Topstories

(advertentie)

Welkom bij het tweede deel van deze speciale serie voor de jeugd, over het kweken van een allereerste wietplantje. Want wietplantjes kunnen de wereld en de mensen redden, met hun vezels en helende natuurkracht. Ook jouw allereerste wietplantje is trouwens nuttig, want daaraan groeit straks gewoon échte wiet! 

Hallo en leuk dat je weer achter het scherm zit voor het tweede deel van deze serie. Vorige week hebben we het over het zaadje gehad, waar het leven van je eerste wietplantje mee begint. Als je dat eerste deel hebt gemist, word dan maar niet verdrietig want via deze link kun je het gewoon alsnog lezen. Als het goed is heb je vorige week ook aan je ouders gevraagd of ze het goed vinden, dat je deze zomer een wietplantje kweekt. Anders moet je dat nog even doen, vraag het ze in ieder geval snel want het buitenwietseizoen is al begonnen.

IJsheiligen

We zullen je deze week vertellen hoe je je eerste wietplantje kunt laten ontkiemen, zodat dat altijd goed gaat. En aangezien IJsheiligen al geweest is, kun je meteen beginnen. IJsheiligen is een moeilijk woord voor de dagen 11, 12 en 13 mei. Het begrip IJsheiligen komt uit de bijbel; het staat voor de heiligen Pancratius, Servatius en Bonifatius. Iedere heilige heeft zijn eigen dag. Belangrijk om te onthouden is dat het na 13 mei waarschijnlijk niet meer gaat vriezen buiten. Door pas na IJsheiligen te beginnen kun je er bijna helemaal zeker van zijn, dat je wietplantje buiten niet meer stuk gaat door de kou.

Ontkiemen is een deftig woord voor het laten uitkomen van een zaadje. Jouw wietzaadje moet ook ontkiemen om een plantje te kunnen worden. Daar heeft een wietzaadje alleen wat water en wat warmte en een paar dagen de tijd voor nodig. Maar de makkelijkste en beste manier om je wietzaadje te laten uitkomen is in een plastic zakje.

Ontkiemen in een plastic zakje

Ontkiemen in een plastic zakje gaat altijd goed en is ook erg makkelijk en leuk om te doen. Al na een dag of twee kun je, wanneer je het zakje tegen het licht houdt, het allereerste worteltje van je wietplantje zien zitten. Vraag aan je moeder of je vader of ze in de supermarkt even wat hersluitbare plastic diepvrieszakjes meenemen met wat van die bruine koffiefilters, want dat heb je nodig bij het ontkiemen.

Uit het tuincentrum heb je verder een zakje potgrond nodig en drie kleine plantenpotjes van een centimeter of 6 breed. Het is belangrijk dat er gaatjes onder in de potjes zitten, zodat wanneer je per ongeluk eens teveel water geeft, dat onder weer uit het potje kan lopen. Zulke gaatjes noemen we drainage gaten.

Als je een plantje over hebt is het natuurlijk ook heel leuk om die aan een vriendje of vriendinnetje te geven

We gaan drie wietzaadjes laten ontkiemen, zodat we er zeker van zijn dat we straks in ieder geval één gezond wietplantje hebben. Bovendien verkopen zadenbedrijven wietzaadjes meestal per drie of vijf dus je hebt als het goed is toch een paar zaadjes over. Als je een plantje over hebt is het natuurlijk ook heel leuk om die aan een vriendje of vriendinnetje te geven.

Wanneer je alle spulletjes bij elkaar hebt, pak je een plat bord uit de kast en maak je een van de bruine papieren koffiefilters nat onder de kraan. Leg het natte filter op het bord en vouw het open. Verspreid de drie wietzaadjes tussen het opengevouwen natte filter en vouw hem weer dicht zodat de zaadjes tussen twee laagjes nat papier zitten.

Stop het natte filter met daarin de wietzaadjes in het plastic diepvrieszakje en hang het met een plakbandje op aan de binnenkant van een kastje, zodat het in het donker hangt. In het donker voelt je wietzaadje zich nu nog het beste thuis namelijk.

Zaaien in een potje met aarde

Over twee dagen kun je kijken of je zaadjes zijn uitgekomen, door het zakje tegen het licht te houden. Je ziet dan een soort staartje uit ieder zaadje komen. Dat staartje is het allereerste worteltje. Het is belangrijk dat het worteltje zodra je het kunt zien in de grond gestopt wordt. Je zaadje heeft net als jijzelf, namelijk ook voedingsstoffen nodig om te groeien en die zitten in de grond.

Vul, wanneer je worteltjes hebt ontdekt, dus maar snel drie potjes met aarde en giet er alvast een klein beetje water op. Maak met een stokje of de achterkant van een theelepeltje alvast een klein gaatje in het midden in de grond. Pak nu voorzichtig het bruine filterpapier met de zaadjes uit het plastic zakje en leg het weer even op een bord. Vouw het open en pak een voor een de zaadjes op, dit gaat het makkelijkst met een theelepeltje. Als je het worteltje over het randje van het theelepeltje laat hangen kun je het gemakkelijk daarmee in de aarde laten zakken.

Zorg ervoor dat het worteltje in de aarde zit, maar je de bovenkant van het zaadje nog wel kunt zien. Zet de potjes met de gezaaide zaadjes voor het raam of in het zonnetje. Je zult zien; Het zaadje gaat meteen groeien en over een paar dagen hem je een klein wietplantje. Zo’n jong wietplantje noemen we een zaailing.

• Na IJsheiligen gaat het niet meer vriezen en is het warm genoeg om buiten een wietplantje te kweken.
• Een wietzaadje laten uitkomen noemen we: ontkiemen.
• Wietzaadjes ontkiemen gaat het beste in een nat koffiefilter in een plastic zakje.
• Een wietzaadje dat uitgekomen is, moet zo snel mogelijk in de grond gestopt worden.

[Vraag, wanneer je nog geen 18 bent, toestemming aan je ouders om een eerste wietplantje te kweken. Volgens de letter van de wet is ook het kweken van je allereerste onschuldige wietplantje namelijk niet toegestaan, dan weet je dat. Openingsfoto: Lifestyle discover, Shutterstock]

(advertentie)