- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#12)
- Millennials kopen meer voorgedraaide joints dan wie dan ook
- Biologisch je eigen wiet kweken? Start hier!
- Dima kweekt Mohammed in de Minigrow One kweekkast (#2)
- Duimen voor stekken & Bubba Diesel met kleine hoofdtoppen
- Debunk • Opgebouwde THC-tolerantie geen bewijs dat wiet verslavend is
Ongedierte & schimmels – de biologische aanpak
Zelfs wanneer je als kweker alles goed doet, kunnen ongedierte en schimmels de kop opsteken. Voorkomen is, zeker in het geval van ongedierte en schimmels, veel beter dan genezen. Toch krijgt iedere kweker er vroeger of later een keer mee te maken. En dan is het fijn om te weten dat je het probleem ook biologisch kan aanpakken.
Het bodemleven en een goed klimaat is van het grootste belang bij het voorkomen van ongedierte en schimmels. Hoe gezonder wietplanten namelijk zijn – en dat worden ze van een gezond bodemleven en een aangenaam klimaat – hoe beter ze zich tegen ongedierte en schimmels kunnen weren. Ongedierte en schimmels lijken het namelijk te ruiken als een plant ziek en zwak is, die wordt als eerste aangevallen.
Natuurlijke bescherming
Het bodemleven zorgt ervoor dat organisch materiaal in voor de plant opneembare voeding wordt omgezet. Maar dat is niet het enige; een gezond bodemleven produceert namelijk ook vitamines en antibiotica dat planten beschermt tegen plagen, schimmels en virussen. Hierdoor krijgen organische kwekers veel minder vaak met ongedierte en plantenziektes te maken dan kwekers die minerale voedingsstoffen gebruiken. En als er eens een blad vergeeld of aangevreten wordt, betekent dat nog niet meteen dat de hele plant de prullenbak in kan.
Een groot deel van de biologische aanpak van plagen, ziektes en schimmels is er dan ook op gericht om ze te voorkomen. Een gezonde plant hoef je immers niet te behandelen met bestrijdingsmiddelen, ook al zijn ze biologisch.
Slakken
Wie buiten wiet kweekt, kan simpelweg nooit helemaal voorkomen dat ongedierte of schimmelsporen op de plant terecht komen. Toch kun je wel de nodige maatregelen nemen om ze tot een minimum te beperken. Slakken kun je bijvoorbeeld weren met een barrière van koper. Het opruimen van je tuin zorgt ervoor dat slakken ook liever ergens anders bivakkeren. Maai gras en ruim alles op waar slakken onder kunnen gaan zitten, slakken hebben namelijk graag een vochtige schaduwrijke schuilplaats. Heb je erg veel slakken in je tuin dan kun je ze ook proberen te vangen door een bakje met bier in te graven. De slakken vinden bier zo lekker dat ze zichzelf erin zullen verdrinken.
Combinatieteelt
Combinatieteelt kan ook een hoop doen voor wietplanten. Sterk geurende planten zoals knoflook en uien werken afstotend op veel insecten, dus die kun je heel goed vlak bij je wietplanten laten groeien. Afrikaantjes hebben hetzelfde effect, alleen kunnen deze bloemetjes ook juist spint aantrekken. Door ze samen met het kruid Dille rond je wietplanten te zetten voorkom je dat dit gebeurd.
Heb je ieder jaar last van bladluizen, zorg dan als het even kan dat er geen mierennest in de buurt van je cannabisplanten zit. Mieren dragen de luizen namelijk omhoog de planten in omdat bladluizen een zoet stofje afscheiden waar de mieren dol op zijn. Ook beestjes leven kennelijk in samenwerking met elkaar. Om bladluizen en wolluizen af te schrikken kun je bijvoorbeeld koriander, ui, munt, anijs en look in de buurt van je wietplanten neerzetten. Om slakken op afstand te houden kun je kervel gebruiken, en tripsen blijven weg dankzij de look en de ajuin (uienplant).
