Topstories

(advertentie)

Heb je de afgelopen weken goed meegelezen met ‘Mijn eerste wietplantje’? Dan weet je al alles wat je moet weten om zelf een heel eigen wietplantje te kweken. Om ervoor te zorgen dat je vader en moeder ook écht iets aan jouw eerste wietplantje hebben, hoef je het alleen nog even te oogsten en te drogen. Hoe dat moet leren we je vandaag.

We beginnen zoals altijd even met de links naar de voorgaande delen van ‘Mijn eerste wietplantje’, zodat je niet per ongeluk lessen overslaat. Dit hebben we tot nu toe allemaal besproken. Bijna alles van ontkiemen tot aan de bloeifase. We hoeven alleen nog te leren hoe we ons eerste wietplantje kunnen oogsten. Anders valt er voor mama of papa ook niet veel te roken, toch?

1. Mijn eerste wietplantje, deel 1 – Wietzaadjes
2. Mijn eerste wietplantje, deel 2 – Ontkiemen
3. Mijn eerste wietplantje, deel 3 – Verpotten
4. Mijn eerste wietplantje, deel 4 – De groeifase
5. Mijn eerste wietplantje, deel 5 – Training en bescherming
6. Mijn eerste wietplantje, deel 6 – De bloeifase

De oogst

Zoals je sinds vorige week weet, begint de bloeifase (bij niet-autoflower wietplantjes) ongeveer halverwege augustus, en duurt die tot en met het najaar. Autoflower wietplanten beginnen vanzelf een paar weken na het ontkiemen al te bloeien en kunnen ongeveer acht weken later geoogst worden.

Om te weten of je jouw wietplantje al kunt oogsten, kijk je naar de topjes – we hebben vorige week uitgelegd wat dat zijn. Wanneer de meeste van de haartjes op de topjes niet meer wit en stevig zijn, maar bruin en verschrompeld, kun je je wietplantje gaan oogsten. De topjes zijn dan ook dik geworden en ze zitten vol met piepkleine plakkerige en witte druppeltjes, dit zijn de trichomen.

Schimmel

Het kan in het najaar gebeuren dat er topjes gaan schimmelen. In dat geval kun je maar beter meteen oogsten, voordat alle topjes beschimmeld raken. Heb je voor niet-autoflower wietzaadjes gekozen en bloeit jouw wietplantje in september, kijk dan elke dag even goed of je zulke schimmelende topjes ziet. Het zijn grijze of bruine plekken in de topjes. Trek zachtjes aan de blaadjes die uit de topjes steken om te voelen of die nog stevig vastzitten.

Als je een van de blaadjes heel makkelijk eruit trekt is de kans groot dat het topje beschimmeld is. Buig het topje dan even open om te zien of je een bruine/grijze snotterige plek ziet. Als dat zo is heeft je topje schimmel. Gooi dan alle beschimmelde topjes weg en begin meteen te oogsten.

Je eerste oogst(je)

Zoals we in de vorige les hebben uitgelegd, draait het bij jouw eerste wietplantje voornamelijk om de topjes. Het zijn dan ook de topjes die je moet oogsten. Dit gaat het makkelijkst met een beetje hulp van je ouders of broertjes of zusjes, want een wietplantje buiten kan ontzettend veel topjes hebben.

Knip de takken van je wietplantje één voor één af, en pluk alle grote blaadjes die op een steeltje groeien eraf. Pak er een dienblad bij en een schaar. Met de schaar knip je nu alle blaadjes die uit de topjes groeien netjes af. Vraag je vader of je moeder even om een waslijntje op te hangen in de schuur of op zolder en hang daaraan alle geknipte takken, ondersteboven te drogen.

Drogen

Als je alle takken op deze manier één voor één hebt geknipt en opgehangen, moet je wachten tot de topjes droog genoeg zijn voor je vader of moeder om te roken. Dit duurt ongeveer een dag of tien. Er is geen haast bij want als je de topjes sneller probeert te laten drogen door bijvoorbeeld de kachel heel heet te zetten, worden ze minder lekker.

Na een dag of tien moet je even testen of je wiet droog genoeg is. Buig een paar takjes om, om te kijken of ze daarbij breken. Breken ze, dan zijn de takjes droog genoeg en kan je vader zijn eerste jointje roken van jouw eerste wietplantje. Als de takjes doorbuigen in plaats van breken, dan moet je ze nog wat langer laten drogen.

Bewaren (laten rijpen)

Het leuke van je eigen wietplantje, is dat je ouders er best veel wiet aan over kunnen houden. En als je dat op de goede manier bewaart wordt het ook nog eens alleen maar lekkerder. Dit bewaren noem je ook wel ‘curen’ en tijdens het curen rijpt je eerste wiet. Net zoiets als een fles rode wijn die in de kelder steeds lekkerder wordt.

Om je eerste oogst goed te laten rijpen, bewaar je het in glazen potten in het donker. Hiervoor moet de wiet eerst wel goed droog zijn. Stop de potten lekker vol maar druk het niet aan, de topjes moeten wel heel blijven. Zet de potten de eerste dagen elke dag even open om het te laten luchten.

[Vraag, wanneer je nog geen 18 bent, toestemming aan je ouders om een eerste wietplantje te kweken. Volgens de letter van de wet is ook het kweken van je allereerste onschuldige wietplantje namelijk niet toegestaan, dan weet je dat. Openingsfoto: Lifestyle discover, Shutterstock]

(advertentie)