- Droog je wiet tot perfectie met de 16/60 methode
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
Lieveheersbeestjes: zo hou je ze in je kweekruimte in leven
Lieveheersbeestjes zijn ideale waakhonden tegen plagen in je kweekruimte. Ze eten zo’n beetje alle mogelijke insecten waar je als wietkweker maar last van kunt hebben. Je kunt je kleine vriendjes echter niet zomaar op je planten loslaten, want dan zit je in een mum van tijd met een berg rood-zwart gestipte lijkjes. Je moet lieveheersbeestjes dus wel een beetje verzorgen maar ze zijn gelukkig al heel snel tevreden.
Wanneer je een lieveheersbeestje vrij laat wordt het morgen mooi weer, zeggen ze. En aangezien je in een kweekruimte wel wat mooi weer kunt gebruiken is het wellicht ook een goed idee om daar ook wat van de vriendelijke torretjes los te laten. Maar goed, het échte voordeel van lieveheersbeestjes is natuurlijk dat ze je wietplanten met veel plezier beschermen tegen allerlei plagen. Ze gaan snel te werk en hebben een waanzinnige eetlust. Vooral de jonge exemplaren want die moeten er immers nog van groeien.
Lieveheersbeestjes zijn bijzonder gek op bladluizen maar lusten in principe ieder insect zonder uitwendig skelet. Ze eten dus ook graag spint, trips en witte vlieg. Eén lieveheersbeestje kan trouwens wel 50 bladluizen op een dag verorberen. Ze zijn dus met recht de ideale bewakers van je wietplanten. Met de juiste verzorging hou je ze happy, planten ze zich voort en worden het permanente bewoners van je kweekruimte.
Lieveheersbeestjes eten luizen, spint, trips en wittevlieg, en veel ook! Eén lieveheersbeestje kan wel 50 bladluizen per dag verorberen
De verzorging van lieveheersbeestjes
Om een lieveheersbeestjes-kolonie gezond te houden moet je een huisje voor ze regelen om naar terug te keren na een dag lekker gegeten te hebben. Ook moet je een voedselalternatief voor ze neerzetten voor als er geen insecten in je kweekruimte zijn om te eten. Dat lijkt een hele opgave, maar zo’n lieveheersbeestjeshuisje heb je zo gemaakt. Sterker nog, de kans is groot dat je die al in huis hebt want een propagator (aka minikas) is een prima woning voor de schattige insecten. Dit heb je nodig:
- Propagator of een gelijkende box met ventilatiegaten
- Een nieuwe en schone natuurspons, vrij van zeepresten
- Water
- Een handvol rozijntjes (stuk of 15)
- Lieveheersbeestjes (online te koop)
Maak je propagator leeg en zet alle ventilatiegaten open. Als je propagator geen ventilatiegaten heeft maak er dan een paar zodat de lieveheersbeestjes er gemakkelijk in en uit kunnen kruipen. Lieveheersbeestjes houden van een hoge luchtvochtigheid dus maak de spons even goed nat met schoon water en leg die in een hoek van de propagator. Leg er een handje vol rozijntjes naast en zet je lieveheersbeestjes uit. Je kunt de verpakking van de beestjes gewoon openen en in de propagator laten. Je zal zien dat de beestjes meteen uit de verpakking kruipen en zich tegoed doen aan de rozijntjes. Zorg ervoor dat de propagator niet in direct licht staat of dek het af met een theedoek of iets dergelijks.
Wanneer je het water in de spons en de rozijntjes regelmatig ververst heb je een gezellige en gelukkige lieveheersbeestjesfamilie in je kweekruimte, en zelden nog last van vervelende plagen. Het enige wat je nog moet weten is dat je de toppen van je wietplanten af en toe moet checken op dode lieveheersbeestjes. Mocht er namelijk een van de beestjes op een top sterven dan kan de plant er omheen gaan groeien. Op zich is dat geen heel groot probleem, alleen rookt het ook niet erg lekker 😉