(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Nóg een nieuwe buitenwiet-correspondent dient zich aan, en niet de minste zoals je zult zien. Hij noemt zichzelf De Groene Dodo want om in Nederland wiet te kweken moet je tegenwoordig wel een dappere dodo zijn. In de vrije natuur kweekt onze dodo niet minder dan 33 autoflowers waarvan de eersten in dit verslag worden uitgezet.

De Groene Dodo

Hallo wietbroeders en zusters! Tot mijn vreugde mag ik dit jaar van CNNBS, meedraaien als één van de buitenkweekreporters. Wat mij betreft ook meteen een uitgelezen kans om mijn steentje bij te dragen, aan de acceptatie en hopelijk spoedige legalisering van cannabis. En omdat dat laatste helaas nog niet het geval is, schrijf ik vooralsnog als De Groene Dodo.

Nederlandse kwekers zijn immers dappere dodo’s en hopelijk sterft de ‘de groene dodo’ snel uit door legalisatie. En wanneer je als guerrillakweker gehurkt tussen het hoge gras en de brandnetels waggelt, dan voel je je ook al snel een rare landvogel. Zeker wanneer je dit geheel in stijl doet; oftewel knetterstoned!

Oh, en voor ik het (geheel in stijl 😉 ) vergeet; hieronder een lijstje met alle wietsoorten die ik ga planten.

Hé mam, ik word guerrillakweker!

Mocht je moeder na het horen van een dergelijke mededeling spontaan losbarsten over haar eigen guerrilla kweekavonturen, dan heb je geluk en kun je veel van haar leren. Zo niet, dan moet je je guerrilla kweekkennis waarschijnlijk via websites als CNNBS opdoen.

Mocht je moeder na het horen van een dergelijke mededeling spontaan losbarsten over haar eigen guerrilla kweekavonturen, dan heb je geluk en kun je veel van haar leren

En dat is precies de reden waarom ik mij in mijn maandelijkse guerrilla kweekverslag, minder diepgaand wil focussen op de gebruikelijke details zoals ontkiemen, voeding et cetera. In plaats daarvan wil ik de focus leggen op wat er zoal bij komt kijken, bij het lukraak guerrillakweken van cannabis (wat neem je bijvoorbeeld mee het veld in?). Zodat ook jij – mocht dat nog niet het geval zijn – als volleerd guerrillakweker aan de slag kunt. Daarover gesproken…

Aan de slag!

Ik ben op 1 mei direct begonnen met het ontkiemen van de eerste autoflowerzaden, 19 stuks om precies te zijn. Rond 5 mei waren 17 zaadjes ontkiemd en de resterende 2 heb ik na 10 dagen afgeschreven. Omdat de levering van m’n voorkweektent ietwat verlaat was, heb ik noodgedwongen op de vensterbank moeten voorgroeien. Dat heeft uiteraard wat strekken tot gevolg gehad maar dat is prima op te lossen door ze straks buiten tot aan de lobblaadjes in te graven. Uiteindelijk heb ik ze alle 33 in de kweektent kunnen zetten met een 125 watt CFL erboven

Flawless Victory (op die 2 dooie na dan)! Round #2!

Fans van knokgames als Mortal Kombat en Street Fighter zijn wel bekend met bovenstaande uitspraken. In het geval van dit kweekverslag bedoel ik ermee te zeggen dat de eerste ontkiemronde met slechts 2 ‘dienstweigeraars’ op 19 zaden, wel een redelijk vlekkeloze overwinning genoemd mag worden.

Maar je vraagt je nu waarschijnlijk af waar de overige 16 autoflowers toch uithangen. Want het waren er toch 33?! Inderdaad! Maar die overige 16 zaadjes zijn voor ontkiemronde nummer 2.

Elke kweker kent het wel… als een heuse slangenbezweerder zit je je jonge zaailingen ongeduldig uit de grond te fluiten en ineens denk je: “Dit is leuk! Ik wil meer!”

