbyisten. Ze nemen niet te veel ruimte in beslag en maken met hun bescheiden afmetingen ook niet veel geluid. Voor een kweekkastje zoals de Minigrow One, een tentje als de Atomic Grow of onze eigen CNNBS G-Kit is altijd wel een plekje te vinden. Maar hoe kweek je een passende wietplant? Daarover gaat dit artikel.

Indica’s in plaats van autoflowers

Onze eerste aanbeveling als het om lage kweekruimtes gaat, is om voor een wietsoort te kiezen die van nature wat lager blijft. Dit zijn over het algemeen indica soorten en indica dominante wietsoorten. Let daar op als je wietzaden gaat kopen. Kijk in de beschrijving ook even of er wat over de internodes staat. Een internode is de lengte van de stam of tak, tussen twee vertakkingen in. Hoe korter de internodale afstand, hoe korter de plant uiteindelijk.

Kies ook liever geen autoflowers als je een lage kweekruimte hebt. Hoewel autoflowers vanzelf gaan bloeien en daardoor buiten vaak kleiner blijven dan niet-autoflowers, kunnen ze toch veel te hoog worden voor jouw lage kweekruimte. Met een gefeminiseerde indica heb je veel meer controle over de uiteindelijke hoogte, omdat je dan zelf kunt bepalen wanneer de bloeifase begint.

Houd de groeifase (en je plant) kort

Als wietplanten tegen hun lamp aan groeien, is dat vaak omdat kwekers hun planten te lang hebben laten groeien. Het vergt dan ook een ervaren inschatting om precies op de juiste hoogte uit te komen. Dit heeft alles met de strekkende fase te maken. Deze periode van extra snelle groei duurt twee tot drie weken en gaat in op het moment dat je het lichtschema van 18/6 op 12/12 zet.

In de meeste kweekruimtes kun je wietplanten wel een maandje laten groeien voor je het lichtschema verandert. In een lage kweekruimte heb je die luxe niet, en moet je soms al op 12/12 over als je wietplant(en) er nog erg klein uitzien. Dat komt echter helemaal goed door de strekkende fase, want dan kunnen wietplanten in een paar weken makkelijk twee of zelfs drie keer zo groot worden.

Top in ieder geval ééns

Toppen is het verwijderen van de bovenste groeipunt van een wietplant. Het stopt de groei van de hoofdstam tijdelijk, en zorgt voor twee nieuwe groeipunten in plaats van één. Tegelijkertijd ontwikkelen alle zijtakken zich beter, zodat er een wietplant met veel groeipunten ontstaat. Schakel je nú over naar het 12/12 lichtschema, dan laat de plant alle takken sneller groeien in plaats van alleen de bovenste top.

Je kunt je wel voorstellen dat de plant hierdoor veel minder hoog wordt. De extra groei wordt namelijk over veel takken verdeeld in plaats van één of enkele takken. Top dus minimaal één keer als je een lage kweekruimte hebt, en wacht daar niet te lang mee. Top bijvoorbeeld na de tweede week van de groeifase, en schakel daarna over op 12/12. Dit zal resulteren in een korte, breed groeiende wietplant met meerdere toppen.

Geef veel licht vanaf het begin

Wanneer wietplanten en zaailingen heel dun, iel en lang zijn, komt dat negen van de tien keer door een gebrek aan licht. Ze strekken dan als het ware naar het licht toe. In de natuur een hele handige eigenschap maar niet in een lage kweekkast of -tent. Zorg dus vanaf het begin (dus zodra ze boven de grond zijn) voor voldoende licht. Zo voorkom je dat je planten onnodig gaan strekken.

Zorg er ook vanaf de start voor dat je kweeklamp op de ideale hoogte boven de planten hangt. De fabrikant van jouw LED kan je vertellen welke hoogte dat is. Bij HPS lampen is de ideale hoogte het Wattage in centimeters (15 Watt, 15 cm, 250 Watt, 25 cm enz.) maar die zijn toch al niet erg geschikt voor lage kweekruimtes.

Heb je een kweekkast of -tent waarbij de lamp op een vaste hoogte gefixeerd zit, en heb je het gevoel dat je planten daardoor in het begin te weinig licht krijgen? Dan kun je je planten in het begin op een verhoging zetten, en verlagen naarmate de planten hoger worden.

Let ook op het lichtspectrum oftewel de kleur van het licht. In kant-en-klare lage kweekkasten en tenten is daar waarschijnlijk al rekening mee gehouden. Maar als je zelf een kweekruimte maakt en inricht, hou dan rekening met het feit dat rood licht strek stimuleert, terwijl blauw licht juist voor kortere planten zorgt.