Er zijn ook plantensoorten waarmee je ongedierte juist bij je wietplanten weg kunt lokken. Deze moet je dus ook wat verder bij wietplanten uit de buurt laten groeien. Aubergines, aardappelplanten en tabaksplanten zijn prima lokplanten voor insecten. Let alleen wel goed op want wanneer je lokplant zijn werk heeft gedaan en vol met beestjes zit, dien je die meteen met beestjes en al uit je tuin te verwijderen.
Binnen ongedierte voorkomen
Hoewel je ook binnen wel wat knoflook en uienplantjes naast je wietplanten kunt kweken, is het voorkomen van ongedierte binnen vaak een kwestie van gewoonweg zorgen dat ze je kweekruimte niet binnenkomen. Beestjes liften graag mee; op stekken, in de vacht van je huisdier, in je kleding of onder je schoenzolen als het moet.
Stekken
Let altijd goed op wanneer je stekken aanschaft. Deze bevatten vaak al eitjes van spint of sporen van schimmels. Meestal merk je ze niet eens op tot ze uitgekomen zijn en je planten onder de beestjes zitten. Je kunt dit het makkelijkste voorkomen door zelf je eigen stekken te maken, of door vanuit zaden te kweken. Wil je toch graag met aangekochte stekken kweken, geef ze dan eerst een behandeling voor je ze in je kweekruimte brengt.
Maak een mengsel van 1 deel schoonmaakalcohol en 9 delen water en dompel je stekken hierin. De hele stek mag even onder het water en alcoholmengsel. De alcohol zal na het dompelen snel verdampen dus er blijft niets op je plantje achter. Verpot je stek na de behandeling direct in de aarde.
Voorkom zoveel mogelijk dat ongedierte, ziektekiemen en schimmelsporen je kweekruimte binnen kan komen. Door een Hepa filter, of op zijn minst een filterdoek op de inlaat van je kweekruimte te plaatsen voorkom je dat ongedierte en ziekteverwekkers je kweekruimte in kunnen. Let ook op je eigen kleding en ga niet direct van je tuin of het bos naar je kweektent. Nodig niet teveel gasten in je kweekruimte uit. Honden en katten lopen ook de hele dag buiten, dus laat ook deze niet bij je wietplanten in de buurt.
Compost thee
Compost thee biedt een uitstekende biologische bescherming tegen schadelijke microben. Je kunt het zowel binnen als buiten gebruiken. De compost thee zorgt voor een gezonde populatie aan beschermende microben in de aarde. Wanneer je het op de plant spuit, laat het een beschermende coating van bacteriën achter waardoor de kans op een plaag aanzienlijk kleiner wordt.
Trichoderma
Schimmels zijn belangrijk voor iedere gezonde plant, maar er zijn ook schimmels die je plant juist verwoesten, zoals wortelrot, toprot of meeldauw. Trichoderma is een nuttige schimmel die je plant onder de grond beschermt tegen de slechte schimmels die wortels aantasten. De nuttige schimmels zetten daarnaast ook organisch materiaal om in opneembare voedingsstoffen. Voeg ze toe aan je aarde, en de kans op wortelrot wordt een stuk kleiner en je plant gezonder.
Bovengrondse schimmels zoals meeldauw en toprot (fusarium) bevinden zich ook vaak in de grond voor ze je plant aantasten, dus daartegen helpt de trichoderma ook. Omdat toprot en meeldauw verder vaak de kop opsteken wanneer de lucht vochtig is, dien je voor een goede ventilatie en luchtcirculatie in je kweekruimte te zorgen.
Meeldauw
Heb je eenmaal met meeldauw te maken, dan kan het een lastige klus zijn om er vanaf te komen. Knip alle besmette bladeren zoveel mogelijk en voorzichtig weg. Verwijder de bladeren uit je huis en besproei de plant met een mengsel van 100 ml magere melk, 900 ml water en vier theelepels natriumcarbonaat. Let wel op met de melkspray wanneer je planten al flinke toppen hebben want teveel melk kan voor een stinkende muffe geur zorgen, vandaar ook dat magere melk de beste keus is.