Ontkiemronde 2 was eigenlijk een zoete en waarschijnlijk vooral stonede inval. Elke kweker kent het wel… als een heuse slangenbezweerder zit je je jonge zaailingen ongeduldig uit de grond te fluiten en ineens denk je: “Dit is leuk! Ik wil meer!” Maar als zaden kopende (guerrilla)kweker ben je voor je het weet een klein kapitaal aan zaden kwijt. Prima voor de binnen- en achtertuinkweek maar een risico bij de guerrillakweek. Want het kan immers zomaar zo zijn dat je je dure zaden nooit zal zien uitgroeien tot oogstbare planten. Een wietplant in het wild staat nou eenmaal aan meer gevaren bloot dan een wietplant die veilig in je huis of tuin staat. Maar toen zag ik ineens de gunstig geprijsde autoflowerzaden van Dutch Passion’s Seed Stockers bij Azarius.

De tweede ontkiemronde – gestart op 18 mei – was een werkelijke flawless victory. Alle 16 van de 16 zaadjes ontkiemden zonder problemen. 14 zaadjes waren zelfs al op de vierde dag ontkiemd, dit terwijl ik normaal 5 dagen gewend ben. De resterende 2 zaadjes ontkiemden een dag later. Als propagator heb ik een goedkope IKEA TROFAST opbergbak gebruikt.

Laat het Lege Nest Syndroom maar komen!

Ik ga de plantjes verspreid over meerdere dagen uitzetten (ongeveer 4 per dag); je bent met enkele plantjes al snel een retespannende maar lange middag zoet. Dus alle 33 op één dag is voor mij niet te doen. Het van hot naar her fietsen alleen al, neemt veel tijd in beslag.

De zoete inval die tot de tweede ontkiemronde heeft geleid, blijkt bij mijn spreidingstactiek een gunstig voordeel te hebben. Het geeft mij namelijk iets meer tijd om alle plantjes in de vrije natuur te planten, vóórdat de ongefilterde voorkweektent een wietgeur begint te verspreiden. En de plantjes worden zo ook niet té groot voor in mijn rugzak. Ideaal en dus een echte aanrader om bij grote aantallen planten, niet alles tegelijk voor te kweken. Zo heb je elke ronde maar een beperkt aantal planten die de deur uit kunnen/moeten en hoef je niet alles halsoverkop in één keer te planten. Het moet namelijk wel leuk blijven 😀

Ik ga guerrillakweken en neem mee…

Nadat ik alle plantjes van de eerste ontkiemronde had getopt (want ik wil dat ze laag blijven om zo min mogelijk op te vallen) en een paar dagen had laten rusten, was het tijd om de eerste 4 in de vrije natuur te gaan planten. De eerste 4 kandidaten heb ik puur geselecteerd op grootte, dan kunnen de kleintjes nog wat langer voorgroeien. Na deze selectie ben ik mijn rugzak gaan voorbereiden. Er passen 2 plantjes naast elkaar in mijn rugzak en voor elk plantje neem ik het volgende mee.

  • 1 halve PET-fles als beschermingskoker voor het plantje.
  • 1 flinke hand potgrond (vult gemakkelijk gaten op).
  • 2 handen koeienmestkorrels (emmer van 8 liter is spotgoedkoop bij de Aldi).
  • 0,5 liter voedingswater.
  • 0,5 liter zelfgemaakte ‘pepperspray’ (om plant- en milieuvriendelijk dieren en sommige insecten op afstand te houden).
  • 4 dessertlepels peperpasta dat bij het maken van de pepperspray ontstaat (om rondom je plantje uit te smeren… spoelt niet zo makkelijk weg als de pepperspray).

