- Droog je wiet tot perfectie met de 16/60 methode
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
Mr. Veldman & De Growshopwet
De 1e Kamer behandelt binnenkort ‘de growshopwet’. Advocaat Veldman duikt in de materie en concludeert dat dit voorstel het zoveelste staaltje (on)vervalste symboolpolitiek is van minister Opstelten. Gemakkelijk te omzeilen én onmogelijk te handhaven!
Mr. Veldman: Strafbaarstelling van faciliteren beroepsmatige wietteelt
Op 1 april a.s. vindt in de Eerste Kamer de plenaire behandeling plaats van het Wetsvoorstel tot wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de beroepsmatige teelt van cannabis. Dat is een hele mond vol, maar bedoeld wordt dat de wetgever al jaren bezig is om handelingen strafbaar te stellen die zich richten op het faciliteren van beroepsmatige teelt van cannabis.
Het gaat nadrukkelijk niet om het bestrijden van de favoriete hobby van de lezer van RollingStoned, het op kleine schaal telen van cannabis voor eigen gebruik. Daarmee doemt direct een belangrijke vraag op: wanneer is sprake van handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zoals staat vermeld in de Opiumwet?
Hoe zit het met cannabisteelt?
Deze beschrijving is door de wetgever niet nader gedefinieerd. De wetgever heeft de invulling overgelaten aan de rechter. De Hoge Raad heeft bepaald dat de feitelijke interpretatie voldoende inzichtelijk moet zijn gemotiveerd bij de beantwoording of er sprake is van handelen ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’. De rechter hoeft niet te kiezen tussen beroep of bedrijf, hij mag van oordeel zijn dat sprake is van zowel beroep als bedrijf. Maar dan moet wel duidelijk worden uitgelegd waarom dit het geval is. Zo oordeelde de Hoge Raad ooit dat bij het stelselmatig verkopen van softdrugs vanuit een woning sprake was van beroepsmatige en bedrijfsmatige verkoop. Het gerechtshof oordeelde dat de verkoop vanuit de woning plaatsvond ‘als ware die woning een coffeeshop’. Dat lijkt een duidelijk verhaal. Maar hoe zit het bij cannabisteelt?
In het Opiumwetbesluit is bepaald dat als grote hoeveelheid moet worden beschouwd: meer dan 500 gram hennep of meer dan 200 hennepplanten
In de gedoogvoorwaarden staat vermeld dat de teelt voor eigen gebruik maximaal vijf planten mag zijn, mits geen sprake is van minimaal twee indicatoren die duiden op een mate van professionaliteit, zoals kunstlicht, automatisch bewateringssysteem etc. Er is nog steeds sprake van teelt voor eigen gebruik als de oogst van vijf planten meer dan 500 gram oplevert. Zelfs enkele kilo’s zijn toegestaan, aldus de Hoge Raad, zolang het maar gaat om maximaal vijf planten.
In het Opiumwetbesluit is bepaald dat als grote hoeveelheid moet worden beschouwd: meer dan 500 gram hennep of meer dan 200 hennepplanten.
Woord is aan rechter
Het woord is aan de rechter, de wetgever heeft niet veel duidelijkheid verschaft en daar komen met dit wetsvoorstel nog veel meer onduidelijkheden bij. Al was het maar omdat de verkoper volgens deze wetsbepaling moet weten wanneer zijn klant als beroepsmatige teler moet worden beschouwd. Elke klant zal dit altijd ontkennen.
En dan de praktijk. Wat moet een verkoper van kweekbenodigdheden als een klant 20 lampen komt kopen en zegt dat hij tomatenteler is? Dan hoeft hij verder niets en kan gewoon de lampen verkopen. De verkoper moet volgens de wetsbepaling als gewoon denkend mens op juiste gronden concluderen dat de spullen voor grootschalige teelt zijn bedoeld.
Het gaat daarbij om het aanbieden van een verzameling artikelen waarbij de verkoper ernstige reden moet hebben om te vermoeden dat de koper deze afneemt ten behoeve voor de beroepsmatige hennepteelt. Dat is bepaald een indrukwekkende opeenstapeling van voorwaarden waaraan voldaan moet zijn alvorens onder de strafbaarstelling te vallen. Als de artikelen op verschillende locaties worden verkocht heeft de officier van justitie er een onoverkomelijk bewijsprobleem bij. Over deze en andere problemen wordt in de voorbereiding van dit wetsvoorstel al jaren gediscussieerd.
Handhaving wordt niks
Dan doemt vervolgens de handhaving van deze vage strafbepaling aan de horizon. Dat wordt natuurlijk niks, daarvan hoef ik de weldenkende lezer niet te overtuigen. Het strafbaar stellen van activiteiten die veelvuldig door growshops werden verricht is allang achterhaald: growshops die faciliterend handelen voor grote telers bestaan in deze vorm al jaren niet meer. De bedrijfsvoering is lang geleden al aangepast, met als gevolg dat deze strafbaarstelling haar doel volledig voorbij schiet.
Minister Opstelten schreef de Tweede Kamer met veel holle retoriek dat hij verwacht dat deze wetswijziging de georganiseerde henneptelers ‘een slag wordt toegebracht’. Net als veel andere symboolwetgeving zonder doel en inhoud zal spoedig blijken dat deze woorden van elke waarheid verstoken zijn.
(advertentie)