- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Linnaeus: de L in Cannabis Sativa L.
De eerste wetenschappelijke naam van de wietplant is Cannabis Sativa L. Het woord cannabis stamt van het Griekse woord kannabis en is mogelijk afgeleid van het Scythisch. Sativa betekent ‘verbouwd’ of ‘nuttig’. En de L.? Die verwijst naar de Zweedse botanicus Carl Linnaeus, de vader van de moderne taxonomie. Wie was deze man, die cannabis als eerste een wetenschappelijke naam gaf?
Flora Lapponica
Carl werd in 1707 geboren in het zuiden van Zweden, als zoon van Nils Ingemarsson en Christina Brodersonia. Familienamen waren destijds zeldzaam in Zweden: Ingemarsson betekent simpelweg ‘zoon van Ingemar’. Toen Carl ging studeren moest hij een familienaam hebben om zich in te schrijven bij de universiteit. Hij vernoemde zichzelf naar de grote lindeboom bij het huis van zijn ouders en verLatijnste het Zweedse woord lind tot Linnaeus. Namen zouden een hoofdrol spelen in Linnaeus’ leven.
Tijdens zijn studie geneeskunde kreeg Linnaeus een opdracht om de flora en fauna van Lapland te inventariseren. Hij reisde in 1732 vijf maanden door het land en publiceerde later ‘Flora Lapponica’, waarin hij 534 planten beschrijft. In het voorjaar van 1735 reisde Linnaeus naar Nederland om te promoveren tot doctor in de geneeskunde, aan de universiteit van Harderwijk. Daarna ging hij naar Leiden, om de beroemde wetenschapper Herman Boerhaave op te zoeken.
Mirakel van de Nederlanden
Boerhaave was een van de beroemdste wetenschappers van Europa. Hij was niet alleen botanicus, maar ook arts, anatoom, scheikundige en onderzoeker. Jarenlang was hij rector magnificus van de Leidse universiteit en directeur van de botanische tuin van de universiteit. Boerhaave was een verwoed verzamelaar van planten en vooral bomen.
Toen Linnaeus hem bezocht op zijn landgoed Oud Poelgeest in Oegstgeest was Boerhaave al ziek; hij zou drie jaar later overlijden. Boerhaave gebruikte het landgoed om de bomen die niet in de Leidse botanische tuin pasten te planten. Linnaeus was zwaar onder de indruk; hij schreef later dat hij ‘versteld stond toen hij dit paradijs binnentrad, dit mirakel van de Nederlanden’.
Hortus Cliffortianus
Op zijn beurt was Boerhaave onder de indruk van de jonge Zweed. Hij regelde dat Linnaeus lijfarts werd van de steenrijke Amsterdamse bankier George Clifford, een functie die Boerhaave eerder zelf bekleedde. Clifford bezat een grote verzameling exotische planten, grotendeels te danken aan zijn contacten met de Verenigde Oostindische Compagnie.
Linnaeus woonde twee jaar op het zomerverblijf van bankier Clifford, Villa Hartekamp in Heemstede en stelde er een catalogus samen van diens verzameling planten en boeken. Deze catalogus verscheen in 1738 als ‘Hortus Cliffortianus’ en wordt beschouwd als voorloper van Linnaeus’ latere werk, met name zijn beroemdste boek, ‘Species plantarum’.
Species plantarum
Dat boek verscheen in 1753 en geldt als startpunt van de wetenschappelijke naamgeving van planten. De volledige naam van de baanbrekende uitgave luidt, vertaald in het Nederlands: ‘De soorten der planten, waarin gepresenteerd worden de terdege bekende planten, ingedeeld naar geslacht, met onderscheidende soortskenmerken, triviale namen, uitgelezen synoniemen en natuurlijke standplaatsen, geordend volgens het seksuele systeem’.
Eén van de bijna zesduizend planten die Linnaeus beschrijft is de hennepplant: Cannabis Sativa L. Volgens de hedendaagse cannabis-experts Robert Clarke en Mark Merlin beschreef Linnaeus de hennepplant, die al millennia in Europa werd geteeld voor de sterke vezel en de voedzame zaden, maar nauwelijks THC bevatte.
In 1785 beschreef de Franse natuuronderzoeker Jean-Baptiste de Lamarck een tweede soort hennep, Cannabis indica, letterlijk vertaald: cannabis uit India. Deze soort heeft het genetische potentieel om veel THC te produceren, maar werd ook gebruikt voor vezel en zaad.
Clarke en Merlin hebben een eigen classificatie van cannabis ontwikkeld, met vier verschillende soorten. Wil je daar meer over weten, dan kan ik dit artikel van harte aanraden: ‘Cannabis Taxonomy: The ‘Sativa’ Vs. ‘Indica’ Debate‘.