Algemene benodigdheden:

  • 1 dessertlepel voor de peperpasta.
  • 1 mes (TIP: een gat snijden is i.v.m. bijvoorbeeld taaie brandnetelwortels véél gemakkelijker/sneller dan scheppen met (leger)schepjes… of je moet een fatsoenlijke steekschop mee durven nemen).
  • Optioneel: 1 natte doek om eventueel je handen mee af te kunnen vegen.

Pepperspray

De pepperspray en peperpasta heb ik vorig jaar met succes ingezet. Je kunt het peperwater veilig op je planten spuiten en op de grond gieten. Alleen niet tijdens de late bloei bespuiten… tenzij je je wiettoppen een pepersmaak wil geven. Er is kant-en-klaar spul te krijgen via internet maar zelf maken is eenvoudig en spotgoedkoop. En je weet zo ook zeker dat er geen troep in zit. Om dit verslag niet té lang te laten worden, heb ik het recept op mijn Facebookpagina geplaatst.

Het is zover!

Start de klassieke Eigen Huis & Tuin tune maar want de rugzak is klaar, en bepakt en bezakt kunnen we eindelijk op pad!

Ik ken de omgeving goed, dus ik weet voldoende geschikte plekjes te vinden om her en der 33 wietplanten weg te moffelen. Het planten van de eerste 4 plantjes ging vlot dankzij een vast stappenplan (zodra je routine krijgt kun je de stappen snel afwerken).

  1. Sla de exacte locatie op in Google Maps (anders ga je ze nooit meer allemaal terugvinden).
  2. Snij een gat in de grond.
  3. Gooi een beetje koeienmestkorrels in het gat.
  4. Plaats het plantje in het gat.
  5. Strooi de resterende koeienmestkorrels rondom het plantje.
  6. Vul het gat verder af met de potgrond.
  7. Giet het peperwater rondom het plantje en over de mestkorrels.
  8. Giet het voedingswater rondom het plantje en over de mestkorrels.
  9. Strijk de peperpasta rondom het plantje uit.
  10. Maak een foto van het plantje met de wietsoort ernaast en de GPS/locatie tag aan.
  11. Ruim alles netjes op, laat geen sporen na!
  12. Optioneel: Handen afvegen aan de natte doek (grond op je handen kan verdacht lijken).
  13. Maak dat je wegkomt 😀

Digitale ‘pot’marker

Omdat je in de vrije natuur uiteraard geen potmarker in de grond kunt steken, waar de wietsoort op staat geschreven, heb ik stap 10 bedacht. Door een foto inclusief wietsoort (schrijf de wietsoort op het voorgroeipotje/bekertje en leg het naast het te fotograferen plantje) en GPS/locatie tag (bij Android smartphones kun je deze instelling in de standaard camera-app vinden) van elk plantje te maken, kun je precies nagaan waar elk plantje staat en welke wietsoort het is.

Zo heb je een soort van digitale GPS potmarker… en das best cool! Pas wel op met het delen van dit soort foto’s, want de exacte GPS locatie staat immers in de metadata van de foto’s. Je kunt ze wel delen, maar dan wel eerst de (locatie)metadata verwijderen.

En dan nu de foto’s van het resultaat – nog ‘maar’ 29 planten te gaan!

AK420

BCN Power Plant 1

Spot 1

Auto Mazar

BCN Power Plant 2

Spot 2

Tips, tricks & tot volgende maand!

Op mijn Facebookpagina staan nog enkele tips & tricks, die vooral voor de beginnende guerrillakweker nuttig kunnen zijn.

Over een maand schrijf ik mijn volgende CNNBS guerrilla kweekverslag en ik hoop dan al de eerste bloeiers aan jullie te kunnen tonen. Mocht je ook tussentijds op de hoogte gehouden willen worden, volg dan De Groene Dodo op Facebook en/of Instagram. Heb je vragen, of wil je je eigen kweekkennis en/of kweekverslagen delen, check dan even de Facebookgroep Kwekershonk De Groene Dodo.

De Groene Dodo

(advertentie)