Voeding, lucht(circulatie) & temperatuur

Zoals we al uitlegden groeien (strekken) wietplanten in de overgang naar de bloeifase, een week of drie extra snel. Geef je planten in deze fase wat meer voeding om deze strek enigszins in te perken. Een sterkere voedingsoplossing resulteert in minder snelle groei, terwijl meer verdund voedingswater de strek juist bevordert.

Zorg ook voor voldoende luchtcirculatie. (Zwenk)ventilators simuleren een windje en bewegen je planten heen en weer. Om zich ertegen te wapenen met een sterke stam, ruilt je plant hierdoor celstrekking in voor verdikking.

Warmte heeft ook veel invloed op de groeisnelheid. Warmte versnelt namelijk de hele stofwisseling van wietplanten. Omdat het warmer is verdampt de plant meer vocht en neemt die ook meer voeding en water op. Let maar eens op; in de zomer zie je veel vaker hoge planten voorbij komen dan in de winter. Dus als je wietplanten te veel strekken en het ook erg warm is, probeer de temperatuur dan wat te verlagen.

Het verschil in dag- en nachttemperatuur is ook iets om in de gaten te houden. Wanneer de nachten warmer zijn dan de dagen (wanneer de lampen aan zijn) blijven je planten lekker compact. Je kunt hier gebruik van maken door voor warme nachten te zorgen met een kachel. Maar overdrijf het niet, een graad of twee is meer dan genoeg. Sowieso is het belangrijk om je temperatuur ’s nachts niet lager te laten worden dan tien graden onder de dagtemperatuur, dat remt namelijk de groei van je planten en werkt schimmels in de hand.

Dief pas ná de strek

Wiettoppen die dichter bij je kweeklamp groeien worden groter en ontwikkelen beter dan topjes onderin de plant. Het is dan ook een goed idee om al die laag groeiende topjes te verwijderen, omdat de plant daar dan geen tijd en energie aan verspilt. Dit weghalen van de onderste takken noem je dieven, en is heel effectief maar doe het niet te vroeg.

Veel kwekers maken de fout om al na een of twee weken op 12/12 te dieven. Op dat moment zit de plant echter nog vol in haar strekfase, en dan zorgt het dieven juist voor extra strek en groei. Wacht in een lage kweekruimte daarom met dieven tot je planten helemaal uitgestrekt zijn. Met een indica dominante soort is dat meestal na zo’n drie weken op 12/12.

Low en high stress training

Low stress training is een uitstekend hulpmiddel om je planten naar je hand te zetten. Dit zijn alle technieken waarbij je de takken buigt en verplaatst en bijvoorbeeld aan een scrogrek vastmaakt, maar niets snoeit of breekt. Gebruik deze technieken om je plant breder te laten worden in plaats van hoger, maar zorg dat de takken nog steeds maximaal licht opvangen.

Het heeft niet veel zin om een tak omlaag te buigen als die daarna extra hard omhoog groeit door een gebrek aan licht. Buig er dus lekker op los maar verlaag je lamp daarna ook meteen even.

Snoeien en knippen wordt high stress training genoemd. In de groeifase kun je toppen die te hoog zijn afknippen maar dat is eigenlijk zonde van de tijd die je plant erin stak om zo’n tak te maken. Het is dan beter om zo’n tak omlaag te binden want dan verlies je hem niet.

In de bloeifase is het natuurlijk helemaal zonde om toppen weg te knippen. Toppen die te hoog zijn kun je in die gevallen beter supercroppen. Hiervoor knijp je de stam of tak tussen je vingers in een rollende beweging een beetje beurs, zodat je die in een hoek van ongeveer 90 graden kunt buigen zonder dat hij breekt. De tak zal herstellen en alle buds blijven gewoon doorgroeien.

Overweeg een mini Sea Of Green

Het klinkt tegenstrijdig maar het is makkelijker om vier planten in een klein en laag kastje te kweken dan één. In dat geval kun je namelijk met een heel korte groeifase volstaan, en hoef je ook lang niet zo veel te trainen. De planten hoeven dan niet groot te worden om toch het kweekoppervlak te vullen.

Zet ze als zaailingen van een week of twee op 12/12 en top ze een keer en dan ben je er in veel gevallen al. Een extra voordeel van zo’n mini Sea Of Green is dat je kweekronde een paar weken korter duurt, en je dus eerder kunt oogsten en aan een nieuwe kweek kan beginnen.

(advertentie)