(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De zomer rammelt aan de deur en dat betekent niet alleen dat veel kwekers weer lekker buiten wiet kunnen groeien, maar ook een verhoogde kans op ongedierte voor binnenkwekers. Warmere temperaturen en vers groenvoer zorgt voor een enorme aanwas van ongewenste insecten. Zo ga je ze te lijf zonder gif.

Wie weleens een kweek aan ongedierte verloren is, weet hoe moeilijk sommige insecten te bestrijden zijn. Natuurlijk kun je wietplanten platspuiten met gif, maar dat maakt je wiet er niet lekkerder, en al helemaal niet gezonder op. Ongedierte voorkomen is dus het beste. Maar als het daarvoor te laat is, is het fijn om te weten hoe je ongedierte zonder gif het beste kunt bestrijden.

Voorkomen

In een artikel over het bestrijden van ongedierte zonder gif, mogen tips om beestjes te voorkomen uiteraard niet ontbreken. Voorkomen is namelijk een stuk makkelijker dan bestrijden, en bovendien de enige manier om er zeker van te zijn dat je wiet schoon is.

Het voordeel van een binnen kweekruimte ten aanzien van beestjes, is tegelijkertijd het nadeel ervan. Uit een afgesloten ruimte kun je beestjes namelijk goed weren, maar heb je er eenmaal last, dan kan ongedierte zich zonder last van natuurlijke vijanden gemakkelijk en snel voortplanten. Het is dus zaak om insecten zoveel mogelijk buiten je tent te houden.

Spint. Zeker in deze mate een enorme bron van slechte stress voor wietplanten (en de kweker).

Een eerste barrière opwerpen is altijd een goed idee, plaats dus om te beginnen een filter op de luchtinlaat van je kweekruimte. Niet alleen houdt zo’n filter beestjes buiten de deur, het houdt ook stofdeeltjes tegen, die in de bloeifase anders aan je toppen kunnen blijven plakken.

Naast een inlaatfilter, kun je het in je kweekruimte ook onaangenaam maken voor beestjes door knoflook en andere look-achtige planten te kweken. Knoflook is het makkelijkst, kwestie van een paar teentjes knoflook in de aarde drukken. Kweek je op hydro, of heb je geen zin om iets anders dan wietplanten te kweken, dan kun je ook een kant en klaar knoflook-extract gebruiken. Rogis Knoflookextract geef je gewoon mee met het water en maakt de planten onaantrekkelijk voor ongedierte, zonder de smaak van je wiet aan te tasten.

Spint kruipt graag naar het hoogste punt. Plaats een tak met bovenaan een krop sla tegen je wietplant om ze naar de sla te lokken.

Omdat veel insecten geëvolueerd zijn om mee te liften op andere dieren, kun je daarnaast beter geen huisdieren in je kweekruimte toelaten. Honden en katten brengen gemakkelijk beestjes uit de natuur mee naar binnen, maar ongedierte kan ook via je eigen kleding je kweekruimte binnenkomen. Loop dus ook zelf niet vanuit de tuin meteen door naar je kweekruimte, maar trek eerst even je jas en je schoenen uit.

Tenslotte is het belangrijk om het klimaat in je kweekruimte zo goed mogelijk te hebben. Te heet, te nat of te koud zorgt voor ongezonde wietplanten met een zwakkere weerstand, en daar zijn insecten gek op.

Twee grote vijanden van wietplanten zijn spintmijten en vliegende beestjes zoals de varenrouwmug. Deze insecten zijn dol op stilstaande lucht. Daarin kunnen ze namelijk ongestoord rondvliegen en kruipen zonder uit te drogen. Ze hebben het echter aanzienlijk moeilijker wanneer ze worden gestoord door een windje en droogte. Door een goede luchtcirculatie en afvoer van warme vochtige lucht, blijft de bovenste laag van de aarde bovendien droog, wat het leggen van eitjes voor deze insecten moeilijker maakt.

Takken en sla

Een ondersteunende methode die goed te combineren is met bijvoorbeeld het gebruik van Rogis knoflookextract, is die van de tak en een krop sla. Omdat spint altijd graag naar het hoogste punt kruipt, kun je ze vangen met behulp van een paar wiettakken en een krop sla. Neem een krop sla en prik daar twee stokken (of nog beter, twee oude stammen van wietplanten) doorheen. Hang de krop sla boven je wietplant waarbij je ervoor zorgt dat te takken de bovenkant van je plant aanraken.

De beestjes zullen naar het hoogste punt willen, en daar aan de sla beginnen te knabbelen. Gooi ze met sla en al weg en herhaal dit. Ondertussen geef je de wietplant een knoflookextract zodat die minder aantrekkelijk wordt dan de krop sla.

Lieveheersbeestjes en roofwants

Lieveheersbeestjes en roofwantsen zijn de roofdieren van de insectenwereld, ze lusten een hoop andere insecten. Roofwantsen en Lieveheersbeestjes kun je kant en klaar kopen en in je kweekruimte uitzetten. Roofwantsen verdeel je in groepjes van minstens 50 beestjes op de schutbladeren van de wietplanten, ze beginnen meteen aan hun werk.

Lieveheersbeestjes kun je trouwens lang in leven houden door een klein hokje voor ze te bouwen. Op die manier hebben ze ook wat te eten als er geen ongedierte is, en kun je ze ook preventief inzetten. Hoe je ze moet verzorgen lees je hier.

Nematoden (aaltjes)

Beestjes zoals de varenrouwmug en de trips kun je bestrijden met Nematoden. Nematoden zijn net als lieveheersbeestjes en roofwantsen een natuurlijke vijand van ongedierte. Het zijn microscopisch kleine aaltjes die zich een weg door de aarde heen banen, op zoek naar iets te eten. Ze zijn bijzonder gek op larven van andere insecten, en ook die van de trips en de varenrouwmug. Wanneer ze er een vinden dan dringen ze die binnen en eten de larve van binnenuit op. Beetje gruwelijk voor de larven, maar wel een schone en biologische manier om van je plaag af te komen.

Neemolie

Neemolie is een preventief middel tegen ongedierte, het werkt ook wel wanneer je al last hebt van ongedierte, maar werkt het beste wanneer je het preventief inzet voordat je kweekruimte met beestjes bevolkt is.

Vul een plantenspuit van 1 liter met handwarm water, voeg daar 5 tot 8 milliliter neemolie aan toe en schudden maar! Je moet het echt lang en goed schudden want olie en water mengen zoals je weet niet erg goed. Sommige kwekers voegen om deze reden ook weleens een druppeltje afwasmiddel toe. Als je minder van het middel nodig hebt kun je de hoeveelheden natuurlijk gemakkelijk halveren.

Behandel je planten in de derde of vierde week van de groeifase nog eens met de neemolie spray, maar gebruik de spray niet meer wanneer je wietplanten al in bloei staan. Wanneer je het middel op wiettoppen sproeit zullen die bedekt worden met een olielaagje. De neemolie is echter niet toxisch, in het ergste geval zul je het kunnen proeven wanneer je de wiet rookt. Het is het beste om gewoon nooit of te nimmer iets op bloeiende wietplanten te spuiten, hoe biologisch het ook is.

(advertentie)