Toprot
Toprot komt buiten vaak voor, wanneer wietplanten aan het einde van de zomer dikke toppen hebben gevormd, en het weer slechter en vochtiger wordt. Binnen is toprot niet zo snel een probleem, wanneer je voor een goede luchtcirculatie zorgt en je planten niet teveel water geeft zullen toppen binnen niet zo snel gaan rotten. Heb je buiten last van toprot, dan zit er niets anders op dan de aangetaste toppen helemaal te verwijderen en weg te gooien. De rest van de plant kun je dan ook beter maar meteen oogsten, voordat de toprot alle toppen verpest. Beschimmelde wiet kun je NIET roken.
Spint
Spint is een typisch probleem van binnenkwekers. De droge, gecontroleerde warme omgeving is heerlijk voor deze spinnetjes. Ze koloniseren een kweekruimte snel, spinnen draden om je toppen en zijnlastig weg te krijgen. Spint is – misschien alleen op de politie na – een van de grootste vijanden van de binnenkweker. Ze doorboren de bladeren en zuigen het sap eruit en planten zich razendsnel voort.
Controleer je planten daarom dagelijks en kijk ook goed onder de bladeren. Hoe eerder je spint opmerkt, hoe beter je het kunt behandelen. Gezonde bladeren zijn groen en hebben geen vlekken, dus wees extra op je hoedde wanneer je onregelmatigheden op je bladeren ziet.
Wanneer je er snel bij bent kun je aangetaste bladeren verwijderen, maar daarmee ben je waarschijnlijk nog niet van de spint af. Wanneer je geen bestrijdingsmiddelen (ook geen biologische) wil gebruiken, kun je natuurlijke vijanden inzetten tegen spint; ofwel, andere insecten die spint aanvallen en opeten. Lieveheersbeestjes lusten graag spint en vele andere insecten, maar je moet ze wel in leven weten te houden, lees hier hoe. Roofmijt is ook een geduchte vijand van Spint die vaak worden ingezet tegen spint.
Je kunt Spint ook met neem olie te lijf gaan, Matt Mernagh legt hier uit hoe je neem olie het beste kunt gebruiken. Brandnetelthee is ook een goed biologisch bestrijdingsmiddel dat je zelf kunt gebruiken. Neem tien brandnetelplanten en laat die een dag of vijf in anderhalve liter water staan. Spray het water daarna op je planten tegen spint en bladluizen. Maar let op, dit is een preventieve maatregel, als je eenmaal een plaag te pakken hebt redt je het hier niet mee.
In het geval van een plaag kun je beter een mengsel maken van African Black Soap, azijn en water en hiermee voorzichtig de bladeren van je plant schoonmaken.
Trips
Ook trips zuigt de cellen van je bladeren graag leeg. Het zijn kleine langwerpige insecten met vleugels. Waar een trips aan het werk is geweest, zie je zilverkleurige vlekken op het blad. Trips houdt van een warme droge omgeving zonder wind. Gebruik roofwantsen en roofmijten om trips biologisch te lijf te gaan, want ze kunnen he oogst behoorlijk verpesten. Plant knoflook en uien als een preventieve maatregel tegen trips.
Bladluizen
Bladluizen zitten graag op de onderkant van de bladeren, ze zijn goed met het blote oog te zien. Bladluizen zuigen net als spint de sappen uit de bladeren en laten een zoete plakkerige stof achter waar mieren gek op zijn. De zoete stof trekt ook schimmels aan en bladluizen kunnen soms virussen met zich meebrengen. Aan de bladeren kun je zien dat ze opkrullen en gele vlekken krijgen.
Planten die vaak met bladluizen te maken krijgen zijn autoflowers. Deze wietsoorten bloeien midden in de zomer wanneer bladluizen ook actief zijn. Hou je autoflowers uit de buurt van mieren want die helpen de bladluizen je planten in. Gaasvliegen, sluipwespen en lieveheersbeestjes zijn goede natuurlijke vijanden om in te zetten tegen bladluizen. Je planten dagelijks met een harde koude straal water kan ook helpen tegen bladluizen.